Einde WEU roept vragen op over parlementaire controle Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid



De tien landen die partij zijn bij het West-Europese Unie-verdrag (officieel Verdrag van Brussel, 1948, herzien 1954), te weten België, Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Luxemburg, Nederland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk, hebben eind maart in een gezamenlijke verklaring hun voornemen kenbaar gemaakt het Verdrag op te willen zeggen. Veel van de taken en instellingen van de WEU zijn reeds overgeheveld naar de Europese Unie. De in Parijs gevestigde Parlementaire Assemblee (PA) van de WEU is het laatst overgebleven institutionele onderdeel van de WEU. De PA is opgericht met het doel nationale parlementariërs kennis te laten nemen van het werk van de WEU en haar commissies. Als gevolg van bovengenoemde overheveling van WEU-taken naar de Europese Unie is de PA zich in toenemende mate gaan toeleggen op het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid. Om deze verandering te onderstrepen is de naam van de instelling gewijzigd in Europese Veiligheids- en Defensie Assemblee (ESDA).

Met de voorgenomen opzegging van het WEU-verdrag lijkt er in juni 2011 een einde te komen aan de activiteiten van de PA. De vraag dient zich daarom aan hoe nationale parlementen invulling willen geven aan hun verantwoordelijkheid om parlementaire controle uit te oefenen op het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensie Beleid (GVDB), wat immers nog steeds een intergouvernementeel beleidsterrein is. In haar brief aan beide Kamers van 31 maart 2010 waarin zij melding maakt van haar voornemen het WEU-verdrag op te zeggen, wijst de regering op de rol die het Europees Parlement (EP) hierin te spelen heeft en de mogelijkheid om COSAC (de vergadering van commissies van Europese Zaken van nationale parlementen in de EU) een voortrekkersrol te laten vervullen. Het is nu aan nationale parlementen zich een oordeel te vormen over bijvoorbeeld de vraag op hoe de samenwerking met het EP vorm moet krijgen en of COSAC het meest geëigende forum is voor interparlementaire controle op het GVDB. De commissie voor BDO heeft op 13 april jl. gesproken over het voornemen van de regering om het WEU-verdrag op te zeggen en heeft besloten het wetsvoorstel waarin opzegging van het verdrag wordt goedgekeurd af te wachten.


Deel dit item: