Parlementariërs uit de 28 EU-lidstaten en Europees Parlement spreken over ‘Stability, Economic Coordination and Governance’ in de EU-lidstaten



"Een focus op de lange termijn"

Op woensdag 17 februari heeft in Brussel de interparlementaire conferentie over 'Stability, Economic Coordination and Governance' (SECG) plaatsgevonden in de plenaire zaal van het Europees Parlement in Brussel. Het is de tweede conferentie die de Eerste en Tweede Kamer in het kader van het Nederlandse EU-Voorzitterschap organiseren, ditmaal samen met het Europees Parlement. De Voorzitter van de Eerste Kamer, Ankie Broekers-Knol, en de Voorzitter van de Tweede Kamer, Khadija Arib, woonden een deel van de conferentie bij.

De Voorzitter van het Europees Parlement, Martin Schultz, opende de conferentie. Hij stond  stil bij het belang van interparlementaire samenwerking. Hij gaf aan dat als we willen dat de samenwerking op EU-niveau goed functioneert, de relatie tussen de EU en de nationale parlementen versterkt moeten worden. Interparlementaire samenwerking speelt een essentiële rol in dit proces.

Namens de Staten-Generaal onderstreepte Khadija Arib, Voorzitter van de Tweede Kamer, vervolgens dat de conferentie raakt aan de fundamenten van onze welvaart: een gezond en stabiel begrotingsbeleid. "Daar hebben we in de afgelopen jaren hard aan gewerkt. Dat was niet altijd gemakkelijk. Soms voelde het alsof we tegen de stroom moesten oproeien, om de afspraken die we in het stabiliteits- en groeipact hebben vastgelegd na te komen. Maar inmiddels bestaat er brede consensus - ook binnen het IMF en de OESO - dat dat de weg omhoog is ingezet. Na jaren van discussie over elkaar opvolgende maatregelen om de economische en financiële crisis te bestrijden, ligt de focus nu primair op de lange termijn." 

Ervaringen uitwisselen

Het inhoudelijk programma startte met een sessie over economische coördinatie en bestuur, en bestond grotendeels uit een uitwisseling van ervaringen en best practices tussen EU-lidstaten.

Jeroen Dijsselbloem, voorzitter van de Eurogroep, onderstreepte in de discussie dat het de verantwoordelijkheid van de landen is om maatregelen - voor begrotingen en andere belangrijke beslissingen - na te leven. "Dat is hoe we nu werken." Als je zegt: we hebben meer centrale governance nodig, dan is de grootste implicatie daarvan dat alles naar het centrum gaat. Als we de verantwoordelijkheid op nationaal niveau willen laten, dan moeten we ervaringen uitwisselen. Dat kan alleen samen met nationale parlementen en met sociale partners.

Kees Vendrik, lid van de Algemene Rekenkamer, ging in reactie op vragen in op het creëren van bewustzijn rondom de efficiency van overheidsuitgaven? In zijn ogen kan dat door slechte uitgavensystemen te heroverwegen en betere, openbare informatie over overheidsuitgaven. "Dat herhaal ik tot vervelens toe. Dat is hét punt als je overheidsgeld efficiënter uit wil geven." 

In de discussie na afloop van de eerste sessie blikte Eerste Kamerlid André Postema terug op eerdere SECG-conferenties: "Vroegere Artikel 13-conferenties gingen hoofdzakelijk over de economische crisis en regels en procedures van de conferentie zelf. Nu is het tijd om van koers te veranderen. De Europese Unie is een optimistische instelling; de EU is gebaseerd op vrede, op samenwerking, op vooruitgang, en dat moet ook weerspiegeld worden in deze conferentie."

Verschillende procedures

Na de koffiepauze focuste het gesprek zich op het begrotingsbeleid in de EU-lidstaten; op de verschillende procedures en de rol van nationale parlementen. De Franse Eurocommissaris voor Economie en Financiën, Pierre Moscovici pleitte voor meer dialoog tussen de Europese Commissie en nationale parlementen over begrotingen: "de Europese Commissie is een onmisbare speler, maar nationale parlementen hebben grote, essentiële beleidsverantwoordelijkheid." Verder waren er bijdragen van onder meer Pervenenche Beres en Reimer Böge, co-rapporteurs over de budgetcapaciteit in de Eurozone.

Stip op de horizon

Na de lunch was de blik gericht op de lange termijn. Er werden toekomstscenario's geschetst voor een concurrerende Europese Unie, en er werd gesproken over kansen en bedreigingen voor de realisatie daarvan. Eén van de sprekers was Laura van Geest, de directeur van het Nederlandse Bureau for Economic Policy Analysis (CPB), dat een belangrijke rol vervult in het systeem van 'checks and balances' als het gaat om begrotingsbeleid. Laura van Geest reflecteerde op het investeringsniveau in Nederland en zet de voors en tegens van meer overheidsinvesteringen op een rij: "Niet alleen maar investeringen spelen een rol in groei. Andere belangrijke ingrediënten daarvoor zijn innovatie, onderwijs, structurele hervormingen en demografie." De laatste inhoudelijke bijdrage was van Mari Kiviniemi, Vicevoorzitter van de Organisatie for Economic Co-operation and Development (OECD), een organisatie die bijdraagt aan politieke beleidsvorming die de economie en welvaart moet versterken. Zij lichtte de aanbevelingen van de OESD toe. Belangrijk daarbij is om obstakels voor hervormingen weg te nemen en langtermijn financiering te bevorderen.

Medevoorzitter Pieter Duisenberg sloot de conferentie  af met een dankwoord voor het Europees Parlement voor de samenwerking en de goede ontvangst. In zijn slotwoord gaf hij aan:  "Welke uitdagingen we ook zien, we zullen ze samen het hoofd bieden. Het gaat erom dat we ze samen oppakken. De komende debatten/conferenties krijgen we de kans om een gezamenlijke opvatting te formuleren."

Catch-the-eye

Het idee achter de Artikel 13-conferentie - en dat geldt eigenlijk voor alle interparlementaire conferenties - is dat EU-lidstaten elkaar een spiegel voorhouden, met elkaar in gesprek gaan, leren van elkaars 'best practices' - welke hervormingen zijn aangeslagen, wat werkt niet, en hoe kan de begrotingscoördinatie verder worden verbeterd zonder dat het parlementair toezicht wordt uitgehold? Het zijn vragen die beter kunnen worden beantwoord als parlementariërs direct met elkaar in gesprek gaan. De conferentie werd dan ook afgesloten met een 'catch-the-eye' debat.

Dat interactieve karakter is kenmerkend voor alle conferenties die het Nederlandse parlement organiseert; er wordt nadrukkelijk gekozen voor panels, parallelsessies en gemodereerde gesprekken. Daarnaast kunnen parlementariërs met elkaar in gesprek via een speciaal ontwikkelde app.

Achtergrond

In 2013 werd het Verdrag inzake Stabiliteit, Coördinatie en Bestuur in de Economische en Monetaire Unie geïntroduceerd; een verdrag dat bepaalt waar nationale begrotingen aan moeten voldoen. Onderdeel van dat verdrag - artikel 13 - is dat leden van het Europees Parlement en nationale parlementen een conferentie organiseren om met elkaar van gedachten te wisselen over de uitvoering van dat verdrag. Die conferenties zijn coproducties van het Europees Parlement en het parlement van de EU-lidstaat die op dat moment het voorzitterschap vervult. In het voorjaar is de conferentie in Brussel, in het najaar in het voorzittende land.


Deel dit item: