Voortzetting debat over rechtsstatelijkheid, grondrechten en democratie in de Europese Unie



Verslag van de vergadering van 15 maart 2022 (2021/2022 nr. 21)

Aanvang: 13.34 uur

Status: gecorrigeerd


Aan de orde is de voortzetting van het debat over rechtsstatelijkheid, grondrechten en democratie in de Europese Unie,

en over:

  • de gewijzigde motie-Van Rooijen c.s. over een taskforce van wetgevingsjuristen ter inventarisatie en ter toetsing van wetgeving sinds de eeuwwisseling (35295, letter V, was letter U).

(Zie vergadering van 8 februari 2022.)


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Aan de orde is de derde termijn van het debat over rechtsstatelijkheid, grondrechten en democratie in de Europese Unie. De heer Van Rooijen heeft verzocht om een korte derde termijn om een nader gewijzigde motie te kunnen indienen.

Kan de Kamer zich vinden in dat verzoek? Dat is het geval.

Dan heet ik de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van harte welkom in de Eerste Kamer. Ik geef het woord aan de heer Van Rooijen.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Voorzitter. Wetgeving is de kerntaak van deze Kamer, vandaar deze gewijzigde motie.

De voorzitter:

De gewijzigde motie-Van Rooijen c.s. (35295, letter V, was letter U) is in die zin nader gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het geen incident meer is dat de rechter wetgeving anders interpreteert dan de oorspronkelijke bedoeling van de wetgever;

overwegende dat eenduidige wetgeving en interpretatie van wetgeving een wezenlijk element is van de rechtsstaat;

van oordeel dat aan deze problematiek ten grondslag liggen: onvoldoende aandacht voor adequate systematiek, samenhang en formulering in het gehele wetgevingstraject, onvoldoende aandacht voor de advisering van de Raad van State en te veel ruimte tussen de tekst van de wet en de duiding van de wetgever;

tevens van oordeel dat omwille van goed en betrouwbaar bestuur snel ingrijpen geboden is;

vraagt de regering deze kwestie onverwijld te agenderen op basis van een grondige inventarisatie en de Kamer te berichten over inzet, voortgang en conclusie hiervan,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze nader gewijzigde motie is ondertekend door de leden Van Rooijen, Baay-Timmerman en Otten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter W, was letter V (35295).

Dank u wel, meneer Van Rooijen.

Ik geef het woord aan de minister, maar niet dan nadat het spreekgestoelte is geplaatst én dan nadat ik uiteraard heb gevraagd of een van de overige leden in de derde termijn nog het woord wenst, hetgeen niet het geval is. Dan wachten we even op het spreekgestoelte.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Minister Bruins Slot i:

Voorzitter, dank u wel. Dank aan de heer Van Rooijen voor zijn gewijzigde motie. Allereerst ben ik met de heer Van Rooijen van mening dat goede wetten en regels die werken in de praktijk, onontbeerlijk zijn in een rechtsstaat. Hier zet het kabinet zich ook op structurele basis voor in. Ik maak mij hier hard voor diverse acties die we op dit moment aan het ondernemen zijn. Dan gaat het feitelijk over de doorlichting van wetten en regels. Die doorlichting vindt op dit moment al plaats naar aanleiding van de uitvoering van een motie-Ploumen/Jetten. Elk departement onderzoekt op dit moment hiertoe zijn eigen wetten en regels om te bezien of aanpassing nodig is. Over de voortgang van deze inventarisatie heeft mijn ambtsvoorganger op 21 december een brief naar de Kamer gestuurd. Ook is er in de afgelopen weken een consultatie geweest voor iedereen die dat wilde, om aan te kunnen geven waar men zelf knellende wetten en regels ziet en waar hardvochtigheden in regels zitten.

Zoals ik ook in het debat op 8 februari heb aangegeven, lopen er dus verschillende trajecten. Daaronder vallen deze trajecten, maar ook de trajecten rondom de aanpassing van de Algemene wet bestuursrecht met betrekking tot een nadere invulling van de evenredigheid. We werken ook aan een visie op de hardheidsclausule, en aan andere manieren om de menselijke maat beter tot uitdrukking te laten komen in wetten en regels. Kortom, we zijn al volop actief. We staan hierover ook in nauw contact met de rechtspraak en de Raad van State. Ik wil de Kamers in ieder geval uiterlijk vóór de zomer van 2022 informeren over het volgen van de hardvochtigheden in wetgeving, de hoofdlijnen van het Awb-wetsvoorstel, en de genoemde beleidsvisie.

Voorzitter. Als ik kijk naar de tekst van deze motie, dan is mijn conclusie dat deze motie het beleid ondersteunt en ook invulling geeft aan datgene wat ik al aan het doen ben. Daarmee kan ik het oordeel over deze motie aan de Kamer laten. Ik wil daar wel één nadrukkelijke opmerking bij maken. Die heeft betrekking op de eerste overweging van de motie. Ik vind namelijk dat de heer Van Rooijen wel vrij nadrukkelijk stelt dat het geen incident meer is dat de rechter wetgeving anders interpreteert dan de oorspronkelijke bedoeling van de wetgever. In de praktijk zie ik ook dat de rechter bij de uitleg nog wel steeds kijkt naar de bedoeling van de wetgever en dat hij daarbij ook nog steeds waarde hecht aan de parlementaire geschiedenis. De rechter ervaart wel dat hij soms in de praktijk maatwerk wil leveren waar de wetgeving geen ruimte voor laat. Ik heb niet het idee dat we van mening verschillen over de interpretatie, maar de eerste overweging in de motie van de heer Van Rooijen vind ik toch iets te hard geformuleerd. Ik zie namelijk dat de rechter nog wel degelijk steeds gebruikgemaakt van de bedoeling van de wetgever, maar dat hij soms ziet dat de wetgeving te weinig ruimte biedt voor de menselijke maat.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, minister.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor dat we na het volgende agendapunt stemmen over de nader gewijzigde motie.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.