Vervolgvragen dataverordening beantwoord



De vervolgvragen van de commissie Justitie en Veiligheid (J&V) van de Eerste Kamer over het Europese voorstel voor een Dataverordening zijn beantwoord. De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid bespraken op 13 september 2022 de antwoorden van de regering op de brief met vragen over het voorstel van de Europese Commissie voor een Dataverordening. De leden van de fracties van GroenLinks, SP en PvdA gezamenlijk en de leden van de PVV-fractie hadden naar aanleiding van de brief nog enkele vragen. Minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft op 8 november 2022 gereageerd op deze brief. De commissie besprak het antwoord op 15 november 2022, samen met het antwoord van de Europese Commissie dat zij eerder al had ontvangen. De commissie besloot beide brieven voor kennisgeving aan te nemen.

Dataverordening en de AVG

De leden van de fracties van GroenLinks, SP en PvdA hebben de minister onder meer om opheldering gevraagd over de scheidslijn tussen persoonsgegevens en niet-persoonsgebonden gegevens. De voorgestelde Dataverordening biedt momenteel geen nadere toelichting over wat 'niet-persoonsgebonden' gegevens zijn, aldus de fractieleden.

De minister antwoordde dat de maatregelen uit de Dataverordening zelf weinig onderscheid maken tussen persoonsgegevens en niet-persoonsgegevens. De belangrijkste waarborgen voor bescherming van persoonsgegevens staan niet in de Dataverordening zelf, maar volgen uit de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming), aldus de minister.

Waarborging van rechten

De leden van de PVV-fractie stelden een vervolgvraag over de vorige brief van de regering, waarin zij aangeeft dat bij algemene noodsituaties overheden onder de Dataverordening alleen data opvragen wanneer een noodsituatie is uitgeroepen volgens de daarvoor bestemde nationale of internationale procedures. In de brief gaf de regering aan dat zij de zorgen van de leden van de PVV-fractie deelt dat dit onvoldoende waarborgen biedt voor onder meer de bescherming van grondrechten. De PVV-fractieleden vragen of de minister zo gedetailleerd mogelijk kan delen hoe het onderhandelingsproces van Nederland op Europees niveau verloopt.

De minister antwoordde dat zij het parlement zal informeren over het onderhandelingsproces. Verder heeft Nederland in de afgelopen maanden in de onderhandelingen actief ingezet op grondige wijzigingen van dit onderdeel van de Dataverordening. Voor het verwijderen van dit onderdeel van het voorstel of het verwijderen van de grondslag voor gegevensverwerking uit het voorstel is volgens de minister geen draagvlak. Het kabinet zet zich er nu voor in dat deze bevoegdheid alleen bij hoge uitzondering kan worden gebruikt en de risico's voor fundamentele rechten worden verminderd.

Dataverordening

Met een dataverordening wil de Europese Commissie de toegang tot en het gebruik van data vergemakkelijken. Momenteel heeft meestal alleen de fabrikant van een product of dienst zeggenschap over het gebruik van de data die hiermee wordt gegenereerd. Volgens de Europese Commissie draagt het reguleren van de toegang tot data bij aan een duurzame data-economie in Europa.

Het voorstel heeft vijf doelstellingen:

  • 1. 
    De toegang en het gebruik van data door consumenten en bedrijven vergemakkelijken;
  • 2. 
    Wanneer sprake is van uitzonderlijke noodzaak mogen overheidsinstanties en EU-instellingen data gebruiken die in handen zijn van ondernemingen;
  • 3. 
    Het overstappen tussen cloud - en edge diensten vergemakkelijken;
  • 4. 
    Onrechtmatige data-overdracht tegengaan;
  • 5. 
    Interoperabiliteitsnormen ontwikkelen, zodat data tussen sectoren kunnen worden hergebruikt.

Voordat de verordening van kracht wordt, moeten de Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement het voorstel goedkeuren. De Europese Commissie hoopt dat de onderhandelingen hiervoor begin 2023 van start kunnen gaan.


Lees meer:


Deel dit item: