Antwoord op vragen verantwoord ondernemen



De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) stelde in december 2022 aanvullende vragen aan de regering over het Europese voorstel voor een richtlijn over internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO). Het voorstel heeft als doel bedrijven te stimuleren bij te dragen aan de eerbiediging van mensenrechten en milieu in de eigen activiteiten en via hun waardeketens. Minister Schreinemacher voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) heeft deze vragen op 14 februari 2023 beantwoord. De commissie besprak het antwoord van de minister op 7 maart 2023 en besloot dit voor kennisgeving aan te nemen.

Uitvoerbaarheid bedrijfsleven

De leden van de VVD-fractie vroegen de minister onder meer naar de uitvoerbaarheid van het voorstel voor het bedrijfsleven. De Raad voor Regelgevingstoetsing (RSB), een onafhankelijk adviesorgaan voor de Europese instellingen, heeft twee keer eerder voorstellen terugverwezen omdat deze moeilijk uitvoerbaar zouden zijn. De leden wilden weten of en op welke manier deze zorgen in het huidige voorstel zijn weggenomen. De minister antwoordde dat de Europese Commissie op basis van het advies van de RSB het voorstel heeft gewijzigd. Daarnaast zijn er in het standpunt van de Europese Raad over het voorstel, mede onder druk van Nederland, verdere wijzigingen opgenomen die de uitvoerbaarheid ten goede komen, volgens Schreinemacher.

OESO-richtlijnen

Volgens de leden van de fracties van D66 en GroenLinks zijn de richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) de ondergrens waar IMVO-wetgeving aan moet voldoen. Ze wijzen erop dat het Europese voorstel echter afwijkt van de OESO-richtlijnen. De leden vroegen onder andere welke conclusies de minister trekt voor het nationale wetgevingstraject als het Europese voorstel niet voldoet aan deze internationaal afgesproken norm. De minister antwoordde dat Nederland in de onderhandelingen heeft ingezet op overeenstemming met internationale IMVO-richtlijnen, waarbij de OESO-richtlijnen leidend zijn. Verder gaf Schreinemacher aan dat de regering het Nederlandse wetgevingstraject heeft gepauzeerd naar aanleiding van het initiatiefvoorstel van de Tweede Kamer Verantwoord en duurzaam internationaal ondernemen en de mogelijkheden onderzoekt voor een breed gesteund wetsvoorstel.

Europese Procedure

De Europese Commissie publiceerde het voorstel op 23 februari 2022. Tijdens de bijeenkomst van de Raad Concurrentievermogen op 1 en 2 december 2022 kwamen de EU-landen tot een gezamenlijk standpunt. In aanloop naar de Raad heeft het voorzitterschap voorgesteld om de toepassing van de verplichtingen op klantrelaties van financiële instellingen optioneel te maken voor de lidstaten. Onder meer Nederland was hierover kritisch.

Ook het Europees Parlement is begonnen met de behandeling van het voorstel. Het Parlement streeft ernaar in het voorjaar 2023 tot een standpunt te komen. Daarna kan de triloog (onderhandelingen tussen de Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie) beginnen om tot een definitieve richtlijn te komen.

Lees meer:

E220013 - Voorstel voor een Richtlijn inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid - Europese Berichtgeving Eerste Kamer


Deel dit item: