De Staten-Generaal ontvingen maandag 3 juni Denis Bećirović, Voorzitter van het Presidentschap van Bosnië en Herzegovina. Bećirović sprak met Eerste Kamervoorzitter Jan Anthonie Bruijn en Tweede Kamervoorzitter Martin Bosma over thema’s als vrede en veiligheid, het lidmaatschap van de Europese Unie en van de NAVO.
Tijdens de ontmoeting met Bećirović memoreerden beide Kamervoorzitters de val van Srebrenica in juli 1995, bijna 29 jaar geleden. Zo prees Eerste Kamervoorzitter Jan Anthonie Bruijn het uitroepen van 11 juli tot Internationale Dag ter Herdenking van de Genocide in Srebrenica in 1995 door de Verenigde Naties: ‘Het is belangrijk dat niet alleen de getroffen landen en de regio de genocide herdenken, maar dat de herdenking wereldwijd wordt erkend.’ Bosma voegde daaraan toe: ‘Deze zwarte bladzijde, een diep gevoeld trauma, zal onze landen voor eeuwig verbinden’.
Het gesprek ging ook over de EUFOR Althea-missie, het verder versterken van de diplomatieke betrekkingen en het belang van sociale stabiliteit en vreedzame co-existentie in de Westelijke Balkan, zeker nu er een oorlog woedt op het Europese continent. Internationale ontvangsten als deze dragen bij aan wederzijds begrip, zo besloten ze, en vergroten de betrokkenheid. Bećirović bedankte voor de ontvangst en zei dat Bosnië en Herzegovina belangrijke stappen voorwaarts heeft gezet richting lidmaatschap van de Europese Unie. Zijn land is in historische, culturele en sociologische zin onderdeel van Europa en draagt dezelfde waarden uit.
Deel dit item: