In Kopenhagen kwamen van 30 november tot 2 december leden van de commissies Europese Zaken van de nationale parlementen van de Europese Unie (EU) bijeen. Zij spraken over de resultaten van de prioriteiten van het Deense EU-voorzitterschap, het EU-handelsbeleid, landbouw en duurzaamheidsbeleid, uitbreiding van de EU en rechtsstatelijkheid. Vanuit de Eerste Kamer namen Bastiaan van Apeldoorn (SP), voorzitter van de commissie voor Europese Zaken, en Martin van Rooijen (50PLUS) deel aan deze zogeheten COSAC-vergadering.
Van Apeldoorn pleitte er in de sessie over internationale handel voor dat de EU in de handelsbetrekkingen met de Verenigde Staten een duidelijke rode lijn moet trekken, met name als het aankomt op bescherming van EU-wetgeving. Ook riep hij op tot respect voor rechten van werknemers, mensenrechten, milieunormen en andere wet- en regelgeving in handelsrelaties met andere landen.
In de sessie over uitbreiding van de EU en rechtsstatelijkheid benadrukte Van Apeldoorn het belang van rechtsstatelijkheid en opperde de vraag hoe ervoor te zorgen dat de Kopenhagencriteria ook na toetreding tot de Unie worden nageleefd. Bestaande EU-instrumenten kunnen worden versterkt, maar het vraagt mogelijk ook interne hervormingen om hierin verder te kunnen gaan.
Tijdens de COSAC-bijeenkomsten komen leden van de commissies Europese Zaken van de nationale parlementen van EU-lidstaten en het Europees Parlement samen. Dit biedt parlementariërs de mogelijkheid om Europese beleidsonderwerpen te bespreken met hun collega's uit andere Europese landen en vertegenwoordigers van de EU-instellingen.