E060138 - Mededeling: Het bestuur binnen de Europese consensus over het ontwikkelingsbeleid Naar een geharmoniseerde aanpak in de Europese Unie
In COM(2006)421 zet de Europese Commissie haar lange termijnvisie uiteen met betrekking tot de Europese Consensus-aanpak voor ontwikkelingssamenwerking en met name het bevorderen van goed bestuur in de wereld (good governance). De Europese Commissie koppelt deze aanpak met de Milleniumdoelen (MDG's) van de Verenigde Naties en stelt dat goed bestuur de basis is voor het halen van deze doelen. Met onderhavige mededeling beoogt de Europese Commissie een geharmoniseerde aanpak voor ontwikkelingssamenwerking binnen de EU en daarbuiten.
De Europese Commissie hanteert in dit verband een brede definitie van goed bestuur, waarbij zij er vanuit gaat dat het totstandbrengen van goed democratisch bestuur een lange termijnproces is waarbij partnerlanden ondersteund moeten worden bij hun hervormingen. Het ontwikkelen van goed bestuur kan niet van buitenaf worden opgelegd, dus moeten lidstaten volgens de Europese Commissie de dialoog met partnerlanden aangaan zodat hervormingen in een land van binnenuit tot stand worden gebracht. De EU en haar lidstaten moeten in dit verband bijdragen aan situaties waarin partnerlanden worden geprikkeld te hervormen. Vanuit dit uitgangspunt gaat de Europese Commissie vervolgens in op verschillende regio's -Afrika, de Caraïben en de landen in de Stille Oceaan (ACP-landen), Zuid-Amerika en Azië- waarbij zij de specifieke beleidspunten benoemt.
Om een geharmoniseerde aanpak te bewerkstelligen stelt de Europese Commissie dat er overeenstemming bereikt moet worden over de volgende punten:
-
-Gesprekken met afzonderlijke partnerlanden over bestuurshervormingen zouden plaats moeten vinden met zowel de betreffende lidstaten als de Europese Commissie. Dit zou moeten leiden tot afgestemde bijdragen aan hervormingsprogramma's.
-
-De EU gaat een nieuw systeem van prikkels opzetten voor ACP-landen en Afrika waarbij zij aanspraak kunnen maken op drie miljard euro. De EU zal ook politieke en financiële steun verlenen aan de African Peer Review Mechanism.
Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.
document Europese Commissie
COM(2006)421, d.d. 30 augustus 2006
commissie Eerste Kamer
beleidsterreinen
verwant dossier
De commissie Europese Samenwerkingsorganisaties heeft tijdens de vergadering op 26 september 2006 besloten onderhavige mededeling onder de aandacht te brengen van de commissie voor ontwikkelingssamenwerking.
Op 28 november 2006 besloot de commissie voor Ontwikkelingssamenwerking dat zij in het verlengde van een themadebat over de Europese Consensus een aantal schriftelijke vragen zal voorleggen aan de minister voor Ontwikkelingssamenwerking. De commissie is van mening dat enige urgentie bij een geharmoniseerde aanpak in de EU is geboden. Deze brief werd op 4 december 2006 verstuurd.
De reactie (plus bijlage) van de minister van Ontwikkelingssamenwerking werd besproken tijdens een commissievergadering van de commissie voor Ontwikkelingssamenwerking op 30 januari 2007. Besloten werd de onderhavige mededeling te betrekken bij een komend beleidsdebat.
In fiche drie oordeelt de regering positief over de subsidiariteit en proportionaliteit van deze mededeling. De regering stelt dat communautair optreden schaalvoordelen oplevert en dat de EU als grote donor veel invloed heeft op ontvangende landen. De regering vindt de voorgestelde aanpak proportioneel omdat met de gekozen middelen van financiële steun en politieke dialoog de beste resultaten kunnen worden geboekt wanneer gestreefd wordt naar een coherente en gecoördineerde aanpak van democratisch bestuur. De regering geeft aan dat zij naast deze middelen aandacht gevraagd heeft voor het ontwikkelen verantwoordingsprocessen.
De regering geeft in haar standpuntbepaling aan dat zij deze mededeling steunt omdat zij ook het belang van goed bestuur onderschrijft als een voorwaarde voor een breder ontwikkelingsproces. De regering geeft aan dat een coherente en gecoördineerde aanpak naar derde landen toe meer efficiëntie oplevert dan wanneer het betreffende land met verschillende landen afzonderlijk om de tafel moet zitten. Ten slotte stelt de regering dat het Europees beleid voor goed bestuur veel overeenkomsten heeft met het Nederlands beleid op dit gebied.
Goed bestuur in ontwikkelingslanden is uitgegroeid tot prioriteit binnen het ontwikkelingsbeleid van talrijke donoren. Om duurzame ontwikkeling te bereiken is goed bestuur een belangrijke voorwaarde. Daarnaast wordt algemeen aangenomen dat ontwikkeling, respect voor mensenrechten en vrede en veiligheid elkaar wederzijds versterken. De Europese Unie wil zich met een gecoördineerde Europese aanpak positioneren binnen het internationale debat over goed bestuur. In het kader van internationale afspraken over harmonisatie (Paris Declaration) en de effectiviteit van hulpgelden, legt de Europese Commissie met de eind augustus gepubliceerde mededeling Goed Bestuur de basis voor een geharmoniseerde lange termijn benadering van goed bestuur binnen ontwikkelingssamenwerking.
Het uitgangspunt van de mededeling is, dat het onmogelijk is armoede te bestrijden zonder vorderingen op het gebied van de economische, sociale, ecologische en politieke aspecten van bestuur. Concrete doelstellingen die staten en overheidsinstellingen zouden moeten nastreven om goed bestuur te bereiken zijn onder andere respect voor de rechtsstaat, bescherming van de mensenrechten, democratisch bestuur en armoedebestrijding.
De EU beschikt over uiteenlopende instrumenten die goed bestuur kunnen bevorderen, zoals politieke dialoog, maatregelen voor conflictpreventie, samenwerking met regionale en internationale organisaties, thematische programma's en verkiezingswaarneming. Politieke dialoog en programmering van ontwikkelingsamenwerking worden intensief gebruikt in de relaties met ontwikkelingslanden. Met behulp van deze instrumenten worden de hervormingsbehoeften in ontwikkelingslanden geëvalueerd, verandering gestimuleerd en steunmaatregelen vastgesteld.
Het doel van de mededeling goed bestuur is om een gemeenschappelijke en coherente aanpak te ontwikkelen om het democratisch bestuur in ontwikkelingslanden te bevorderen. Een essentieel onderdeel van goed bestuur is de betrokkenheid van ontvangende landen. De EU benadrukt dat goed bestuur meer is dan corruptiebestrijding. Corruptie is een symptoom van slechte bestuurspraktijken en van het ontbreken van transparantie en controlemechanismen. De mededeling richt zich vooral op landen in Afrika, het Caraïbisch gebied en de landen rond de Stille Oceaan. Daarnaast richt een deel van het programma zich ook op andere landen en regio's. Voor de uitvoering van de mededeling zijn geen extra fondsen beschikbaar. Deze wordt met name gefinancierd uit het 10e Europese Ontwikkelings Fonds (EOF). Het restant wordt gefinancierd uit reeds bestaande fondsen van de Europese Unie.
In haar bijeenkomst van 16 oktober 2006 heeft de Raad de volgende conclusies aangenomen met betrekking tot dit dossier.
-
1.De Raad is ingenomen met de mededeling van de Europese Commissie en ondersteunt haar beginselen en inhoud.
-
2.De Raad stelt dat raadsinstanties, de Europese Commissie en de lidstaten samen moeten werken om coherent beleid op te stellen voor derde landen.
-
3.De Raad is tevreden met hervormingsprogramma zoals het 10de Europees Ontwikkelingsfonds en de African Peer Review Mechanism.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.