E060178 - Voorstel voor een Richtlijn ter aanpassing van richtlijn 92/49/EEC en de richtlijnen 2002/83/EC, 2004/39/EC, 2005/68/EC en 2006/48/EC met betrekking tot grensoverschrijdende fusies en overnames in de financiële sector
Tijdens de informele Ecofin van Scheveningen (2004) is geconstateerd dat grensoverschrijdende overnames in de financiële sector achterblijven bij overnames in andere sectoren. Naar aanleiding hiervan heeft de Europese Commissie de obstakels voor grensoverschrijdende overnames geïnventariseerd. Een van de obstakels bleek het goedkeuringsproces door de financiële toezichthouders bij overnames, dat onvoldoende consistent en transparant is. Het onderhavige richtlijnvoorstel betreft wijzigingen in het goedkeuringsproces, zodat dit aan consistentie en transparantie wint.
Behandelfase Eerste Kamer: implementatietraject gestart.
document Europese Commissie
COM(2006)507, d.d. 12 september 2006
commissie Eerste Kamer
beleidsterrein
Richtlijn 2007/44/EG diende voor 21 maart 2009 geïmplementeerd te zijn. De implementatiedatum is verstreken en er loopt inmiddels een ingebrekestellingsprocedure tegen Nederland.
Op 19 april 2011 heeft de Eerste Kamer een wijziging van de Wet financieel toezicht aan (zie kamerstukken in de serie 32292) als hamerstuk afgedaan.
De commissie Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO) heeft tijdens de vergadering op 16 januari 2007 besloten het onderhavige richtlijnvoorstel onder de aandacht te brengen van de commissie Financiën.
De commissie Financiën heeft onderhavig dossier tijdens de vergadering op 6 februari 2007 besproken en de commissie deelt de twijfel van het kabinet over een implementatietermijn van 6 maanden na publicatie van de richtlijn. Voorts vraagt zij het kabinet of het niet hebben van vaste beoordelingscriteria voor prudentioneel toezicht protectionistisch handelen van de lidstaten niet in de hand werkt.
Op 21 februari 2007 heeft de minister van Financiën de vragen van de commissie Financiën per brief beantwoord. De brief is in de commissievergadering van 27 februari 2007 voor kennisgeving aangenomen.
Op 6 december 2006 heeft de staf van de commissie Europese Zaken van de Tweede Kamer een advies opgesteld met betrekking tot de behandeling van onderhavig voorstel.
Tijdens het Algemeen Overleg dat de commissie voor Financiën op 25 januari 2007 heeft gevoerd met minister Zalm van Financiën is de ontwerprichtlijn ook aan de orde gesteld.
In fiche één oordeelt de regering positief over de subsidiariteit en proportionaliteit van onderhavig voorstel. De regering stelt dat het voorstel betrekking heeft op grensoverschrijdende overnames, iets wat niet nationaal geregeld kan worden. Voorts is een richtlijn het geschikte middel om de bestaande richtlijnen te wijzigen. Het voorstel bevat tevens de proportionele maatregelen om de doelen van meer transparantie en consistentie te bereiken.
De regering geeft aan dat naar aanleiding van het onderhavige voorstel de Wet op het financieel toezicht aangepast moet worden om de verzwaarde rol van de toezichthouder (De Nederlansche Bank, DNB) vast te leggen. In het licht van de benodigde aanpassingen, lijkt de voorgestelde implementatiedatum van 6 maanden na publicatie van de richtlijn onhaalbaar.
In haar standpuntbepaling geeft de regering aan dat transparant en consistente procedures van belang zijn om grensoverschrijdende overnames te stimuleren. Hiernaast is het van belang dat deze procedures proportioneel zijn in het licht van het doel dat zij dienen. De beoordeling moet daarom een gesloten lijst zijn van criteria die allemaal prudentieel van aard zijn. Ten tweede schenkt de regering bijzondere aandacht aan de verdeling van verantwoordelijkheden onder de toezichthouders. Tussen de toezichthouders bestaan verschillen in kennis en ervaring met bepaalde ondernemingen. De regering vindt het van belang dat de toezichthouders samen werken om tot een juiste beoordeling te komen.
Tijdens de informele Ecofin van Scheveningen (2004) is geconstateerd dat grensoverschrijdende overnames in de financiële sector achterblijven bij overnames in andere sectoren. Naar aanleiding hiervan heeft de Europese Commissie de obstakels voor grensoverschrijdende overnames geïnventariseerd. Een van de obstakels bleek het goedkeuringsproces door de financiële toezichthouders bij overnames, dat onvoldoende consistent en transparant is. Het onderhavige richtlijnvoorstel betreft wijzigingen in het goedkeuringsproces, zodat dit aan consistentie en transparantie wint.
Om dit te bereiken, wordt een aantal voorstellen gedaan door de Commissie. De belangrijkste worden hieronder kort uiteengezet. De Commissie stelt voor om bij het goedkeuringsproces een gesloten lijst van prudentiële criteria te hanteren aan de hand waarvan de toezichthouder kan beoordelen of de financiële staat van de overnemende partij afdoende is om de overname te doen. Een gesloten en prudentieel toezichtkader bevordert een transparant en consistent goedkeuringsproces. Daarnaast stelt de Commissie voor de huidige termijn voor het goedkeuringsproces in te korten. De huidige termijn van 3 maanden heeft nu soms tot gevolg dat het juiste moment, waarop een overname kan worden bewerkstelligd, voorbij is voordat het goedkeuringsproces is afgerond. Een andere wijziging die de Commissie voorstelt is de introductie van het recht voor de Commissie om de documenten op te vragen die gebruikt zijn bij het goedkeuringsproces en de redenen voor goedkeuring of afkeuring. Momenteel beoordelen zowel de toezichthouder van de overnemende partij als de toezichthouder van de over te nemen partij het verzoek om goedkeuring van de overname. Het richtlijnvoorstel regelt dat er bij het goedkeuringsproces nog maar één toezichthouder is als aanspreekpunt, namelijk de toezichthouder van de over te nemen partij.
Richtlijn 2007/44/EG werd op 5 september 2009 ondertekend door de Raad en het Europees Parlement en gepubliceerd in Pb EU L247 d.d. 21 september 2009.
Op 27 maart 2007 is tijdens de ECOFIN-raad een politiek akkoord bereikt over onderhavig richtlijnvoorstel.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.