E100007
Laatste revisie: 07-06-2011

E100007 - Procedurerichtlijn



Op 1 juni 2011 heeft de Europese Commissie een herzien voorstel voor de Procedurerichtlijn gepubliceerd. De behandeling van dat voorstel vindt u in E110027

Het voorstel wijzigt de richtlijn die minimumnormen geeft voor procedures bij het toekennen of het intrekken van de vluchtelingenstatus. De wijziging moet een einde maken aan de grote verscheidenheid aan procedures in de EU, zodat asielzoekers in alle lidstaten van de EU een gelijkelijk en degelijk onderzoek krijgen wanneer zij een beroep doen op internationale bescherming. Voorkomen moet worden dat vluchtelingen worden teruggestuurd naar een land waar zij vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag hebben te vrezen (non-refoulement). Doel is een Europese asielprocedure, zodat overal in de Europese Unie een betere toegang komt tot asielprocedures, met als doel dat in iedere lidstaat een asielverzoek tot eenzelfde uitkomst leidt.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.

Europees

Op 1 juni 2011 heeft de Europese Commissie een herzien voorstel voor de Procedurerichtlijn gepubliceerd. De behandeling van dat voorstel vindt u in E110027

nationaal

Op 10 mei 2011 heeft de commissie besloten op 28 juni 2011 een mondeling overleg te voeren met de minister voor Immigratie & Asiel over onder meer het Gemeenschappelijk Asielstelsel. Hierbij wordt de reactie van de minister op de commissiebrief van 5 april 2011 betrokken.


Kerngegevens

volledige titel

Richtlijn betreffende minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de verlening of intrekking van internationale bescherming

document Europese Commissie

COM(2009)554PDF-document, d.d. 21 oktober 2009

rechtsgrondslag

VwEU artikel 78 paragraaf 2

commissie Eerste Kamer

beleidsterreinen

verwante dossiers


Behandeling Eerste Kamer

Tijdens de vergadering van 19 januari 2010 heeft de commissie voor de JBZ-Raad geconstateerd dat de Staatssecretaris van Justitie de brief van de commissie van 23 december 2009 nog niet had beantwoord, terwijl was gevraagd om beantwoording vóór 14 januari 2010.

De commissie besloot mede daarom een voorstel aan de plenaire vergadering te doen om op 26 januari 2010 te besluiten dat de Eerste Kamer de voorstellen van zodanig politiek belang acht dat zij over de behandeling daarvan op bijzondere wijze wenst te worden geïnformeerd (parlementair behandelvoorbehoud). Later werd dit voorstel vervangen door een uitnodiging aan de staatssecretaris om op 2 februari 2010 mondeling overleg met de commissie te voeren. Op 27 januari 2010 heeft de Staatssecretaris van Justitie geantwoord op de brief van 23 december 2009.

De commissie voor de JBZ-raad heeft op 2 februari 2010 een mondeling overleg gevoerd met de staatssecretaris van Justitie over de asielrichtijnen. In de commissievergadering werd dit overleg voorbereid waarbij ook de brief van de staatssecretaris d.d. 27 januari 2010 ter sprake kwam.

Op 9 februari 2010 werd inbreng geleverd voor schriftelijke vragen aan de Europese Commissie door de fractie van GroenLinks. De fracties van D66, SP, PvdD, Yildirim, PvdA, CDA en SGP en ChristenUnie sluiten zich bij deze vragen aan. De fractie van de VVD sluit zich niet aan. Op 16 februari 2010 werd een voorstel voor een brief aan de Europese Commissie aan de plenaire vergadering voorgelegd. De brief aan de Europese Commissie werd diezelfde dag verzonden.

30 juni 2010 heeft de Eerste Kamer een reactie ontvangen van de Europese Commissie (EC) op haar brief van 16 februari 2010. De EC gaat in de brief in op de verschillende vragen die de EK heeft gesteld over de Prodecurerichtlijn en de Kwalificatierichtlijn.

De commissie heeft de brief van de EC 6 juli 2010 voor kennisgeving aangenomen met de opmerking dat de Europese Commissie haar antwoord niet vóór 18 mei 2010, de dag waarop wetsvoorstel 31994 (Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het aanpassen van de asielprocedure) werd behandeld, gereed had.

Op 5 april 2011 heeft de commissie voor de JBZ-Raad naar aanleiding van de bespreking van de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad 11 en 12 april 2011 een brief gestuurd aan de minister voor Immigratie en Asiel over het Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel (GEAS). De commissie verzoekt de minister in de brief om een overzicht van de stand van zaken te geven en daarbij in te gaan op alle voorstellen voor verordeningen en richtlijnen die onderdeel van het GEAS vormen (te weten: E090123, E090124, E090125, E090133a, E100007 en E100008).

Tijdens de vergadering van 10 mei 2011 constateerde de commissie dat de minister voor I&A niet voor de in de brief van 5 april 2011 gestelde reactietermijn heeft gereageerd. De commissie besloot om op 28 juni 2011 een mondeling overleg te plannen over het GEAS en asiel- en immigratiekwesties in den brede.

Op 18 mei 2011 heeft de minister voor Immigratie en Asiel een brief gestuurd over het GEAS. Wat betreft de Procedurerichtlijn stelt de minister dat Nederland in de onderhandelingen heeft aangegeven de doelstellingen van de richtlijn te steunen, maar dat deze richtlijn niet zo gedetailleerd zou moeten zijn dat de gehele inrichting van de asielprocedure op Europees niveau wordt vastgelegd. Een belangrijk punt voor Nederland hierbij is het door ons gehanteerde éénstatussysteem. De onderhandelingen verliepen stroef en er was onvoldoende uitzicht op een akkoord. De Europese Commissie heeft daarom besloten een nieuw voorstel op te stellen. De Commissie consulteert daarbij verscheidene lidstaten (waaronder Nederland) en het Europees Parlement. Het nieuwe voorstel wordt voor de JBZ-raad van juni dit jaar verwacht.  

De commissie voor de JBZ-raad besloot op 24 mei 2011 dat zij de reactie van de minister van Immigratie & Asiel van 18 mei 2011 zal betrekken bij het geplande mondeling overleg van 28 juni 2011. Hierbij zal ook het herziene voorstel voor de procedurerichtlijn betrokken worden.


Behandeling Tweede Kamer

Tijdens een algemeen overleg op 19 mei 2010 heeft de Tweede Kamer gesproken over de Procedurerichtlijn.

De minister van Justitie heeft op 11 maart 2010 een brief met de kabinetsreactie op de brief van de Commissie Meijers van 19 januari jl. (zie paragraaf reacties derden ) naar de Tweede Kamer verzonden.

De Tweede Kamer heeft 20 januari 2010 overleg gevoerd met de minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over onder meer de Procedurerichtlijn.

De commissie voor Justitie liet op 3 december 2009 de Tijdelijke Commissie Subsidiariteitstoets van de Tweede Kamer per brief weten dat zij geen bezwaren ziet met betrekking tot de voorgestelde rechtsgrondslag en de subsidiariteit en proportionaliteit van de voorgestelde maatregelen.

De Tijdelijke Commissie Subsidiariteitstoets (TCS) van de Tweede Kamer stuurde vervolgens op 8 december 2009 een brief naar de Voorzitter van de Tweede Kamer met het verzoek in te stemmen met de conceptbrief aan de Europese Commissie. Een gezamenlijke brief met de Eerste Kamer werd op 15 december 2009 verstuurd. 


Standpunt Nederlandse regering

De Nederlandse regering is volgens het BNC-fiche voorstander van harmonisering van de Europese asielsystemen om zodoende voor 2012 te komen tot een Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel (GEAS), conform het migratiepact en bevestigd door de Europese Raad van afgelopen juni. Een geharmoniseerd asielstelsel moet volgens Nederland uiteindelijk leiden tot een situatie waarin asielaanvragen in heel Europa op gelijke wijze worden beoordeeld. Alleen dan kunnen EU-lidstaten volwaardig samenwerken, worden subsidiaire asielstromen maximaal beperkt en kan solidariteit worden betracht met de lidstaten met de grootste asielinstroom.

De Nederlandse regering zal in de onderhandelingen over de richtlijn bespreken in hoeverre de in de richtlijn gegeven minimumnormen verder in overeenstemming kunnen worden gebracht met de Nederlandse regelgeving, waaronder het wetsvoorstel Wijziging van de Vreemdelingenwet (aanpassing asielprocedure). Dit betreft bijvoorbeeld het door Nederland gehanteerde éénstatussysteem. Dit voorkomt doorprocederen om een andere beschermingsstatus, omdat de ene status meer bescherming geeft dan de andere.

Wat betreft de organisatie van de procedure zal Nederland in Europees verband aangeven een grotere flexibiliteit van de inrichting daarvan binnen het Europese procedurele raamwerk na te streven. Bij het oordeel over de proportionaliteit is hierop al ingegaan. Het betreft hier bijvoorbeeld de vereisten ten aanzien van de beslissingsautoriteit. In het voorstel is opgenomen dat er een bevoegde autoriteit is die wordt belast met de registratie van verzoeken om internationale bescherming, en dat de lidstaten zorgen voor voldoende en competent en gespecialiseerd personeel, opleidingen en trainingsprogramma's. Naar het oordeel van Nederland zou de kernvraag moet zijn of de bevoegde instantie in staat is de internationale instrumenten die zien op internationale bescherming goed uit te voeren. Naar het oordeel van Nederland is het aan de nationale overheden om de autoriteiten in te richten en ervoor te zorgen dat deze competent en voldoende toegerust zijn.

De inzet van de Nederlandse regering is te komen tot volledige harmonisatie, maar hiertoe zijn nog verdere stappen nodig. Op onderdelen zal Nederland in onderhandeling treden over de aanpassing van de richtlijn. Enerzijds is dit omdat Nederland kanttekeningen heeft bij de door de Commissie gegeven invulling van de bescherming en anderzijds om te bezien in hoeverre de financiële en juridische gevolgen van de aanpassing en verbreding van de in de richtlijn gegeven minimumnormen verder in overeenstemming kunnen worden gebracht met de Nederlandse regelgeving. Indien de kosten en juridische implicaties van de definitieve richtlijn tegenvallen zal Nederland mogelijk alsnog een genuanceerder standpunt innemen over de wijziging van de richtlijn


Samenvatting voorstel Europese Commissie

De onderhandelingen naar aanleiding van het Commissievoorstel van oktober 2009 boden destijds onvoldoende uitzicht op een akkoord. De Europese Commissie heeft daarom op 1 juni 2011 een nieuw, herzien voorstel gepubliceerd. Het voorstel en infor,atie daarover vindt u in E110027.

Het voorstel wijzigt de richtlijn die minimumnormen geeft voor procedures bij het toekennen of het intrekken van de vluchtelingenstatus. De wijziging moet een einde maken aan de grote verscheidenheid aan procedures in de EU, zodat asielzoekers in alle lidstaten van de EU een gelijkelijk en degelijk onderzoek krijgen wanneer zij een beroep doen op internationale bescherming. Voorkomen moet worden dat vluchtelingen worden teruggestuurd naar een land waar zij vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag hebben te vrezen (non-refoulement). Doel is een Europese asielprocedure, zodat overal in de Europese Unie een betere toegang komt tot asielprocedures, met als doel dat in iedere lidstaat een asielverzoek tot eenzelfde uitkomst leidt.

Het voorstel hangt samen met het voorstel van de Commissie voor de wijziging van de zogenoemde kwalificatierichtlijn die minimumnormen geeft voor de erkenning als asielzoeker en met de verordening tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) dat de lidstaten op praktisch niveau gaat ondersteunen.

De Commissie geeft aan dat de aanpassing van de richtlijn een verdere stap is naar een Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel (GEAS). Ondanks de maatregelen in de bestaande richtlijn maakt het volgens de Commissie voor asielzoekers nog steeds een groot verschil in welke lidstaat van de EU zij internationale bescherming vragen. Dat komt mede door onduidelijkheid in de bestaande richtlijn waarin de meeste procedureregels optioneel zijn. De Commissie vindt de wijziging in de procedurerichtlijn op de korte termijn nodig om te komen tot efficiënte en eerlijke asielprocedures, waarmee op de langere termijn een weg wordt ingeslagen naar een gemeenschappelijk Europees asielstelsel.

De EC heeft 8 september 2010 een verslag gepubliceerd over de toepassing van richtlijn 2005/85/EG betreffende de minimumnormen voor de procedures on de lidstaten voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus (E090116). De Commissie concludeert dat sommige facultatieve bepalingen en afwijkingen ertoe hebben bijgedragen dat in de EU verschillende regelingen tot stand zijn gekomen en dat er aanzienlijke verschillen zijn tussen de lidstaten wat de procedurele waarborgen betreft. Procedureverschillen, die worden veroorzaakt door vaak vage en dubbelzinnige normen, kunnen alleen worden aangepakt door een wijziging van de wetgeving. Dienovereenkomstig en op basis van een grondige evaluatie van de toepassing van de richtlijn heeft de Commissie op 21 oktober 2009 een voorstel goedgekeurd voor de herschikking van de richtlijn teneinde de vastgestelde tekortkomingen te verhelpen (E100007).


Behandeling Raad

JBZ-raad 9-10 juni 2011 (agendapunt 1 en 3)

De Europese Commissie heeft op 21 oktober 2009 onderhavig voorstel gepubliceerd voor de wijziging van de Richtlijn Asielprocedures. De onderhandelingen naar aanleiding van het huidige Commissievoorstel van oktober 2009 boden destijds onvoldoende uitzicht op een akkoord. De Commissie zal daarom tijdens de Raad een nieuw, herzien voorstel presenteren.

Nederland ondersteunt een verdere harmonisatie van de bepalingen in de procedurerichtlijn in combinatie met praktische samenwerking en het delen van verantwoordelijkheid en solidariteit, zowel binnen als buiten de EU.

JBZ-Raad 11-12 april 2011 (agendapunt 5)

Het Voorzitterschap lichtte de stand van zaken van de totstandkoming van het GEAS toe.

De Commissie verklaarde dat er een belangrijk onderdeel van het asielpakket is afgerond met de goedkeuring van de wijziging van de richtlijn Langdurig Ingezetenen. Er wordt voortgang geboekt op de Kwalificatierichtlijn, maar volgens de Commissie staat er een aantal punten open die in de triloog met het Europees Parlement de komende weken besproken dient te worden. De Commissie erkende de inspanningen van het Voorzitterschap op de Dublinverordening, en hoorde het verzoek van de Raad aan om de Eurodacverordening uit te breiden met toegang voor rechtshandhavingsautoriteiten. Daarnaast wees de Commissie op de noodzaak van voortgang op beide dossiers, inclusief het urgentiemechanisme in de Dublinverordening, dat alleen onder strikte voorwaarden open zal staan voor lidstaten die volledig aan het asielacquis voldoen.

Ten behoeve van de JBZ-Raad van juni a.s. zal de Commissie haar gewijzigde voorstellen indienen op zowel de Procedure- als de Opvangrichtlijn.

De minister van Justitie en BZK heeft 6 augustus 2010 een brief gestuurd aan de Eerste Kamer met het verslag van de informale JBZ-Raad van 15 en 16 juli 2010. Uit het verslag blijkt dat de Raad concludeerde dat voor de behandeling van de Procedurerichtlijn meer tijd nodig is.

Tijdens de JBZ-Raad van 30 november 2009 werd ook gesproken over onderhavig voorstel. Enkele lidstaten, waaronder Nederland, uitten zich positief over de voorstellen voor aanpassing van de procedure- en kwalificatierichtlijnen. Reagerend op de inbreng van andere lidstaten, waarin werd aangegeven dat het overgrote deel van de asielzoekers misbruik maakt van de asielprocedure en dat de voorstellen pullfactoren vormen, stelde staatssecretaris Albayrak de retorische vraag of het GEAS het probleem is of de oplossing van het probleem. Zij gaf aan de nieuwe voorstellen zo te hebben begrepen dat ze beogen de procedures efficiënter te maken en dat zij nergens in de voorstellen doemscenario's heeft gelezen. De staatssecretaris noemde als concreet positief punt dat asielprocedures gemaximeerd worden tot zes maanden.

De Commissie was het met staatssecretaris Albayrak eens dat de voorstellen niet gekarikaturiseerd moeten worden: de Commissie heeft geen bepaling over gezinshereniging opgenomen in de kwalificatierichtlijn en meent dat bij duidelijk ongegronde verzoeken altijd een versnelde procedure mag worden gebruikt. Ten slotte bracht de Commissie het Pact in herinnering waarin de lidstaten zich hebben gecommitteerd om verder te gaan met harmonisatie.

Het Voorzitterschap concludeerde dat het debat duidelijk heeft gemaakt dat sprake is van politieke kernkwesties waar verder aan gewerkt moet worden.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 15 december 2010 is het ontwerpverslag van rapporteur Guillaume gepubliceerd.

Op 16 maart 2011 heeft de LIBE-commissie het voorstel voor een procedurerichtlijn geamendeerd. De Europese Commissie heeft aangekondigd in de komende maanden met een herzien voorstel te komen. De amendementen van de LIBE-commissie willen hieraan bijdragen. 

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling EESC

Op 28 april 2010 heeft het EESC een advies gepubliceerd over onderhavige richtlijn.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

Op 12 mei 2010 heeft VluchtelingenWerk Nederland een brief gestuurd aan de Tweede Kamer (TK) ten behoeve van het algemeen overleg dat de TK 19 mei 2010 voert met de minister van Justitie inzake het Europees en Nederlands asielbeleid.

Bij brief van 4 februari 2010 heeft de Commissie Meijers een notitie over dit voorstel voor een richtlijn aan de Eerste Kamer aangeboden.

Bij brief van 19 januari 2010 heeft de Commissie Meijers de Eerste Kamer geadviseerd een parlementair behandelvoorbehoud te plaatsen bij dit voorstel voor een richtlijn.


Alle bronnen