E100008
Laatste revisie: 24-10-2013

E100008 - Kwalificatierichtlijn



Het voorstel wijzigt en geeft daarmee een verruiming aan de richtlijn die minimumnormen geeft voor de erkenning als vluchteling en als persoon die in aanmerking komt voor subsidiaire bescherming. Het voorstel geeft aan wat de verleende bescherming inhoudt, hierbij wordt ook rekening gehouden met de specifieke integratieproblemen waarmee de persoon die internationale bescherming zoekt wordt geconfronteerd. De richtlijn beoogt met name verduidelijking van een aantal juridische begrippen, het nader tot elkaar brengen van de rechten en voorzieningen die aan vluchtelingen en subsidiair beschermden worden verleend, en integratie in de EU van vreemdelingen aan wie bescherming is verleend te vergemakkelijken.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.

nationaal

Op 28 maart 2014 werd de wet ter implementatie van de kwalificatierichtlijn over personen die internationale bescherming genieten (33.581), bekendgemaakt in het Staatsblad.

Europees

Richtlijn 2011/95/EUPDF-document werd op 13 december 2011 ondertekend door de Raad en het Europees Parlement.


Kerngegevens

volledige titel

Voorstel voor een richtlijn inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, en de inhoud van de verleende bescherming (herschikking)

document Europese Commissie

COM(2009)551PDF-document, d.d. 23 oktober 2009

rechtsgrondslag

VwEU artikel 78 paragraaf 2

commissie Eerste Kamer

beleidsterreinen

verwante dossiers


Implementatie

Richtlijn 2011/95/EUPDF-document werd op 13 december 2011 ondertekend door de Raad en het Europees Parlement en gepubliceerd in Pb EU L377 d.d. 20 december 2011. De richtlijn dient voor 21 december 2013 geïmplementeerd te zijn.

Implementatie zal geschieden middels een Wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met de implementatie van richtlijn 2011/95/EU inzake normen voor de erkenning van onderdanen van derde landen of staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, voor een uniforme status voor vluchtelingen of voor personen die in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming, en voor de inhoud van de verleende bescherming. Ook bleek het nodig het Voorschrift Vreemdelingen 2000 te wijzigen in verband met de implementatie van richtlijn 2011/95/EU.

Bron: Kwartaaloverzicht omzetting EG-Richtlijnen, stand per 1 oktober 2013.


Behandeling Eerste Kamer

De commissie voor Immigratie & Asiel/JBZ-Raad nam op 13 december 2011 de brief van de minister voor Immigratie en Asiel van 6 december 2011 voor kennisgeving aan.

Tijdens de vergadering van 17 november 2009 heeft de commissie voor de JBZ-Raad besloten de behandeling aan te houden totdat het advies van de Tweede Kamer bekend is.

Op 8 december 2009 besloot de commissie voor de JBZ-raad de Eerste Kamer met betrekking tot de subsidiariteitstoets te adviseren dat voor het voorstel voldoende rechtsgrondslag in de Unieverdragen bestaat en dat het voorstel in overeenstemming is met de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit.

Op 15 december 2009 werd inbreng geleverd voor vragen aan de regering door de fracties van het CDA en GroenLinks. De fracties van de PvdA, D66 en de SP sloten zich aan bij de vragen van GroenLinks.

Het advies met betrekking tot de subsidiariteitstoets werd op 15 december 2009 aan de plenaire vergadering voorgelegd. Nadat de Eerste Kamer ingestemd had met dit advies is er een gezamenlijke brief van de Staten-Generaal naar de Europese Commissie gestuurd.

De commissie voor de JBZ-Raad heeft op 22 december 2009 de brief met enige wijzigingen vastgesteld en op 23 december 2009 verzonden aan de staatssecretaris van Justitie.

Tijdens de vergadering van 19 januari 2010 heeft de commissie voor de JBZ-Raad geconstateerd dat de staatssecretaris van Justitie de brief van de commissie van 23 december 2009 nog niet heeft beantwoord, terwijl was gevraagd om beantwoording vóór 14 januari 2010.

De commissie besluit mede daarom een voorstel aan de plenaire vergadering te doen om op 26 januari 2010 te besluiten dat de Eerste Kamer de voorstellen van zodanig politiek belang acht dat zij over de behandeling daarvan op bijzondere wijze wenst te worden geïnformeerd (parlementair behandelvoorbehoud). Later werd dit voorstel vervangen door een uitnodiging aan de staatssecretaris om op 2 februari 2010 mondeling overleg met de commissie te voeren.

Op 27 januari 2010 heeft de staatssecretaris van Justitie geantwoord op de brief van 23 december 2009.

De commissie voor de JBZ-raad heeft op 2 februari 2010 een mondeling overleg gevoerd met de staatssecretaris van Justitie over de asielrichtijnen.

Op 9 februari 2010 werd inbreng geleverd voor schriftelijke vragen aan de Europese Commissie door de fractie van GroenLinks. De fractie van de VVD heeft zich niet aangesloten bij de inbreng. Op 16 februari 2010 heeft de commissie voor de JBZ-raad een brief gestuurd aan de Europese Commissie over asielrichtlijnen.

Op 16 februari 2010 werd een voorstel voor een brief aan de Europese Commissie over asielrichtlijnen aan de plenaire vergadering voorgelegd. De brief aan de Europese Commissie werd diezelfde dag verzonden.

30 juni 2010 heeft de Eerste Kamer (EK) een reactie ontvangen van de Europese Commissie (EC) op haar brief van 16 februari 2010. De EC gaat in de brief in op de verschillende vragen die de EK heeft gesteld over de Prodecurerichtlijn en de Kwalificatierichtlijn.

De commissie heeft de brief van de EC 6 juli 2010 voor kennisgeving aangenomen met de opmerking dat de Europese Commissie haar antwoord niet vóór 18 mei 2010, de dag waarop wetsvoorstel 31994 (Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het aanpassen van de asielprocedure) werd behandeld, gereed had.

Op 5 april 2011 heeft de commissie voor de JBZ-Raad naar aanleiding van de bespreking van de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad 11 en 12 april 2011 een brief gestuurd aan de minister voor Immigratie en Asiel over het Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel (GEAS). De commissie verzoekt de minister in de brief om een overzicht van de stand van zaken te geven en daarbij in te gaan op alle voorstellen voor verordeningen en richtlijnen die onderdeel van het GEAS vormen (te weten: E090123, E090124, E090125, E090133a, E100007 en E100008).

Tijdens de vergadering van 10 mei 2011 constateerde de commissie dat de minister voor I&A niet voor de in de brief van 5 april 2011 gestelde reactietermijn heeft gereageerd. De commissie besloot om op 28 juni 2011 een mondeling overleg te plannen over het GEAS en asiel- en immigratiekwesties in den brede.

Op 18 mei 2011 heeft de minister voor Immigratie en Asiel een brief gestuurd over het GEAS. Wat betreft de Kwalificatierichtlijn geeft de minister aan dat Nederland de door de Europese Commissie voorgestelde wijzigingen om de rechten en voorzieningen van personen met de subsidiaire beschermingsstatus zoveel mogelijk gelijk te schakelen met die van erkende vluchtelingen steunt. Momenteel wordt over het voorstel informeel gesproken door het Hongaars voorzitterschap, de Commissie en het Europees Parlement om te komen tot een definitieve tekst die ter besluitvorming kan worden voorgelegd.

De commissie voor de JBZ-raad besloot op 24 mei 2011 dat zij de reactie van de minister van Immigratie & Asiel van 18 mei 2011 zal betrekken bij het geplande mondeling overleg van 28 juni 2011.

Op 25 oktober 2011 heeft de commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad tijdens de bespreking van de geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad 27 en 28 oktober 2011 kennisgenomen van het feit dat over onderhavig voorstel een inhoudelijk akkoord is bereikt. Via een brief gericht aan de ministers voor Immigratie en Asiel en van Veiligheid en Justitie wijst de commissie op de toezegging van de regering om, gerelateerd aan politieke besluitvorming, de relevante Raadsdocumenten aan de Kamer te sturen (T01384).

De minister voor Immigratie en Asiel heeft op 6 december 2011 gereageerd. Hij geeft aan dat de Eerste Kamer voor de aangewezen geprioriteerde dossiers van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aanvullende documenten toe krijgt gestuurd, namelijk de onderhandelingsdocumenten die openbaar zijn en als B-punt ter politieke besluitvorming voorliggen in de Raad. De voorstellen voor de Kwalificatierichtlijn en de richtlijn voor de gecombineerde vergunning zijn niet als B-punt ter besluitvorming geagendeerd in de JBZ-raad. Daarom zijn de relevante Raadsdocumenten niet aan de EK verstuurd. Beide dossiers waren als A-punt geagendeerd tijdens de Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie d.d. 24 november 2011.

De reactie van de minister voor Immigratie en Asiel d.d. 6 december 2011 is op 13 december 2011 voor kennisgeving aangenomen. Tevens besloot de commissie om nadere vragen te stellen over de toezending van Raadsdocumenten tijdens een nog te plannen mondeling overleg met de minister voor I&A dat begin 2012 zal plaatsvinden.


Behandeling Tweede Kamer

Op 26 oktober 2011 hebben de commissies voor V&J, Europese Zaken, BZK en I&A een algemeen overleg (AO) gevoerd met de minister voor Immigratie en Asiel en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over onder andere het GEAS. Het verslag van dit AO is vastgesteld op 29 november 2011.

De minister voor Immigratie en Asiel heeft op 12 augustus 2011 vragen beantwoord over de schending van mensenrechten door de EU-lidstaten in asielprocedures.

Op 18 juli 2011 is het verslag schriftelijk overleg vastgesteld dat de commissie voor Veiligheid en Justitie heeft gevoerd met de minister voor Veiligheid en Justitie over de geannoteerde agenda van de informele JBZ-Raad 18 en 19 juli 2011. De minister schetst in zijn antwoorden onder meer de stand van zaken en het Europees Krachtenveld aangaande het Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel.

De Tweede Kamer heeft op 17 juni 2011 een brief ontvangen van de minister voor Immigratie en Asiel met een verslag van het gesprek dat hij heeft gehad met de Eurocommissaris voor Binnenlandse Zaken op 25 mei 2011. Er is onder meer gesproken over het Europees migratiebeleid en het Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel.

Op 16 maart 2011 heeft de minister voor Immigratie en Asiel een brief aan de Tweede Kamer gestuurd met een overzicht van wat de minister heeft ondernomen om wijziging van Europese regelgeving te bewerkstelligen om de doelstellingen van het regeerakkoord op het punt van immigratie en integratie te realiseren en van zijn aanpak voor de komende periode. Bij de brief hoort het position paper 'Nederlandse inzet EU migratiebeleid'.

Tijdens een algemeen overleg op 19 mei 2010 heeft de Tweede Kamer gesproken over de Kwalificatierichtlijn.

De Tweede Kamer heeft 20 januari 2010 overleg gevoerd met de minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over onder meer de Kwalificatierichtlijn.

In het kader van de parlementaire subsidiariteitstoets heeft de Tijdelijke Commissie Subsidiariteitstoets op 19 november 2009 een adviesaanvraag gestuurd aan de commissie voor Justitie met betrekking op onderhavig voorstel.

De commissie voor Justitie liet op 3 december 2009 per brief weten dat zij geen bezwaren ziet met betrekking tot de voorgestelde rechtsgrondslag en de subsidiariteit en proportionaliteit van de voorgestelde maatregelen.

De Tweede Kamer stuurde 15 december 2009 gezamenlijk met de Eerste Kamer een brief aan de Europese Commissie.

De minister van Justitie heeft op 11 maart 2010 een brief met de kabinetsreactie op de brief van de Commissie Meijers van 19 januari jl. (zie paragraaf Reacties Derden ) naar de Tweede Kamer verzonden.


Standpunt Nederlandse regering

Zoals al in het Haags Programma is aangegeven hecht de Europese Unie en daarmee Nederland aan een gemeenschappelijk Europees asielstelsel (GEAS). In het BNC-fiche laat het kabinet weten over het geheel genomen de wijzigingen die de Commissie voorstelt om te komen tot een betere bescherming en verdere harmonisatie binnen de Europese Unie te steunen. Er zijn tussen de lidstaten nu nog te grote verschillen in het verlenen van internationale bescherming; de voorgestelde wijzigingen maken de onderlinge verschillen tussen de lidstaten kleiner. Dit ter bevordering van rechtszekerheid van hen die bescherming zoeken en om het doorreizen binnen de Europese Unie naar de lidstaat waar een asielzoeker de meeste kans maakt om toegelaten te worden te voorkomen. Het bevordert tevens het vertrouwen tussen de lidstaten van de EU in elkaars asielsystemen.

De inzet van Nederland is te komen tot volledige harmonisatie, maar hiertoe zijn nog verdere stappen nodig. Op onderdelen zal Nederland in onderhandeling treden over de aanpassing van de richtlijn. Enerzijds is dit omdat Nederland kanttekeningen heeft bij de door de Commissie gegeven invulling van de bescherming en anderzijds om te bezien in hoeverre de financiële en juridische gevolgen van de aanpassing en verbreding van de in de richtlijn gegeven minimumnormen verder in overeenstemming kunnen worden gebracht met de Nederlandse regelgeving. Indien de kosten en juridische implicaties van de definitieve richtlijn tegenvallen zal Nederland mogelijk alsnog een genuanceerder standpunt innemen over de wijziging van de richtlijn.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Het voorstel wijzigt en geeft daarmee een verruiming aan de richtlijn die minimumnormen geeft voor de erkenning als vluchteling en als persoon die in aanmerking komt voor subsidiaire bescherming. Het voorstel geeft aan wat de verleende bescherming inhoudt, hierbij wordt ook rekening gehouden met de specifieke integratieproblemen waarmee de persoon die internationale bescherming zoekt wordt geconfronteerd. De richtlijn beoogt met name verduidelijking van een aantal juridische begrippen, het nader tot elkaar brengen van de rechten en voorzieningen die aan vluchtelingen en subsidiair beschermden worden verleend, en integratie in de EU van vreemdelingen aan wie bescherming is verleend te vergemakkelijken.

De voor Nederland belangrijkste wijzigingen in de richtlijn zijn:

  • 1. 
    uitbreiden van de definitie van 'gezinslid' zodat ook de gehuwde minderjarige kinderen van de verzoeker hieronder vallen;
  • 2. 
    er wordt limitatief opgesomd wanneer een staat, partij of (internationale) organisatie geacht kan worden voldoende bescherming te bieden tegen vervolging of ernstige schade;
  • 3. 
    een binnenlands beschermingsalternatief kan alleen worden toegepast als het toegang biedt tot bescherming tegen vervolging of ernstige schade en als betrokkene er op een veilige en wettige manier naartoe kan reizen, wordt toegelaten en zich kan vestigen;
  • 4. 
    er dient terdege rekening te worden gehouden met genderaspecten wanneer moet worden vastgesteld of iemand tot een bepaalde sociale groep behoort of wanneer een kenmerk van een dergelijke groep wordt beschreven;
  • 5. 
    de rechten van personen met de subsidiaire beschermingsstatus worden zoveel mogelijk gelijkgetrokken met die van vluchtelingen;
  • 6. 
    lidstaten worden verplicht procedures vast te leggen voor het terugvinden van familieleden van niet-begeleide minderjarigen die op basis van de richtlijn zijn toegelaten.

Het voorstel hangt samen met het voorstel van de Commissie voor de wijziging van de zogenoemde procedurerichtlijn die minimumnormen geeft voor de procedures in de voor de verlening of intrekking van internationale bescherming.

De Commissie ziet als belangrijke uitkomst van de herziening dat de effectiviteit, kwaliteit en rechtvaardigheid van de asielbescherming in de Europese Unie toeneemt. Door overal dezelfde minimumnormen te hanteren zal het vertrouwen tussen de lidstaten onderling in de afhandeling van asielverzoeken toenemen. Dit zal tevens leiden tot meer duidelijkheid bij degenen die binnen de Europese Unie een asielverzoek indienen. Deze duidelijkheid zal volgens de Commissie leiden tot minder illegaal doorreizende vreemdelingen, omdat in iedere lidstaat gelijke normen zullen worden gehanteerd.

  • PDF-document Europese Commissie - COM(2009)551
    23 oktober 2009

Behandeling Raad

Tijdens de JBZ-Raad van 30 november 2009 is gesproken over onderhavig voorstel. Enkele lidstaten, waaronder Nederland, uitten zich positief over de voorstellen voor aanpassing van de procedure- en kwalificatierichtlijnen. Reagerend op de inbreng van andere lidstaten, waarin werd aangegeven dat het overgrote deel van de asielzoekers misbruik maakt van de asielprocedure en dat de voorstellen pullfactoren vormen, stelde staatssecretaris Albayrak de retorische vraag of het GEAS het probleem is of de oplossing van het probleem. Zij gaf aan de nieuwe voorstellen zo te hebben begrepen dat ze beogen de procedures efficiënter te maken en dat zij nergens in de voorstellen doemscenario's heeft gelezen. De staatssecretaris noemde als concreet positief punt dat asielprocedures gemaximeerd worden tot zes maanden.

De Commissie was het met staatssecretaris Albayrak eens dat de voorstellen niet gekarikaturiseerd moeten worden: de Commissie heeft geen bepaling over gezinshereniging opgenomen in de kwalificatierichtlijn en meent dat bij duidelijk ongegronde verzoeken altijd een versnelde procedure mag worden gebruikt. Ten slotte bracht de Commissie het Pact in herinnering waarin de lidstaten zich hebben gecommitteerd om verder te gaan met harmonisatie.

Het Voorzitterschap concludeerde dat het debat duidelijk heeft gemaakt dat sprake is van politieke kernkwesties waar verder aan gewerkt moet worden.

De minister van Justitie en BZK heeft 6 augustus 2010 een brief gestuurd aan de Eerste Kamer met het verslag van de informale JBZ-Raad van 15 en 16 juli 2010. De Raad heeft besloten tot prioritering van de behandeling van de Kwalificatierichtlijn.

JBZ-Raad 7-8 oktober 2010 (agendapunt 5)

Het Voorzitterschap heeft binnen het Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel (GEAS) een aantal onderwerpen geprioriteerd, namelijk aanpassing van de Eurodac-verordening, de Dublin-verordening, de Kwalificatierichtlijn en de richtlijn Langdurig Ingezetenen. De andere dossiers die momenteel in onderhandeling zijn, te weten de Procedurerichtlijn en de Opvangrichtlijn, genieten geen prioriteit onder het Belgisch Voorzitterschap.

Om ook vooruitgang te boeken in de onderhandelingen over de laatstgenoemde onderwerpen is door het Voorzitterschap op 13-14 september jl. een conferentie georganiseerd over kwaliteit en efficiëntie van asielprocedures. Hier is met name gesproken over de verhouding tussen wetgevende instrumenten en praktische samenwerking en is uitvoerig stilgestaan bij de rol die EASO ('European Asylum Support Office') hierin kan vervullen.

Het kabinet is van mening, en heeft op de conferentie uitgedragen, dat de kwaliteit en efficiëntie van asielprocedures van groot belang is, maar dat niet alles op detailniveau in wetgeving hoeft te worden vastgelegd. Nederland heeft uiteengezet hoe de nieuwe asielprocedure en het stelsel waarbij in één procedure alle gronden van bescherming worden getoetst, bijdraagt aan kwaliteit en efficiëntie. Om de praktijk in lidstaten nader tot elkaar te brengen is praktische samenwerking en het delen van ervaringen nodig. Het EASO kan hier een grote rol in spelen en zou zich prioritair moeten richten op het organiseren van 'Asylum Support Teams', het verzamelen en analyseren van informatie over landen van herkomst en het verder ontwikkelen en uitrollen van het asielcurriculum.

De minister van Justitie heeft tijdens de Raad begrip getoond voor de keuzes die het Voorzitterschap

heeft gemaakt in zijn werkprogramma binnen het Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel (GEAS). Hij vroeg ook aandacht voor andere belangrijke dossiers die momenteel in onderhandeling zijn, te weten de Procedurerichtlijn en de Opvangrichtlijn, die onder het Belgisch Voorzitterschap minder prioriteit lijken te genieten. Ook deze onderhandelingen zullen moeten zijn afgerond om het gemeenschappelijk Europees asielstelsel te realiseren in 2012.

JBZ-Raad 8 en 9 november 2010 (agendapunt 4)

Het Voorzitterschap heeft binnen het Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel (GEAS) een aantal onderwerpen geprioriteerd, namelijk aanpassing van de Eurodac-verordening, de Dublin-verordening, de kwalificatierichtlijn en de richtlijn langdurig ingezetenen. Te verwachten is dat het Voorzitterschap een stand van zaken geeft met betrekking tot de onderhandelingen in de Raad en met het Europees Parlement.

Het voorzitterschap gaf aan dat met betrekking tot de richtlijn langdurig ingezetenen, de kwalificatierichtlijn en de Dublin II verordening de technische discussies in een dermate vergevorderd stadium zijn dat de informele triloog met het Europees Parlement nog dit jaar kan beginnen.

Daarnaast wees het Voorzitterschap op de noodzaak van meer praktische samenwerking, onder andere door het op te richten Asielagentschap (European Asylum Support Office, EASO), hetgeen ook een van de uitkomsten van de ministeriële asielconferentie van 13-14 september jl. was. Daar zijn toen vier doelstellingen geformuleerd voor het EASO: ondersteuning van training, verzamelen en analyseren van informatie over landen van herkomst, solidariteit van lidstaten onder ‘particular pressures’ door middel van opbouw van capaciteit en bijdragen aan de implementatie van het Gemeenschappelijk Europees asielstelsel (GEAS).

JBZ-Raad 2 en 3 december 2010 (agendapunt 3)

Vermoedelijk zal dit agendapunt met name de voortgang van het GEAS en het beleid inzake legale migratie betreffen.

Tijdens de Raad introduceerde het Belgisch voorzitterschap zijn ‘voorzitterschapstestament’ dat in de vorm van een gezamenlijk statement van België en de vier opvolgende voorzitters, Hongarije, Polen, Denemarken en Cyprus was gegoten. De opvolgende Voorzitterschappen committeerden zich om met name bij te dragen aan de totstandkoming van het Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel (GEAS) uiterlijk in 2012. Het Voorzitterschap ging onder andere op de volgende elementen in: het politiek akkoord op de uitbreiding van de richtlijn langdurig ingezetenen (de eerste keer sinds 2005 dat er weer een akkoord op het asiel- en migratiedossier is tussen Raad en Europees Parlement).

Verder vertelde de Eurocommissaris van Binnenlandse Zaken dat ze met inbreng van de lidstaten werkt aan de herziening van de recast van de asielprocedurerichtlijn en de opvangrichtlijn.

JBZ-Raad 11-12 april 2011 (agendapunt 5)

Het Voorzitterschap lichtte de stand van zaken van de totstandkoming van het GEAS toe.

De Commissie verklaarde dat er een belangrijk onderdeel van het asielpakket is afgerond met de goedkeuring van de wijziging van de richtlijn Langdurig Ingezetenen. Er wordt voortgang geboekt op de Kwalificatierichtlijn, maar volgens de Commissie staat er een aantal punten open die in de triloog met het Europees Parlement de komende weken besproken dient te worden. De Commissie erkende de inspanningen van het Voorzitterschap op de Dublinverordening, en hoorde het verzoek van de Raad aan om de Eurodacverordening uit te breiden met toegang voor rechtshandhavingsautoriteiten. Daarnaast wees de Commissie op de noodzaak van voortgang op beide dossiers, inclusief het urgentiemechanisme in de Dublinverordening, dat alleen onder strikte voorwaarden open zal staan voor lidstaten die volledig aan het asielacquis voldoen.

Ten behoeve van de JBZ-Raad van juni a.s. zal de Commissie haar gewijzigde voorstellen indienen op zowel de Procedure- als de Opvangrichtlijn.

JBZ-raad 9-10 juni 2011 (agendapunt 1)

Het Voorzitterschap zal naar verwachting een stand van zaken geven met betrekking tot de onderhandelingen in de Raad en met Het Europees Parlement (EP).

Nederland hecht aan een gemeenschappelijk Europees asielstelsel in uiterlijk 2012. Over het geheel genomen steunt Nederland de wijzigingen die de Commissie voorstelt om te komen tot een betere bescherming en verdere harmonisatie binnen de EU.

Een geharmoniseerd asielstelsel moet volgens Nederland uiteindelijk leiden tot een situatie waarin asielaanvragen in de EU op gelijke wijze worden beoordeeld. Alleen dan kunnen EU-lidstaten volwaardig samenwerken, worden subsidiaire asielstromen maximaal beperkt en kan solidariteit worden betracht met de lidstaten met de grootste asielinstroom. De harmonisering moet zich volgens Nederland daarom met name erop richten dat iedere lidstaat tot eenzelfde uitkomst van het beschermingsverzoek en het niveau van bescherming komt.

Op 7 juli 2011 heeft het Comité van Permanente Vertegenwoordigers (COREPER) een overeenkomst bereikt over de ontwerptekst. Op 12 juli 2011 zal de commissie voor burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) van het Europees Parlement over de ontwerptekst spreken. Statewatch heeft de ontwerptekst gepubliceerd.

Informele JBZ-Raad 18 en 19 juli 2011

Het Poolse Voorzitterschap heeft de totstandkoming van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (GEAS) als één van de prioriteiten binnen het JBZ-domein aangeduid. Het wil de onderhandelingen inzake het GEAS een nieuwe impuls geven op de volgende manier:

  • 1. 
    Het urgentiemechanisme uit de Dublin-verordening halen, of verder onderhandelen over het huidige voorstel;
  • 2. 
    Vasthouden aan het momentum dat is gecreëerd met de voortgang van de Kwalificatierichtlijn en deze doorvoeden naar andere discussies;
  • 3. 
    De Commissie komt met een nieuw voorstel inzake de toegang van rechtshandhavingsautoriteiten tot Eurodac wanneer het urgentiemechanisme in de Dublin-verordening in een apart juridisch besluit wordt opgesteld;
  • 4. 
    Een grondig debat over crisisbeheersing op het gebied van asiel en immigratie aangezien het goed bestuur van asielstelsels in lidstaten iets is wat nog niet door Europese regelgeving wordt geregeld.

Nederland gaf aan dat het belangrijk is dat de aankomende onderhandelingen alle landen, maar ook het Europees Parlement, bereidheid moeten tonen om compromissen te sluiten om het GEAS tot stand te kunnen laten komen.

JBZ-Raad 22 en 23 september 2011 (agendapunt 1)

Het Hongaars en Pools Voorzitterschap hebben een compromis bereikt met de Commissie en het Europees Parlement over de Kwalificatierichtlijn. Deze compromistekst moet nog ter besluitvorming aan de JBZ-Raad worden voorgelegd.

In de Raad is gesproken over de stand van zaken betreffende de onderhandelingen over het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (GEAS). De discussie spitste zich voornamelijk toe op de vraag of een evaluatiemechanisme en een noodmechanisme binnen de Dublin-verordening wenselijk zijn.

Nederland hecht aan een gemeenschappelijk Europees asielstelsel in uiterlijk 2012. Over het geheel genomen steunt Nederland de wijzigingen die de Commissie voorstelt om te komen tot een betere bescherming en verdere harmonisatie binnen de EU.

JBZ-Raad 27 en 28 oktober 2011 (agendapunt 1)

Het voorzitterschap informeerde de Raad over het besluit van het Europees Parlement om het voorstel van de Raad en de Commissie over een verklaring bij de concordantietabellen over te nemen. Hiermee is er op het laatste openstaande punt een akkoord bereikt en bestaat er overeenstemming tussen de Raad en het EP over zowel de richtlijn voor een gecombineerde vergunning als de kwalificatierichtlijn.

Onlangs was er inhoudelijk een akkoord bereikt over de Kwalificatierichtlijn tussen de Raad en het Europees Parlement. Er stond echter nog een horizontaal punt open dat betrekking heeft op de concordantietabellen. Verschillende wetgevingsinstrumenten zijn aangehouden omdat er geen overeenstemming bestond over de wijze waarop met deze kwestie moet worden omgegaan. Binnen het JBZ-terrein betreft dit de Kwalificatierichtlijn en de richtlijn betreffende de gecombineerde vergunning (zie E090145). Recent is over dit technische, horizontale punt een akkoord bereikt tussen de Raad en de Commissie. Het Europees Parlement moet dit akkoord nog goedkeuren. Als dit gebeurt, zal het akkoord vanaf 1 november 2011 worden toegepast.

De Raad heeft op 24 november 2011 formeel ingestemd met Kwalificatierichtlijn.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

De rapporteur van het EP heeft op 28 september 2010 het ontwerpverslag over onderhavige richtlijn gepubliceerd.

Op 11 oktober 2010 heeft de commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) van het EP over het ontwerpverslag gesproken.

Op 27 oktober 2011 heeft het Europees Parlement ingestemd met de richtlijn.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

Op 9 juli 2010 heeft de European Council on Refugees and Exiles (ECRE) een memorandum gepubliceerd ter gelegenheid van het Belgisch voorzitterschap. Het document bevat een overzicht van aanbevelingen over asielbeleid.

Op 12 mei 2010 heeft VluchtelingenWerk Nederland een brief gestuurd aan de Tweede Kamer (TK) ten behoeve van het algemeen overleg dat de TK 19 mei 2010 voert met de minister van Justitie inzake het Europees en Nederlands asielbeleid.

In maart 2010 heeft de European Council on Refugees and Exiles (ECRE) een commentaar gepubliceerd inzake de Kwalificatierichtlijn.

Bij brief van 19 januari 2010 heeft de Commissie Meijers de Eerste Kamer geadviseerd een parlementair voorbehoud te plaatsen bij dit voorstel voor een richtlijn.


Achtergrondartikelen


Alle bronnen