E100046 - Voorstel voor een verordening betreffende baissetransacties (short selling) en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps (credit default swaps).
Het voorstel beoogt een geharmoniseerd kader voor een gecoördineerd optreden op Europees niveau met betrekking tot short selling en bepaalde aspecten van credit default swaps tot stand te brengen, de transparantie te vergroten en de risico's te beperken.
Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.
Europees
De Raad voor Economische en Financiële Zaken heeft het voorstel op 21 februari 2012 aanvaard.
document Europese Commissie
COM(2010)482, d.d. 15 september 2010
rechtsgrondslag
Artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de EU
commissie Eerste Kamer
beleidsterrein
Verordening (EU) nr. 236/2012 werd op 24 maart 2012 gepubliceerd in Pb EU L86 en is van toepassing vanaf 1 november 2012.
De commissie Financiën heeft op 28 september 2010 gesproken over het onderhavige voorstel en neemt graag kennis van het besprokene gedurende een nog te houden rondetafelgesprek met stakeholders door de Tweede Kamer. Daarna zal de commissie de verdere behandeling van dit voorstel ter hand nemen.
Op 2 november 2010 werd het standpunt van de regering besproken en voor kennisgeving aangenomen. Bij eventuele verdere besluitvorming zal de commissie acht slaan op de behandeling van dit voorstel in de Tweede Kamer.
-
korte aantekening commissie Financiën (FIN) 30.645; 31.930; 32.500 ; 32.504; 32.505; 32.417
2 november 2010 -
korte aantekening commissie Financiën (FIN) 31.205; 31.206; 31.891; 32.500 ; 32.417
28 september 2010
Het BNC-fiche met betrekking tot onderhavig voorstel werd aan de orde gesteld tijdens een algemeen overleg over de financiële stabiliteit in het eurogebied op 2 december 2010. Er zijn toen een aantal vragen gesteld over het voorstel inzake short selling en credit default swaps die door de minister van Financiën werden beantwoordt in het verslag van de Raad voor Economische en Financiële Zaken van 6 en 7 december 2010 d.d. 15 december 2010.
De antwoorden van de minister van Financiën zijn besproken tijdens een algemeen overleg op 12 januari 2011.
Op 28 april 2011 hebben de commissies voor Europese Zaken en Financiën in een algemeen overleg met de minister en staatssecretaris van Financiën onder andere gesproken over de agenda van de raad Economische en Financiële Zaken (ECOFIN) van mei 2011 waar onderhavig voorstel op de agenda stond. Het verslag van de raad gaf geen reden tot verdere bespreking tijdens het algemeen overleg op 14 juli 2011.
-
Verslag van een algemeen overleg, gehouden op 7 maart 2012, inzake de Eurogroep/Ecofin Raad Tweede Kamer - 21.501-07, TK, 899
29 maart 2012 -
algemeen overleg TK tussen de commissies voor Europese Zaken en Financiën en de minister van Financiën op 14 juni 2011 over onder andere het verslag van de ECOFIN van mei 2011 Tweede Kamer - 21.501-07, TK, nr. 816
14 juli 2011 -
algemeen overleg TK met de minister en staatssecretaris van Financiën over onder andere de CCCTB-richtlijn Tweede Kamer - 21.501-07, TK, nr. 798
1 juni 2011 -
algemeen overleg TK met de minister van Financiën over diverse Europese onderwerpen Tweede Kamer - 21.501-07, TK, nr. 777
8 februari 2011 -
algemeen overleg TK met de minister van Financiën over diverse EU-onderwerpen Tweede Kamer - 21.501-07, TK, nr. 773
24 januari 2011 -
verslag van de Raad ECOFIN van 6 en 7 december 2010 Ministerie van Financiën - 21.501-07, TK, nr. 771
15 december 2010
In het BNC-fiche laat de regering zich positief uit over de subsidiariteit en proportionaliteit van het voorstel. De maatregelen in het voorstel zijn gericht op het adresseren van risico's die onder bijzondere omstandigheden gepaard kunnen gaan met het innemen van een short positie. Innemen van een short positie heeft vaak een grensoverschrijdend karakter aangezien partijen handelen in financiële instrumenten die aan verschillende beurzen genoteerd kunnen zijn of posities innemen in staatsobligaties van verschillende lidstaten. Daardoor kunnen de risico's neerslaan in verschillende landen. Maatregelen zijn daarom alleen effectief wanneer ze op een internationaal niveau worden genomen. De subsidiariteitstoets valt hiermee positief uit. De verschillende gebieden die de maatregelen beslaan zijn de juiste ter adressering van de risico's die zich onder omstandigheden kunnen voordoen bij short selling . Transparantie helpt om risico's in kaart te brengen, terwijl gecoördineerd optreden het meest effectief is. Hiermee valt de proportionaliteitstoets positief uit. Een aantal maatregelen kan niettemin nog nader worden verbeterd om de maatregelen zo efficiënt mogelijk te laten werken.
Short selling is een legitieme activiteit die in grote mate bijdraagt aan het adequaat functioneren van de financiële markten. Onder bijzondere marktomstandigheden kan short selling echter een (onbedoeld) negatief neveneffect hebben. Het is dan van belang dat toezichthouders inzicht hebben in de short posities die worden ingenomen en in uitzonderlijke omstandigheden kunnen ingrijpen. Nederland steunt daarom het initiatief van de Commissie om de transparantie van short posities te vergroten en gecoördineerd optreden mogelijk te maken. Wel kan het voorgestelde kader verder worden geoptimaliseerd. Zo is het van belang dat het innemen van een ongedekte short positie niet onmogelijk wordt gemaakt. Ook moet ervoor gewaakt worden dat de maatregelen geen verstoring van de liquiditeit en effectieve prijsmechanismes van financiële markten teweeg kan brengen. Ook bijvoorbeeld bij transparantie richting het publiek moet daarom de effectiviteit worden onderzocht. Zo effectief mogelijke maatregelen zijn nodig, waarbij bij voorkeur voorkomen wordt dat:
-
a)een mogelijk negatieve impact op de liquiditeit een averechts effect heeft en de rente doet stijgen;
-
b)bijvoorbeeld pensioenfondsen en ondernemingen hun risico's minder goed kunnen afdekken;
-
c)ongewenste vormen van speculatie verschuiven naar andere markten; of
-
d)andere financiële markten worden verstoord.
-
bnc-fiche over het voorstel voor een verordening over short selling en bepaalde aspecten van credit default swaps Ministerie van Buitenlandse Zaken - 22.112, TK, nr. 1075
27 oktober 2010
Het voorstel beoogt een geharmoniseerd kader voor een gecoördineerd optreden op Europees niveau met betrekking tot short selling en bepaalde aspecten van credit default swaps tot stand te brengen, de transparantie te vergroten en de risico's te beperken.
Volgens het Commissievoorstel moeten alle shorttransacties met de markering 'short' ingegeven worden op handelsplatforms. Voorts is er een drempel vastgesteld waarboven beleggers aanzienlijke netto shortposities in aandelen moeten meedelen aan de toezichthouders (0,2% van het geplaatst kapitaal) en aan de markt (0,5% van het geplaatst kapitaal). Bij staatsobligaties moet dit leiden tot meer transparantie doordat toezichthouders inzicht hebben in shortposities van credit default swaps .
Uitbreiding bevoegdheden voor toezichthouders, coördinatie op Europees niveau.
Nationale toezichthouders worden bevoegdheden verleend waarmee zij in uitzonderlijke situaties shorttransacties in een bepaald financieel instrument tijdelijk kunnen beperken of verbieden. De bevoegdheid ligt bij de nationale toezichthouders; de coördinatie wordt verzorgd door de Europese Autoriteit voor effecten en markten (EAEM), die vanaf januari 2011 operationeel zou moeten zijn wanneer het Europees Parlement daarmee instemt. De EAME kan tevens onder bepaalde voorwaarden zelf direct van kracht zijnde tijdelijke maatregelen nemen om shorttransacties aan banden te leggen of te verbieden.
Het Commissievoorstel legt voorts vergaande beperkingen op aan ongedekte shorttransacties (naked short selling ). Een shorttransactie mag pas aangegaan worden wanneer een belegger de desbetreffende instrumenten heeft geleend, een overeenkomst heeft gesloten om deze instrumenten te lenen, dan wel (uiterlijk vier dagen na de transactie) met een derde partij een regeling heeft getroffen voor het lokaliseren en reserveren van de desbetreffende instrumenten met het oog op het lenen ervan, zodat zij tegen de afwikkelingsdatum worden geleverd.
De Raad voor Economische en Financiële Zaken (ECOFIN) nam op 7 december 2010 kennis van een voortgangsverslag inzake dit voorstel.
Tijdens de Raad voor Economische en Financiële Zaken (ECOFIN) van 16-17 mei 2011 hebben de ministers een compromistekst bekrachtigd en specifiek over de reikwijdte van het voorstel ten aanzien van staatsobligaties en de bevoegdheden van de Europese effectentoezichthouder ESMA. Deze overeenstemming was niet eenvoudig daar een enkele lidstaat zorgen had over de uitbreiding van de bevoegdheden van ESMA, en een andere lidstaat graag een meer strikte verordening had gezien, met name waar het overheidsobligaties betreft. Nederland heeft benadrukt dat het van belang is dat de compromistekst zoals deze in de Ecofin Raad voorlag overeind bleef zodoende de onderhandelingen met het Europees Parlement te kunnen starten. Voor Nederland was het als voorheen van belang dat de verordening geen negatieve invloed zou hebben op de liquiditeit op de aandelen- en staatsobligatiemarkt. Nederland is van mening dat de compromistekst in voldoende mate voldoet aan deze eis, evenals aan het toedelen van de juiste (en de juiste hoeveelheid) bevoegdheden aan ESMA.
De Raad voor Economische en Financiële Zaken heeft het voorstel op 21 februari 2012 aanvaard.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
-
brief regering; Verslag van de Ecofin Raad van 21 februari 2012 te Brussel Ministerie van Financiën - 21.501-07, TK, 888
2 maart 2012 -
-
-
-
Voortgangsverslag Voorzitterschap te bespreken in de Raad ECOFIN rapport Voorzitterschap - 17039/10
26 november 2010
Het Europees Parlement heeft op 5 juli 2011 gestemd over de tekst van het rapport, maar niet over de definitieve resolutie. Hierdoor blijft er een opening om met de lidstaten verder te onderhandelen en tot een vergelijk te komen.
Het rapport over short selling van Pascal Canfin (fractie GREENS/EFA), bevat twee grote innovaties. Ten eerste moeten handelaren hun ongedekte korte posities aan het eind van elke handelsdag dekken. Ten tweede, legt het de aankoop van kredietverzuimswaps (CDS) aan banden. Alleen eigenaren van gerelateerde staatsobligaties of posities wier prestaties afhankelijk zijn van staatsobligaties, kunnen nog CDS kopen.
Op 18 oktober 2011 hebben onderhandelaars van het Europees Parlement en het Poolse Voorzitterschap van de EU gesproken over de impasse die was ontstaan in de behandeling van het voorstel. Er zijn vervolgens afspraken gemaakt over onder andere credit default swaps waarbij deze alleen nog mogen worden aangekocht door de eigenaren van de obligaties.
Het Europees Parlement heeft op 15 november 2011 een wetgevingsresolutie aangenomen ten aanzien van onderhavig voorstel. Een van de onderdelen waar het Europees Parlement zich hard voor heeft gemaakt is het opschroeven van de rapportageverplichtingen. De extra informatie die straks beschikbaar komt voor nationale en Europese toezichthouders, stelt hen beter in staat hun rol als waakhond te vervullen omdat ze eerder op de hoogte zijn van potentiële risico's.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
-
Wetgevingsresolutie over voorstel inzake baissetransacties en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps standpunt EP Europees Parlement - P7_TA-PROV(2011)0486
15 november 2011
www.europarl.europa.eu/... -
Crack down on short selling and sovereign debt speculation [en] persbericht Europees Parlement
18 oktober 2011 -
Baissetransacties en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps standpunt EP Europees Parlement - P7_TA-PROV(2011)0312
5 juli 2011
www.europarl.europa.eu/...
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.