E100049 - Voorstel voor een aanbeveling om de leermobiliteit van jongeren te bevorderen
Deze ontwerpaanbeveling voor de Raad heeft als doel de leermobiliteit van jongeren te vergroten. De aanbeveling is een uitwerking van één van de maatregelen die de Europese Commissie had aangekondigd in het initiatief "Jeugd in Beweging" (E100048).
Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.
Europees
Over de aanbeveling inzake beleid ter bestrijding van voortijdig schoolverlaten werd tijdens de Raad voor Onderwijs, Jeugd en Cultuur op 19 en 20 mei 2011 een politiek akkoord bereikt. Deze werd vervolgens tijdens de Landbouwraad van 28 juni 2011 formeel aangenomen.
document Europese Commissie
COM(2010)478, d.d. 15 september 2010
commissie Eerste Kamer
beleidsterreinen
verwante dossiers
Tijdens de vergadering van de commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschapsbeleid (OCW) op 28 september 2010 werd onderhavig voorstel voor een aanbeveling besproken en voor kennisgeving aangenomen.
-
korte aantekening commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschapsbeleid (OCW) 31.989; 32.263
26 oktober 2010 -
Nederland is in het BNC-fiche positief over zowel de subsidiariteit als de proportionaliteit van het initiatief en de aanbeveling. Mobiliteit is voor Nederland een belangrijk speerpunt bij het streven naar internationalisering en het versterken van de internationale oriëntatie en mobiliteit van jongeren, in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Nederland onderschrijft de ambitie van de Commissie dat alle jongeren op termijn de mogelijkheid moeten hebben om een periode voor opleiding of stage in het buitenland door te brengen. Mobiliteit moet echter geen doel op zich zijn, maar een middel om persoonlijke, maatschappelijke en economische meerwaarde te realiseren.
Nederland ziet duidelijke meerwaarde in een Europese aanpak gericht op het faciliteren van mobiliteit van lerenden, stafmobiliteit en het bevorderen van grensoverschrijdende samenwerking tussen instellingen. Hoewel een geïntegreerde benadering van mobiliteit van jongeren in beginsel wordt toegejuicht, dient wel rekening te worden gehouden met de (grote) diversiteit binnen deze doelgroep. Het kabinet zou graag zien dat ook andere lidstaten regelingen ter bevordering van mobiliteit, zoals meeneembaarheid van studiefinanciering, zouden introduceren voor hun studenten. Het zou nuttig zijn als de Commissie schetst hoe in haar visie een nationale regeling voor de meeneembaarheid van studiefinanciering eruit kan zien, die mobiliteit van studenten bevordert, in lijn met het EU-recht en betaalbaar is. Met het oog op de coherentie van Europees beleid pleit Nederland ervoor dat de 'Jeugd in beweging' strategie zoveel mogelijk aansluit bij andere Europese initiatieven, zoals het werkprogramma Onderwijs en Opleiding 2020, de Europese Jeugdstrategie en de verwachte mededelingen 'Innovation Union' en 'An Agenda for New Skills and Jobs' uit de Europa 2020-strategie.
-
bnc-fiche over commissiemededeling en voorstel ‘Jeugd in beweging’ Ministerie van Buitenlandse Zaken - 22.112, TK, nr. 1065
19 oktober 2010
Deze ontwerpaanbeveling voor de Raad heeft als doel de leermobiliteit van jongeren te vergroten. De aanbeveling is een uitwerking van één van de maatregelen die de Europese Commissie had aangekondigd in het initiatief "Jeugd in Beweging" (E100048). Deze aanbeveling is tevens een vervolg op een aanbeveling van de Raad en het Europees Parlement uit 2001 over mobiliteit voor studenten, waarmee destijds verbeteringen in gang zijn gezet. Volgens de Europese Commissie is er al veel bereikt maar moet er nog een hoop gebeuren, met name om barrières die mobiliteit in de weg staan te identificeren en te elimineren.
De Europese Commissie beveelt de lidstaten aan om op de volgende punten actie te ondernemen:
-
1.Informatie over en begeleiding bij de mogelijkheden voor mobiliteit;
-
2.Motivatie om te participeren in activiteiten van transnationale mobiliteit;
-
3.Voorbereiding van mobiliteitsmogelijkheden, met name op het gebied van kennis van andere talen;
-
4.Wettelijke en institutionele obstakels gerelateerd aan de onderwijsperiode in het buitenland;
-
5.Meeneembaarheid van beurzen en leningen;
-
6.Kwaliteit van de mobiliteit;
-
7.Erkenning van de studieresultaten;
-
8.Minder bevoorrechte leerlingen;
-
9.Partnerschappen en fondsgelden;
-
10.De rol van versterkers, en
-
11.De vooruitgang monitoren - 'Mobility Scoreboard'.
Over de aanbeveling inzake beleid ter bestrijding van voortijdig schoolverlaten werd tijdens de Raad voor Onderwijs, Jeugd en Cultuur op 19 en 20 mei 2011 een politiek akkoord bereikt. Deze werd vervolgens tijdens de Landbouwraad van 28 juni 2011 formeel aangenomen.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
-
-
Raadsconclusies Onderwijs, Jeugd- en Cultuurraad van 19-20 mei 2011 verslag Raad Onderwijs, Jeugdzaken en Cultuur - 10360/11
20 mei 2011 -
geannoteerde agenda van de Raad Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport van 19-20 mei 2011 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap - 21.501-34, TK, nr. 166
22 april 2011
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.