E110086
  klaver icoon
Laatste revisie: 18-06-2013

E110086 - Voorstel voor een verordening betreffende onlinebeslechting van consumentengeschillen



Met de voorgestelde verordening wordt beoogd een stelsel in het leven te roepen van online geschillenbeslechting in de EU. Het voorstel dient volgens de Europese Commissie ter vergemakkelijking van de beslechting van geschillen tussen ondernemers en consumenten die voortkomen uit de grensoverschrijdende koop van goederen of verrichting van diensten via internet.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.

nationaal

De Europese Commissie heeft op 5 juni 2012 gereageerd op de brief van 24 januari 2012 met subsidiariteitsbezwaren bij de voorstellen voor een verordening betreffende onlinebeslechting van consumentengeschillen en voor een richtlijn over alternatieve beslechting van consumentengeschillen (zie dossier E110080). De reactie is op 12 juni 2012 voor kennisgeving aangenomen.

Europees

Op 21 mei 2013 werd de verordening ondertekend door de Raad en het Europees Parlement en op 18 juni 2013 gepubliceerd in Pb EU L165.


Kerngegevens

volledige titel

Voorstel voor een verordening betreffende onlinebeslechting van consumentengeschillen (Verordening ODR consumenten)

document Europese Commissie

COM(2011)794PDF-document, d.d. 29 november 2011

rechtsgrondslag

artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de EU

commissie Eerste Kamer

beleidsterreinen

verwante dossiers


Implementatie

Verordening (EU) nr. 542/2013PDF-document werd op 21 mei 2013 ondertekend door de Raad en het Europees Parlement  en op 18 juni 2013 gepubliceerd in Pb EU L165.


Behandeling Eerste Kamer

Op 12 juni 2012 is de reactie van de Europese Commissie voor kennisgeving aangenomen.

De Europese Commissie heeft op 5 juni 2012 gereageerd op de subsidiariteitsbewaren van de Eerste Kamer bij de voorstellen over alternatieve geschillenbeslechting. 

De commissie V&J heeft diezelfde dag de brief van de minister V&J van 21 mei 2012 voor kennisgeving aangenomen. De commissie besloot de ontwikkelingen in dit dossier te blijven volgen.

De minister van Veiligheid en Justitie heeft op 21 mei 2012 gereageerd op de brief van 21 februari 2012 met vragen over de voorstellen inzake ADR en ODR. De minister gaat onder meer in op de financiering van verschillende aspecten die relevant zijn voor de conceptverordening ODR.

Op 21 februari 2012 heeft de commissie V&J een conceptbrief aan de regering over de voorstellen voor een richtlijn ADR en de verordening ODR vastgesteld en dezelfde dag verstuurd. De leden van de fracties van de VVD, CDA en de SP hebben een aantal vragen en opmerkingen over deze voorstellen. De leden van de fracties van de PvdA, D66 en GroenLinks sluiten zich bij een aantal vragen en opmerkingen van de SP aan.

De Eerste Kamer heeft op 24 januari 2012 ingestemd met de conceptbrief met subsidiariteitsbezwaren bij de voorstellen voor een verordening ODR consumenten en voor een richtlijn over alternatieve beslechting van consumentengeschillen (zie dossier E110080). De fracties van GroenLinks, PvdA en D66 is hierbij aantekening verleend. Diezelfde dag is de brief verstuurd.

De commissie voor Veiligheid en Justitie heeft op 17 januari 2012 besloten om over het voorstel voor een verordening ODR consumenten en het voorstel voor een richtlijn over alternatieve beslechting van consumentengeschillen (zie dossier E110080) een brief met subsidiariteitsbezwaren te sturen aan de Europese Commissie. In verband met het spoedig verstrijken van de deadline voor de subsidiariteitstoets op 25 januari 2012 zal de brief naar verwachting deze week gereed worden gemaakt voor plenaire vaststelling op 24 januari 2012.

De minister van Veiligheid en Justitie heeft op 9 januari 2012 beide Kamers geïnformeerd dat zij de fiches betreffende COM(2011)793 over de verordening ODR consumenten en COM(2011)794 over de richtlijn ADR consumenten niet binnen de zes weken termijn zal ontvangen (zie voor brief Tweede Kamer ). De fiches zijn op 13 januari 2012 ontvangen door de Kamers (zie Standpunt Nederlandse regering ).

Tijdens de commissievergadering van 13 december 2011 besloot de commissie voor Veiligheid en Justitie om 17 januari 2012 inbreng te leveren voor schriftelijk overleg over de verordening ODR consumenten, eventueel samen het voorstel voor een richtlijn over alternatieve beslechting van consumentengeschillen (zie dossier E110080).

De commissie voor Veiligheid en Justitie besloot op 6 december 2011 om de verordening ODR consumenten te agenderen voor procedure op 13 december 2011 .


Behandeling Tweede Kamer

Tijdens het algemeen overleg op 22 mei 2012 over de Raad voor Concurrentievermogen is er gesproken over de voorstellen alternatieve geschillenbeslechting.

De Tweede Kamer heeft op 7 februari 2012 besloten de regering te verzoeken om voor beide voorstellen een parlementair behandelvoorbehoud te laten vastleggen. Op 15 februari 2012 heeft onder meer de commissie EL&I tijdens een algemeen overleg afspraken gemaakt met de minister EL&I over de wijze waarop de regering de Kamer zal informeren over de onderhandelingen in Brussel over de voorstellen inzake alternatieve vormen van het beslechten van consumentengeschillen. Hiermee is het behandelvoorbehoud beëindigd.

De Tweede Kamer heeft eveneens het wetgevingsvoorstel voor alternatieve geschillenbeslechting als prioritair dossier geselecteerd. De commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) heeft op 31 januari 2012 besloten om de Kamer te adviseren een behandelvoorbehoud te plaatsen met betrekking tot de EU-voorstellen over alternatieve en online geschillenbeslechting. 


Standpunt Nederlandse regering

In het BNC-fiche geeft Nederland aan positief te staan tegenover het idee de grensoverschrijdende e-commercetransactie te stimuleren door het aanbieden van een online geschilbeslechtingsmodaliteit. Dit voorstel draagt bij aan het versterken van de interne markt en het uitvoeren van de Europese digitaliseringsstrategie (digitale agenda). Nederland kan zich vinden in de gedachte van de Commissie dat consumenten zonder een adequaat systeem van onlinegeschilbeslechting (gerechtelijk en buitengerechtelijk) geen volledige toegang tot de interne markt hebben. Ook ondernemers kunnen bij gebrek aan beweging van de consument binnen de interne markt hun concurrentiepositie niet volledig benutten. Opgemerkt moet worden dat indien de lidstaten niet beschikken over een efficiënt en voldoende werkzame ADR (zie dossier E110080), de Verordening ODR niet succesvol kan zijn. Immers het voorgestelde Europees platform ODR verwijst alle zaken naar bevoegde nationale ADR entiteiten. Nederland heeft dan ook nog veel vragen met betrekking tot de voorgestelde Verordening. De uitvoerbaarheid van de voorgestelde Verordening staat of valt met de voorgestelde Richtlijn ADR en met name met de vraag of het Nederlandse systeem van (voornamelijk) zelfregulering onverkort overeind kan blijven.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

De Europese Commissie heeft drie belangrijke redenen om dit verordeningsvoorstel in te dienen. Allereerst beoogt de Commissie met dit voorstel een versterking van de verhaalsmogelijkheden voor consumenten in grensoverschrijdende online transacties. Verder ziet zij een mogelijkheid om bij geschillen de communicatie tussen partijen te vergemakkelijken en tijdswinst te boeken. Tot slot concludeert de Europese Commissie dat er bij doeltreffende verhaalsmogelijkheden meer concurrentie zal komen op de interne markt, wat ten voordeel werkt voor consumenten. Zij verwacht een grotere afnamemarkt voor bedrijven doordat consumenten vanwege de betere verhaalsmogelijkheden niet meer huiverig zijn om grensoverschrijdende online transacties aan te gaan.

Dit voorstel bevat vier belangrijke juridische elementen. Allereerst wordt er een Europees platform voor onlinegeschillenbeslechting ("ODR-platform") opgericht. Dit ODR-platform krijgt de vorm van een interactieve website die één enkel toegangspunt biedt voor consumenten en ondernemers. Verder moeten in de EU gevestigde ondernemers die zich bezighouden met grensoverschrijdende e-commerce, consumenten informeren over dit ODR-platform. Ook moeten - in overeenstemming met de Richtlijn ADR consumenten (zie dossier E110080) - de in de lidstaten aangewezen bevoegde instanties erop toezien dat de ADR-regelingen de in deze verordening vastgelegde verplichtingen in acht nemen. Tot slot worden de bij het ODR-platform ingevoerde gegevens opgeslagen in een databank. Voor deze gegevens geldt de relevante wetgeving inzake gegevensbescherming.


Behandeling Raad

Tijdens de Concurrentieraad van 10 en 11 december 2012 heeft het Voorzitterschap het voorlopige akkoord aangekondigd dat is bereikt op 5 december 2012 tussen vertegenwoordigers van het EP en de Raad. Het akkoord in eerste lezing over beide voorstellen zal moeten worden bevestigd door de co-wetgevers. Uit het verslag van de minister van Economische Zaken van de Raad blijkt dat een belangrijk uitgangspunt voor Nederland, namelijk dat het huidige systeem van zelfregulering van geschilbeslechting kan blijven bestaan, in het akkoord overeind is gebleven.  

Op 10 oktober 2012 heeft het voorzitterschap een verslag gepubliceerd over de voortgang van de implementatie van conclusies van de Europese Raad. Hieruit blijkt dat de trilogen over geschillenbeslechting voor consumenten nog gaande zijn. Het doel is om in december een akkoord in eerste lezing te bereiken over het pakket alternatieve geschillenbeslechting en online geschillenbeslechtingvoor consumenten. 

De Raad Concurrentievermogen d.d. 30 en 31 mei 2012 heeft overeenstemming bereikt over een gemeenschappelijke oriëntatie over het richtlijnvoorstel alternatieve geschillenbeslechting (ADR) en het verordeningsvoorstel online geschillenbeslechting (ODR). Nederland wees op het goedwerkende systeem in Nederland en onderstreepte het belang van behoud van dit goed werkende systeem.

Uit de geannoteerde agenda van de Raad Concurrentievermogen d.d. 30 en 31 mei 2012 blijkt dat naar verwachting getracht zal worden overeenstemming te bereiken over een gemeenschappelijke oriëntatie over het richtlijnvoorstel alternatieve geschillenbeslechting (ADR) en het verordeningsvoorstel online geschillenbeslechting (ODR). Hiermee wil het voorzitterschap tegemoet komen aan de oproep van de informele Europese raad in januari jongstleden om voor de zomer een akkoord te bereiken over online geschillenbeslechting.

De Europese Commissie heeft het voorstel voor een richtlijn ADR consumenten en het voorstel voor een verordening onlinebeslechting van consumentengeschillen (ODR consumenten) tijdens de Raad Concurrentievermogen van 5 en 6 december 2011 gepresenteerd.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 12 maart 2013 heeft het Europees Parlement een wetgevingsresolutie over het verordeningvoorstel betreffende onlinebeslechting van consumentengeschillen aangenomen. 

Op 18 april 2012 is het ontwerpverslag (met ontwerpwetgevingsresolutie) van de rapporteur van de commissie interne markt en gegevensbescherming over het richtlijnvoorstel ADR en het verordeningsvoorstel ODR gepubliceerd.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling EESC

Op 28 maart 2012 heeft het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) een advies gegeven over het verordeningsvoorstel ODR. Het EESC stelt onder meer dat de rechtsgrond verbreed moet worden en het EESC vindt het voorstel weinig ambitieus – de titel is wat dit betreft zelfs misleidend volgens het EESC– en blijft ver achter bij de verwachtingen en bij wat wenselijk en haalbaar was. Zo blijven allerlei technische hulpmiddelen en elektronische informatiesystemen van de zogenoemde tweede generatie ODR, die hun waarde allang hebben bewezen, buiten beschouwing.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

De Commissie voor Consumentenaangelegenheden (CCA) van de Sociaal Economische Raad (SER) heeft op 6 juni 2012 een advies gepubliceerd over alternatieve geschilbeslechting in de EU. De CCA acht het van wezenlijk belang en een voorwaarde voor aanvaarding van de voorgestelde richtlijn dat het Nederlandse systeem van zelfregulering kan worden ingepast in de richtlijn. Verder verdient het volgens de CCA aanbeveling dat expliciet wordt vastgelegd dat sprake is van minimumharmonisatie, zodat ongeacht de gekozen rechtsgrondslag vaststaat dat lidstaten verdergaande bescherming (dan de richtlijn en verordening doen) aan de consument kan bieden.

Op 12 januari 2012 heeft de European Data Protection Supervisor een advies gepubliceerd over de wetgevende voorstellen inzake alternatieve en online beslechting van consumentengeschillen. De EDPS doet een aantal aanbevelingen met betrekking tot bijvoorbeeld het beveiligen van data.


Alle bronnen