E140009 - Voorstel voor een verordening betreffende structurele maatregelen ter verbetering van de weerbaarheid van EU-kredietinstellingen
Op 29 januari 2014 heeft de Europese Commissie een verordening voorgesteld om te verhinderen dat de grootste en meest complexe banken nog langer voor eigen rekening gaan handelen (het zogenaamde proprietary trading). Door de voorgestelde verkrijgen de toezichthouders volgens de Europese Commissie ook de bevoegdheid om deze banken ertoe te verplichten bepaalde mogelijk risicovolle handelsactiviteiten te scheiden van hun depositoactiviteiten indien verdere activiteit in die zin de financiële stabiliteit bedreigt.
Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.
nationaal
De commissie Financiën heeft dit voorstel als prioritair aangemerkt in het Europees werkprogramma Eerste Kamer 2013. Op 18 maart 2014 besloot de commissie dit dossier te betrekken bij het mondeling overleg over de Bankenunie dat plaatsvond op 25 maart 2014.
Europees
Tijdens de raad ECOFIN van 1-2 april 2014 heeft de Europese Commissie het voorstel gepresenteerd. De voorzitter van de expertgroep op dit terrein, Erkki Liikanen, gaf daarbij zijn visie op dit onderwerp. Het Griekse voorzitterschap wilde graag een informele uitwisseling van standpunten, voordat het reguliere wetgevingstraject van start gaat. In de gedachtewisseling heeft de Nederlandse regering aangegeven dat we het Commissievoorstel verwelkomen.
document Europese Commissie
COM(2014)43, d.d. 29 januari 2014
rechtsgrondslag
artikel 114, lid 1 VWEU
commissie Eerste Kamer
De commissie Financiën heeft dit voorstel als prioritair aangemerkt in het Europees werkprogramma Eerste Kamer 2013.Op 18 maart 2014 besloot de commissie dit dossier te betrekken bij het mondeling overleg over de Bankenunie dat plaatsvond op 25 maart 2014.
Tijdens de procedurevergadering van de commissie Financiën op 26 maart 2014 werd besloten het BNC-fiche te betrekken bij het plenaire debat over de kabinetsvisie Nederlandse Bankensector dat plaatsvond op 20 mei 2014.
Op 6 februari 2014 vond een algemeen overleg plaats over de toekomst van de Nederlandse bankensector.
De commissie voor Financiën besloot op 5 februari 2014 dat zij dit voorstel desgewenst willen betrekken bij de verdere behandeling van de kabinetsvisie Nederlandse bankensector en dat ze het voorstel ook betrekken bij de verdere behandeling van de kabinetsreactie over dit voorstel.
-
Verslag van een algemeen overleg, gehouden op 10 september 2014, over Eurogroep/Ecofin Raad Tweede Kamer - 21.501-07, TK, 1178
28 oktober 2014 -
Verslag van een algemeen overleg, gehouden op 2 juli 2014, over de Eurogroep/Ecofin Raad Tweede Kamer - 21.501-07, TK, 1169
22 augustus 2014 -
Verslag van een algemeen overleg, gehouden op 12 juni 2014, over Eurogroep/Ecofin Raad Tweede Kamer - 21.501-07, TK, 1168
14 augustus 2014 -
Verslag van een algemeen overleg, gehouden op 24 april 2014, over de Eurogroep/Ecofin Raad Tweede Kamer - 21.501-07, TK, 1159
7 juli 2014 -
brief van de Algemene Rekenkamer over de ontwikkeling van de Europese Bankenunie Algemene Rekenkamer - 32.013, TK, 78
2 juli 2014 -
Verslag van een algemeen overleg, gehouden op 26 maart 2014, over de Eurogroep/Ecofin Raad; IMF Tweede Kamer - 21.501-07, TK, 1151
26 mei 2014 -
debat over de kabinetsvisie op de Nederlandse bankensector Tweede Kamer - 32.013, nr. 84, item 28
20 mei 2014
In het BNC-fiche van de regering van 28 februari 2014 valt onder andere te lezen dat dit voorstel volgens de regering in lijn is met de Kabinetsvisie Nederlandse Bankensector van augustus 2013 en dat het voorstel daarom op hoofdlijnen gesteund wordt door het kabinet. Het voorstel voorziet in een bredere reeks handelsactiviteiten dan het voorstel van de commissie-Liikanen. Het kabinet acht dit een nuttige toevoeging, omdat tijdens de crisis van 2007-2008 is gebleken dat bijvoorbeeld aan niet centraal geclearde derivaten grote risico's verbonden kunnen zijn.
Wel heeft het kabinet de volgende kanttekeningen bij het voorstel:
-
-De definitie van handelsactiviteiten die bepaalt of het voorstel van toepassing is op een bank, dient te worden verduidelijkt, zodat de impact van het voorstel beter kan worden bepaald.
-
-De drempel voor toepasselijkheid van het verbod op handel voor eigen rekening is - uitgaande van de op dit moment meest voor de hand liggende interpretatie - naar het zich laat aanzien te hoog, aangezien handel voor eigen rekening, anders dan handel voor klanten, bij elke omvang onwenselijk is.15 Het kabinet zal ernaar streven om handel voor eigen rekening voor alle banken te verbieden (ongeacht hun grootte).
-
-De criteria voor de afscheidingsverplichting zullen nader moeten worden ingevuld in het voorstel zelf (zie «Beoordeling bevoegdheids-overdracht aan de Commissie» hiervoor). Daarbij is voor het kabinet van belang dat wordt vermeden dat de hoogte van de drempels zo wordt ingevuld dat dit schadelijk is voor bancaire dienstverlening aan Nederlandse bedrijven.
-
-De definitie van handel voor eigen rekening in het voorstel is tamelijk beperkt; nader onderzoek is nodig om vast te stellen of het verbod hiermee voldoende effect sorteert en of het mogelijk is om het verbod zo nodig op een doelmatige manier te verbreden.
-
-De criteria aan de hand waarvan wordt bepaald of banken verplicht worden handelsactiviteiten af te scheiden, zullen nader moeten worden uitgewerkt in de tekst van het voorstel zelf, zodat de reikwijdte daarvan duidelijker wordt. Hetzelfde geldt voor definitie van securitisaties die geen gevaar voor de financiële stabiliteit worden geacht.
-
brief regering; Fiche: Verordening structuurhervormingen ter verbetering van de weerbaarheid van Europese banken Ministerie van Buitenlandse Zaken - 22.112, TK, 1810
7 maart 2014
Naar aanleiding van het mondiale debat over een hervorming van het bankwezen heeft een deskundigengroep -onder leiding van de gouverneur van de Bank van Finland Liikanen- in 2011 de behoefte aan een structurele hervorming van het Europese bankwezen geëvalueerd. Een van de aanbevelingen in het verslag van deze deskundigengroep uit 2012 was de structurele scheiding van bepaalde risicovolle handelsactiviteiten voor banken waarvan de handelsactiviteiten bepaalde drempels overschrijden.
Op 29 januari 2014 heeft de Europese Commissie een verordening voorgesteld om te verhinderen dat de grootste en meest complexe banken nog langer voor eigen rekening gaan handelen (het zogenaamde proprietary trading). Door de voorgestelde verkrijgen de toezichthouders volgens de Europese Commissie ook de bevoegdheid om deze banken ertoe te verplichten bepaalde mogelijk risicovolle handelsactiviteiten te scheiden van hun depositoactiviteiten indien verdere activiteit in die zin de financiële stabiliteit bedreigt. Naast dit voorstel heeft de Commissie begeleidende maatregelen voorgesteld (COM(2014)40) voorgesteld om bepaalde transacties in de sector van het schaduwbankieren transparanter te maken. Deze maatregelen vormen volgende de Europese Commissie een aanvulling op de grote algemene hervormingen die reeds doorgevoerd zijn om de Europese financiële sector te versterken.
Dit voorstel inzake de structurele hervorming van EU-banken zal alleen van toepassing zijn op de grootste en meest complexe EU-banken met een aanzienlijke handelsactiviteit. Naast het voorkomen dat de belastingbetaler opdraait voor vergissingen en problemen bij banken zijn de doelstellingen van dit voorstel volgens de Europese Commissie:
-
1.een verbod op handel voor eigen rekening in financiële instrumenten en grondstoffen, dat wil zeggen handel met als enige doel winst te maken voor de bank. Deze activiteit houdt tal van risico's in, maar levert volgens de Europese Commissie geen tastbare voordelen op voor de klanten of de ruimere economie.
-
2.de toezichthouders de bevoegdheid verlenen en in sommige gevallen de verplichting opleggen om andere zeer risico beladen activiteiten (zoals marketmaking, transacties in complexe derivaten en securitisatie) over te dragen aan afzonderlijke wettelijke handelsentiteiten binnen de groep (door verzelfstandiging). Het doel hiervan is te voorkomen dat banken het verbod op bepaalde handelsactiviteiten omzeilen door zich in te laten met verborgen handelsactiviteiten voor eigen rekening die te omvangrijk worden of een te hoge hefboom vertonen en die de hele bank en het ruimere financiële systeem in gevaar kunnen brengen. Banken zullen de mogelijkheid hebben deze activiteiten al dan niet te scheiden indien zij ten genoegen van hun toezichthouder kunnen aantonen dat de teweeggebrachte risico's met andere middelen worden beperkt.
-
3.de regels bepalen voor de economische, wettelijke, bestuursmatige en operationele links tussen de afgescheiden handelsactiviteit en de rest van de bankgroep.
-
Verordening betreffende structurele maatregelen ter verbetering van de weerbaarheid van EU-kredietinstellingen commissievoorstel Europese Commissie - COM(2014)43
29 januari 2014 -
Impact assessment accompanying COM(2014)43 [en] werkdocument Europese Commissie - SWD(2014)30 part 1/3
29 januari 2014 -
Impact assessment accompanying COM(2014)43 annexes 1-4 [en] werkdocument Europese Commissie - SWD(2014)30 part 2/3
29 januari 2014 -
Impact assessment accompanying COM(2014)43 annexes 5-14 [en] werkdocument Europese Commissie - SWD(2014)30 part 3/3
29 januari 2014
Tijdens de raad ECOFIN van 1-2 april 2014 heeft de Europese Commissie het voorstel gepresenteerd. De voorzitter van de expertgroep op dit terrein, Erkki Liikanen, gaf daarbij zijn visie op dit onderwerp. Het Griekse voorzitterschap wilde graag een informele uitwisseling van standpunten, voordat het reguliere wetgevingstraject van start gaat. In de gedachtewisseling heeft de Nederlandse regering aangegeven dat we het Commissievoorstel verwelkomen.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
-
brief regering; Geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofinraad van 18 en 19 juni te Luxemburg Ministerie van Financiën - 21.501-07, TK, 1267
12 juni 2015 -
brief regering; Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad van 6 en 7 november te Brussel, alsmede van de Eurogroep van 21 november te Brussel Ministerie van Financiën - 21.501-07, TK, 1180
3 november 2014 -
brief regering; Aanbieding van de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en informele Ecofinraad van 12 en 13 september te Milaan Ministerie van Financiën - 21.501-07, TK, 1170
5 september 2014 -
brief regering; Verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 7 en 8 juli 2014 Ministerie van Financiën - 21.501-07, TK, 1165
10 juli 2014 Bevat bijlagen -
brief regering; Verslag van de Eurogroep en ECOFIN-Raad van 19 en 20 juni 2014 Ministerie van Financiën - 21.501-07, TK, 1163
30 juni 2014 Bevat bijlagen -
brief regering; Geannoteerde agenda ten behoeve van de Eurogroep en Ecofinraad van 7 en 8 juli 2014 Ministerie van Financiën - 21.501-07, TK, 1161
30 juni 2014 -
brief regering; Verslag van de Eurogroep en ECOFIN-Raad van 5 en 6 mei 2014 Ministerie van Financiën - 21.501-07, TK, 1149
13 mei 2014 Bevat bijlagen -
brief regering; Verslag van de Eurogroep en informele Ecofin Raad van 1 en 2 april 2014 te Athene Ministerie van Financiën - 21.501-07, TK, 1134
7 april 2014 Bevat bijlage
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
De commissie voor Europese Zaken van de Franse Senaat heeft op 29 oktober 2015 een politiek standpunt ingenomen over de structurele hervormingen in de bankensector en heeft het Europees Parlement en de Raad hierover ingelicht.
Op 19 maart 2014 heeft de Franse senaat een subsidiariteitsbezwaar vastgesteld. Een van de argumenten hiervoor is dat de senaat van mening is dat de voorgestelde uitzondering in de voorgestelde verordening zal leiden tot een schending van de gelijkheid van de lidstaten en een bedreiging vormt voor de integratie van de Europese financiële markt.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.