E160021
  ruit icoon
Laatste revisie: 14-05-2024

E160021 - Voorstel voor een richtlijn betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan



De Europese Commissie heeft het voorstel voor een richtlijn gepubliceerd om legale migratie van hooggekwalificeerde arbeidskrachten van buiten de EU te bevorderen.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: implementatietraject gestart.

nationaal

Op 27 september 2016 besloot de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het verslag van een schriftelijk overleg (34.536, A) met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor kennisgeving aan te nemen.

Europees

In de derde kwartaalrapportage 2022 van JBZ-dossiers (32.317, NJ bijlagePDF-document) geeft de regering aan dat de Raad en het Europees Parlement formeel akkoord zijn gegaan met het compromis dat is bereikt over het voorstel. De lidstaten hebben twee jaar de tijd om de richtlijn om te zetten in nationale wetgeving. Het kabinet bereidt dit op dit moment de implementatie voor.


Kerngegevens

volledige titel

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad over de voorwaarden voor binnenkomst en verblijf van ingezetenen van derde landen met als doel hoogopgeleide werkzaamheden

document Europese Commissie

COM(2016)378PDF-document, d.d. 7 juni 2016

rechtsgrondslag

Artikel 79, lid 2 a en b VWEU

commissie Eerste Kamer


Implementatie

Richtlijn 2019/1833PDF-document van 20 oktober 2021 werd op 28 oktober 2021 gepubliceerd in Pb EU L 382/1. Lidstaten dienen uiterlijk op 18 november 2023 aan de richtlijn te voldoen. De implementatie van de richtlijn in nationale wetgeving is te laat.

Bron: Stand van zaken implementatie richtlijnen eerste kwartaal 2024


Behandeling Eerste Kamer

Op 27 september 2016 besloot de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het verslag van een schriftelijk overleg (34.536, A) met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor kennisgeving aan te nemen.

Op 12 juli 2018 leverden de fracties van D66, SP en CDA inbreng voor schriftelijk overleg met de regering. De brief met vragen over de ontwerprichtlijn werd verzonden op 20 juli 2016. De minister heeft op 12 september 2016 gereageerd.

Op 28 juni 2016 besprak de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het BNC-fiche van de regering en besloot in schriftelijk overleg te treden met de regering. De inbrengdatum werd gezet op 12 juli 2016.

Op 14 juni 2016 besprak de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid de nadere procedure voor de ontwerprichtlijn en besloot het BNC-fiche van de regering af te wachten.


Behandeling Tweede Kamer

Op 6 juli 2016 besprak de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie de ontwerprichtlijn en het BNC-fiche van de regering in het kader van een algemeen overleg met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de JBZ-Raad van 7 en 8 juli 2016 (JBZ-onderwerpen op het terrein van asiel- en vreemdelingenbeleid).


Standpunt Nederlandse regering

Het kabinet heeft op 24 juni 2016 een BNC-fiche over de ontwerprichtlijn gestuurd. De regering was positief over het voorstel uit 2007, dat resulteerde in de huidige 'Blauwe Kaart'. Het kabinet geeft aan dat het nieuwe voorstel bepaalt dat er geen nationale regelingen over kennismigranten kunnen blijven bestaan naast de Blauwe Kaart, maar geeft aan dat zij de bevoegdheid wil behouden om flexibeler om te kunnen gaan met het beleid voor het aantrekken van kennismigranten. In het geval de onderhandelingen ertoe leiden dat de regels rondom de Blauwe Kaart strenger worden, geeft het kabinet aan dat zij zich zal inzetten om eerdere nationale regelingen te kunnen blijven handhaven. Daarnaast vraagt zij zich af of het voorstel invloed heeft op wijzigingen op sociale zekerheid en is zij van mening dat bedrijven zelf kunnen bepalen of werknemers vaardigheden bezitten die hen geschikt maken voor een bepaalde baan. Verder geeft het kabinet aan dat 'alleen als de vernieuwde Blue Card net zo efficiënt en flexibel wordt als de Nederlandse kennismigrantenregeling (...) het kabinet zich' kan 'voorstellen dat Nederland in de toekomst meer Blue Cards zal gaan verlenen.' In lijn met het IIA Beter Wetgeven, ziet het kabinet graag dat het voorstel vereenvoudigd wordt. Op het gebied van proportionaliteit en subsidiariteit is het kabinet positief, met de aantekening dat er ruimte voor de lidstaten blijft voor aanvullend beleid en flexibelere nationale regelingen kunnen blijven bestaan.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Ter bevordering van de legale migratie heeft de Europese Commissie een voorstel voor een richtlijn gepubliceerd (COM(2016)378) waarmee de bestaande regels voor hooggekwalificeerde arbeidskrachten van buiten de EU (de Europese Blue Card uit 2009; zie ook E090144) worden vervangen. De Europese 'blauwekaartregeling' is tot nu toe ontoereikend gebleken en wordt, vanwege beperkende toelatingsvoorwaarden en het bestaan van parallelle voorschriften, voorwaarden en procedures op nationaal niveau, weinig gebruikt. Slechts 31% van de hoogopgeleide migranten die naar OESO-landen komen, kiest de EU als bestemming.

De nu voorgestelde richtlijn betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan, heeft als doel de EU beter in staat te stellen hooggekwalificeerde (hoogopgeleid en ervaren) kennismigranten aan te trekken en te behouden.

  • Het nieuwe voorstel voorziet in een voor de hele EU geldende uniforme regeling ter vervanging van parallelle nationale regelingen voor hooggekwalificeerde arbeidskrachten van buiten de EU. Dit beidt sollicitanten en werkgevers meer duidelijkheid en maakt de regeling meer zichtbaar en concurrerend. De lidstaten bepalen zelf hoeveel kennismigranten van derde landen zij toelaten. Bij ernstige verstoring van de arbeidsmarkt, zoals een hoge werkloosheid in een bepaalde sector, kan een lidstaat vooraf aan de verstrekking van een blauwe kaart een arbeidsmarkttoets laten uitvoeren.
  • Er komt een verlaagde en gedifferentieerde salarisdrempel, met een flexibele marge waarbinnen de lidstaten de salarisdrempel kunnen afstemmen op de context van hun arbeidsmarkt. Lidstaten mogen de salarisdrempel aanpassen voor pas-afgestudeerden en werknemers in sectoren met een tekort aan arbeidskrachten.
  • De minimumduur van het contract wordt verlaagd van 12 naar 6 maanden.
  • De mobiliteit binnen de EU van houders van een blauwe kaart wordt verbeterd door de aanvraagprocedures in een tweede lidstaat te vereenvoudigen en zakenreizen van maximaal 90 dagen in de lidstaten die de blauwekaartregeling toepassen, toe te staan.
  • Hooggekwalificeerde personen met internationale bescherming kunnen een blauwe kaart aanvragen.
  • Het voorstel versterkt de rechten van zowel de houders van een blauwe EU-kaart (een snellere toegang tot de status van langdurig ingezetene, onmiddellijke toegang tot de arbeidsmarkt) als hun gezinsleden (zij kunnen de houder van de Europese blauwe kaart vergezellen).

Behandeling Raad

In de derde kwartaalrapportage 2022 van JBZ-dossiers (32.317, NJ bijlagePDF-document) geeft de regering aan dat de Raad en het Europees Parlement formeel akkoord zijn gegaan met het compromis dat is bereikt over het voorstel. De lidstaten hebben twee jaar de tijd om de richtlijn om te zetten in nationale wetgeving. Het kabinet bereidt dit op dit moment de implementatie voor.

In de eerste kwartaalrapportage 2021 van JBZ-dossiers (32.317, LX bijlage), welke bij de geannoteerde agenda JBZ-Raad van 11-12 maart 2021 verstuurd is, geeft de regering aan dat de onderhandelingen over een Europese blauwe kaart zich al enige tijd in een impasse bevinden. De Europese Commissie en het Europees Parlement verzetten zich eerder tegen de mogelijkheid van parallelle nationale systemen, omdat dit het harmoniserende effect van het voorstel aanzienlijk vermindert. Met het aantreden van de nieuwe Europese Commissie en het Europees Parlement lijkt nieuwe ruimte voor onderhandelingen te zijn ontstaan. Naar verwachting zullen besprekingen spoedig worden hervat.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 5 juli 2017 werd het besluit om interinstitutionele onderhandelingen met de Raad te starten bevestigd in een plenaire vergadering van het Europees Parlement.

Op 28 juni 2017 publiceerde de commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken een verslagPDF-document met een ontwerpwetgevingsresolutie voor de ontwerprichtlijn.

Op 31 mei 2017 bracht de commissie voor Werkgelegenheid en Sociale Zaken een adviesPDF-document uit met betrekking tot de ontwerprichtlijn.

Op 18 mei 2017 publiceerde het Europees Parlement een briefingPDF-document over de stand van zaken met betrekking tot de wetgevingsprocedure voor de ontwerprichtlijn.

Op 26 januari 2017 bracht de commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE) een ontwerpverslagPDF-document uit met betrekking tot de ontwerprichtlijn.

Op 7 november 2016 besprak de commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE) de ontwerprichtlijn.

Het voorstel wordt behandeld door de commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE) van het Europees Parlement. Daarnaast zijn de commissie voor Werkgelegenheid en Sociale Zaken (EMPL) en de commissie voor Juridische Zaken (JURI) ingesteld als adviescommissie.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

Op 27 september 2016 nam de Kamer van Afgevaardigden van Roemenië een resolutie aan waarin wordt gesteld dat de ontwerprichtlijn in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel, maar waarin tegelijkertijd een aantal kanttekeningen worden geplaatst bij de ontwerprichtlijn. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese instellingen gedeeld.

De deadline voor het indienen van een subsidiariteitsbezwaar verstreek op 22 september 2016.

Op 21 september 2016 nam de Senaat van Roemenië een resolutie aan waarin wordt gesteld dat de ontwerprichtlijn in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese instellingen gedeeld.

Op 21 september 2016 nam het Parlement van Portugal een resolutie aan waarin wordt gesteld dat de ontwerprichtlijn in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese instellingen gedeeld.

Op 20 september 2016 nam de Senaat van Polen een resolutie aan waarin wordt gesteld dat de ontwerprichtlijn niet in overeenstemming is met het proportionaliteitsbeginsel. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese instellingen gedeeld.

Op 15 september 2016 diende het Parlement van Bulgarije een subsidiariteitsbezwaar in bij de Europese Commissie vanwege zorgen over de effecten van de voorgestelde ontwerprichtlijn op de lokale economie.

Op 13 september 2016 nam de Federale Raad van Oostenrijk een resolutie aan waarin een aantal kanttekeningen worden gemaakt bij de ontwerprichtlijn. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese instellingen gedeeld.

Op 3 september 2016 nam de Senaat van Italië een resolutie aan waarin wordt gesteld dat de ontwerprichtlijn in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese instellingen gedeeld.

Op 1 september 2016 diende de Kamer van Afgevaardigden van Tsjechië een subsidiariteitsbezwaar in bij de Europese Commissie met betrekking tot de ontwerprichtlijn.

Op 27 augustus 2016 diende de Senaat van Tsjechië een subsidiariteitsbezwaar in bij de Europese Commissie met betrekking tot de ontwerprichtlijn.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen