E090144
Laatste revisie: 08-08-2011

E090144 - Richtlijn betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan (Europese blue card)



Op 23 oktober 2007 heeft de Europese Commissie een voorstelPDF-document voor een richtlijn ten aanzien van de voorwaarden voor binnenkomst en verblijf van hooggekwalificeerde werknemers aangenomen. Het voorstel regelt de invoering van een zogenaamde 'blue card', een verblijfs- en werkvergunning die kennismigranten in de Europese Unie via een snelle toelatingsprocedure kunnen aanvragen. Hiermee moet de EU voor deze migranten minstens zo aantrekkelijk worden als Australië, Canada en de Verenigde Staten.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: implementatietraject gestart.

Nationaal

De richtlijn is op 19 juni 2011 inwerking getreden. 

Europees

Richtlijn 2009/50/EGPDF-document werd tijdens de Landbouw- en Visserijraad d.d. 25 mei 2009 als A-punt afgehandeld en gepubliceerd in Pb EU L155 d.d. 18 juni 2009.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2007)637PDF-document, d.d. 23 oktober 2007

commissie Eerste Kamer

beleidsterreinen

verwante dossiers


Implementatie

Richtlijn 2009/50/EGPDF-document is op 19 juni 2011 inwerking getreden middels het Besluit van 15 juni 2011 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van onderdelen van het Besluit modern migratiebeleid en tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Besluit inburgering in verband met die inwerkingtreding. Dit besluit is gepubliceerd in Staatsblad 291 van 17 juni 2011.


Behandeling Eerste Kamer

De brief van de minister van Justitie d.d. 15 oktober 2008 inzake onderhavige richtlijn werd op 21 oktober 2008 voor kennisgeving aangenomen. De commissie adviseerde de Kamer instemming te verlenen aan het richtlijnvoorstel

Op 30 september 2008 heeft de commissie voor de JBZ-Raad de staatssecretaris per brief nog een aantal vragen voorgelegd om meer duidelijkheid te krijgen over het salariscriterium dat gaat gelden voor het verkrijgen van een blue card. Deze vragen werden op 15 oktober 2008 per brief beantwoord door de minister van Justitie.

Op 19 september 2008 heeft de staatssecretaris van Justitie een brief gezonden naar de Eerste Kamer met een toelichting op de stand van zaken in de onderhandelingen over de Europese Blue Card. Uit de brief blijkt dat aan diverse bezwaren van de Nederlandse regering in de onderhandelingen tegemoet is gekomen, maar dat er desalniettemin nog het een en ander te wensen overblijft. De conclusie van de staatssecretaris is dat de introductie van de Blue Card zoals deze nu wordt voorgesteld Nederland niet veel zal schaden, maar ook niet echt te baat zal zijn. Er zijn echter onvoldoende bezwaren, aldus de staatssecretaris, om het voorstel te blokkeren.

Op 28 november 2007 heeft de staatssecretaris een antwoord gestuurd op de brief van 9 oktober 2007. Deze is op 4 december 2007 voor kennisgeving aangenomen.

Op 20 november 2007 heeft de commissie voor de JBZ-Raad besloten vragen voor te leggen aan de regering over onderhavige ontwerprichtlijn. Daartoe is op 26 november 2007 een brief verstuurd. De vragen zijn vervolgens per brief d.d. 11 januari 2008 beantwoord door de minister van Justitie, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Op 6 november 2007 heeft de Eerste Kamer instemming onthouden op formele gronden. Op 20 november 2007 wordt een inhoudelijke bespreking aan dit onderwerp gewijd.

Op 9 oktober 2007 heeft de commissie voor de JBZ-Raad een brief gestuurd naar de staatssecretaris van Justitie, waarin onder meer een vraag is opgenomen over de EU Blue Card.


Behandeling Tweede Kamer

Op 28 mei 2008 hebben de commissies voor Justitie en voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid overleg gevoerd met de staatssecretaris van Justitie en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over onderhavige richtlijn en de richtlijn arbeidsmigratie (zie E090145)

Tijdens het debat van 17 januari 2008 over Arbeidsmigratie, naar aanleiding van het algemeen overleg van 19 december 2007, is een motie ingediend ( 29861, 28) waarmee de regering verzocht wordt bij de onderhandelingen over de 'blue card' als uitgangspunt te hanteren dat Nederland de mogelijkheid behoudt tot een vraaggerichte toelating van kennismigranten van buiten de EU en dat de opbouw van sociale zekerheidsrechten van kennismigranten in een ander EU-land niet leiden tot extra aanspraken op sociale zekerheid in Nederland. Deze motie is op 22 januari 2008 aangenomen.

Op 28 november 2007 heeft de staf van de commissie Europese Zaken van de Tweede Kamer een stafnotitie opgesteld ten behoeve van de behandeling van onderhavig voorstel.

Op 26 september 2007 hebben de vaste commissies voor Justitie, voor Buitenlandse Zaken, en voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de algemene commissie voor Wonen, Wijken en Integratie overleg gevoerd met de staatssecretaris van justitie. De brief van 11 september 2007 over onder andere de blue card is hier aan de orde geweest.

Op 24 september 2007 heeft de staf van de commissie Europese Zaken van de Tweede Kamer een stafnotitie opgesteld, waarin wordt vooruitgelopen op de plannen voor een Europese Blue Card.

Op 4 juli 2007 heeft de commissie Justitie van de Tweede Kamer in een algemeen overleg aandacht besteed aan de plannen voor een Europese Blue Card.


Standpunt Nederlandse regering

Verkort BNC-fiche

In het verkort BNC-fiche geeft de regering een eerste oordeel over het gepresenteerde voorstel. Voorop gesteld wordt dat de regering het voorstel voor een EU-regeling op het gebied van toelating van kennismigranten steunt. Nederland zal waarschijnlijk van de blue card profiteren, onder meer door het vooruitzicht van doormigratie dat aan kennismigranten kan worden geboden. Zowel het subsidiariteits- als het proportionaliteitsoordeel zijn positief. Wel zal in de onderhandelingen duidelijk moeten worden gemaakt of de ontwerprichtlijn aanvullend is op nationaal beleid, of hier volledig voor in de plaats treedt. Met dat laatste zou de regering moeite hebben.

De regering merkt in het fiche voorts een aantal inhoudelijke bezwaren aan. Allereerst heeft de zij moeite met de aanvullende eisen die aan kennismigranten worden gesteld, naast het salariscriterium. De geboden mogelijkheid tot het doen van een arbeidsmarkttoets kan de doelstelling van één gemeenschappelijke toelatingsprocedure ondergraven. Tot slot meent de regering dat de geldigheidsduur van de blue card (twee jaar) aan de korte kant is.

Ex ante appreciatie

Vóór de bekendmaking van de precieze inhoud van het voorstel, is in een brief van de staatssecretaris van Justitie over een gemeenschappelijk Europees asielbeleid en de Blue Card van 11 september 2007, al een eerste standpunt van het kabinet ten aanzien van, onder meer, de Blue Card gegeven.

In beginsel staat het kabinet positief tegenover EU-beleid op het gebied van arbeidsmigratie. Wel dient dit beleid voldoende ruimte te bieden voor nationaal beleid, de procedures zo eenvoudig mogelijk vorm te geven en de ontwikkelingen in de nationale economie en arbeidsmarkt te respecteren. Eerder heeft het kabinet al aangegeven dat EU-beleid wenselijk kan zijn om positieve effecten van arbeidsmigratie voor de EU als geheel te vergroten. Ook kunnen daarmee negatieve spillover-effecten tussen lidstaten onderling en illegale immigratie of tewerkstelling worden tegen gegaan. Het kabinet staat in beginsel positief tegenover een systeem voor de toelating van kennismigranten voor zover dat wordt gebaseerd op vraagsturing.

Ook kan het kabinet zich vinden in de mogelijkheid dat een kennismigrant na een bepaalde periode van verblijf in de eerste EU-lidstaat van bestemming toegang kan krijgen tot de arbeidsmarkt van de andere EU-lidstaten. Het zou voor kennismigranten minder risicovol worden om voor Nederland als klein land met een weinig gangbare taal te kiezen, omdat (toekomstige) arbeidsmogelijkheden elders in de EU makkelijker toegankelijker worden. Wel wordt benadrukt dat dit recht op intra-EU mobiliteit noodzaakt tot een zekere mate van harmonisatie van de definitie van kennismigranten.

Ten aanzien van de gemeenschappelijke snelle procedure voor kennismigranten is het kabinet van mening dat het de transparantie binnen de EU kan doen vergroten en tot eenduidiger procedures kan leiden. De toelatingsprocedures voor kennismigranten zouden zo eenvoudig mogelijk moeten zijn, om geen onnodige barrières op te werpen. Wel zou een eventuele gemeenschappelijke snelle procedure voor de EU complementair moeten zijn aan het bestaande nationale toelatingsbeleid voor kennismigranten en geen substituut daarvan.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Op 23 oktober 2007 heeft de Europese Commissie een voorstelPDF-document voor een richtlijn ten aanzien van de voorwaarden voor binnenkomst en verblijf van hooggekwalificeerde werknemers aangenomen. Het voorstel regelt de invoering van een zogenaamde 'blue card', een verblijfs- en werkvergunning die kennismigranten in de Europese Unie via een snelle toelatingsprocedure kunnen aanvragen. Hiermee moet de EU voor deze migranten minstens zo aantrekkelijk worden als Australië, Canada en de Verenigde Staten. Teneinde de Europese economie voldoende concurrerend te kunnen houden, zal de vraag naar hooggekwalificeerde werknemers uit landen buiten de EU, mede door de toenemende vergrijzing, steeds groter worden. Momenteel gaat van die migranten nog 55% naar de Verenigde Staten, terwijl slechts 5% van hen naar Europa komt. Het voorstel beoogt aantrekkelijker voorwaarden te creëren voor toegang en verblijf voor deze migranten.

Het voorstel vloeit voort uit het 'Beleidsplan legale migratie' (E090141), dat de Commissie op 21 december 2005 publiceerde, ingevolge het Haags programma en het Groenboek Arbeidsmigratie. In het Beleidsplan werd behalve een algemeen kader voor arbeidsmigratie ook een viertal specifieke richtlijnen aangekondigd, waaronder onderhavig voorstel.

Het voorstel geeft geen recht op toelating en is vraaggestuurd. Bovendien behouden lidstaten het recht zelf te bepalen hoeveel hooggekwalificeerde werknemers er worden toegelaten. Voor de snelle toelatingsprocedure gelden de volgende criteria:

  • het hebben van een arbeidscontract;
  • voldoen aan bepaalde professionele kwalificaties (voor ongereglementeerde beroepen geldt dat een aanvrager de voor het beroep benodigde hogere opleiding moet hebben genoten of drie jaar vergelijkbare werkervaring moet hebben. Voor gereglementeerde beroepen geldt dat de aanvrager moet voldoen aan de eisen van nationale of Europese regelgeving daaromtrent);
  • een salaris dat ten minste drie keer het minimumloon van de ontvangende lidstaat bedraagt.

Werknemers die voldoen aan de voorwaarden, kunnen in aanmerking komen voor een speciale verblijfs- en werkvergunning, de 'EU Blue Card'. Houders van een Blue Card krijgen dezelfde sociaal-economische rechten als andere werknemers. Bovendien gelden voor hen gunstige voorwaarden voor gezinshereniging.

De toegang tot de arbeidsmarkt in de lidstaat geldt in eerste instantie voor twee jaar. Daarna kan de Blue Card worden verlengd voor een periode van ten minste twee jaar. Ook kunnen Blue Card houders na twee jaar in een andere lidstaat gaan werken, op voorwaarde dat zij ook daar voldoen aan de eerder genoemde criteria.

Het voorstel bevat een speciale regeling voor Young professionals onder de dertig jaar. Voor hen gelden onder meer lagere salaris- en werkervaringseisen.

Blue Card houders kunnen perioden van verblijf in maximaal drie verschillende lidstaten bij elkaar optellen om de status van langdurig ingezetene te verkrijgen. Hiermee wordt afgeweken van Richtlijn 2003/86/EGPDF-document betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen. Ingevolge deze richtlijn kennen lidstaten deze status toe aan onderdanen van derde landen die legaal en ononderbroken vijf jaar op hun grondgebied verblijven.

Om negatieve effecten van braindrain uit ontwikkelingslanden, en dan vooral uit Afrika, zo veel mogelijk te voorkomen, beoogt het voorstel actieve werving door lidstaten in ontwikkelingslanden die al met ernstige braindrain te kampen hebben, tegen te gaan. Het gaat daarbij met name om de gezondheidssector. Bovendien stimuleert het voorstel circulaire en tijdelijke migratie. Blue Card houders uit ontwikkelingslanden kunnen voor langere perioden terugkeren naar hun thuisland voor werk of studie, zonder dat dit bijvoorbeeld invloed heeft op een eventuele aanspraak op de status van langdurig ingezetene.


Behandeling Raad

JBZ-Raad 25 september 2008 (agendapunt B2)

De voorzitter gaf tijdens deze raad aan dat de voorliggende tekst van de richtlijn een evenwichtig compromis vormt. De Europese Commissie ondersteunde het compromis en benadrukte het belang om de Europese Unie aantrekkelijker te maken voor kennismigranten. De voorzitter constateerde dat er een algemeen akkoord is en verwees het voorstel naar het Comité voor Permanente Vertegenwoordigers om een oplossing te zoeken voor de nog resterende punten.

Tijdens deze bijeenkomst van de Raad wilde het Franse voorzitterschap op hoofdlijnen de instemming van de lidstaten vragen. Ondanks de beperkingen van het voorstel kan Nederland instemmen met het voorstel omdat het gezien moet worden als een eerste stap. Belangrijk is dat de complementariteit ondubbelzinnig is vastgelegd en de toelatingsprocedure, in vergelijking met het oorspronkelijke voorstel, is vereenvoudigd, hoewel de nationale kennismigrantenregeling waarschijnlijk een aantrekkelijker - en daardoor ook meer gebruikte - toelatingsroute blijft.

JBZ-Raad 24 en 25 juli 2008 (agendapunt B2)

Uit het verslag blijkt dat er in het bijzonder van gedachten is gewisseld over de toelatingscriteria (hogere beroepskwalificaties en salaris) en de opportuniteit van het naast elkaar bestaan van de Europese blauwe kaart en nationale stelsels voor kennismigranten. Minister Hirsch Ballin heeft aangegeven dat hij de complementariteit van nationale kennismigrantenregelingen van essentieel belang vindt. Een grote meerderheid van de lidstaten kon zich vinden in het punt van de complementariteit.

Het Voorzitterschap heeft de Europese blue card weer op de agenda van de Raad geplaatst, zo blijkt uit de geannoteerde agenda. Er is nog geen besluitvorming voorzien. De Nederlandse regering staat nog steeds positief ten opzichte van de doelstelling van de richtlijn: het aantrekkelijker maken van de EU voor kennismigranten, maar heeft nog wel vragen bij het gebruikte middel. De blue card lijkt slechts een eerste stap te zijn in een ruimer legaal migratiebeleid.

Met betrekking tot het voorliggende voorstel richt de regering zich met name op een snelle toelatingsprocedure op grond van objectieve criteria, een minimum aan bureaucratie en ruime mogelijkheden voor intra-EU mobiliteit.

JBZ-Raad 8 en 9 november 2007 (agendapunt B10a)

Commissie Frattini lichtte dit voorstel en de ontwerprichtlijn betreffende één enkele aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning voor onderdanen van derde landen om op het grondgebied van een lidstaat te verblijven en werken en betreffende een gemeenschappelijk pakket rechten voor werknemers uit derde landen die legaal in een lidstaat verblijven (zie E090145) toe, waarna in de Raad een eerste gedachtewisseling werd gehouden. Een aantal lidstaten gaf aan de voorstellen te toetsen aan nationale bevoegdheden en benadrukten dat de lidstaten zelf verantwoordelijk blijven voor - de sturing van - arbeidsmigratie. Andere lidstaten wenste verduidelijking van de gehanteerde definities en criteria.

Staatssecretaris Albayrak gaf aan zich zorgen te maken over de meerwaarde van de richtlijn over hooggekwalificeerde arbeidskrachten, nu het voorstel naast een salariscriterium ook vereist dat opleiding en werkervaring wordt getoetst en er de mogelijkheid bestaat dat lidstaten een arbeidsmarkttoets mogen uitvoeren zowel bij eerste toelating als bij doormigratie binnen de EU. Zij bepleitte snelheid en soepelheid. Over de algemene kaderrichtlijn meldde Nederland dat één gecombineerde tewerkstellings- en verblijfsvergunning voor alle soorten arbeid Nederland te ver gaat. Nederland is positief over de bepalingen inzake gelijke behandeling, maar bestudeert in hoeverre dit zal leiden tot aanspraken op voortgezet verblijf naar aanleiding van jurisprudentie van het Hof van Justitie EG.

Het voorzitterschap berichtte dat op 6 december 2007 een gezamenlijke bijeenkomst van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken, en de ministers van Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken is voorzien over migratie, werkgelegenheid en de Lissabon-strategie.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op woensdag 19 november 2008 kwam het Europees Parlement plenair bijeen voor de gecombineerde behandeling van:

  • het verslag van Ewa Klamt (EVP, Duitsland) over de voorwaarden voor binnenkomst en verblijf voor onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan (Blue Card);
  • en het verslag van Patrick Gaubert (EVP, Frankrijk) over een procedure voor de enkele aanvraag van een gecombineerde verblijf- en werkvergunning.

Op donderdag 20 november 2008 zijn deze verslagen in geamendeerde vorm aangenomen door het Europees Parlement (verslag Klamt: 388 stemmen voor, 56 stemmen tegen, 124 onthoudingen en verslag Gaubert met 442 stemmen voor, 77 stemmen tegen, 42 onthoudingen).

Een uitgebreid verslag van deze behandeling vindt u hierWord-document.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

Op 23 oktober 2007 is het rapport "Immigration policy and welfare state design; a qualitative approach to explore the interaction" van het Centraal Planbureau verschenen.


Alle bronnen