E220029 - Voorstel voor een Verordening van de Raad tot vaststelling van een kader om de uitrol van hernieuwbare energie te versnellen
Op 9 november 2022 presenteerde de Europese Commissie de noodverordening tot vaststelling van een kader om de uitrol van hernieuwbare energie te versnellen. Het voorstel vloeit voort uit de conclusies van de Europese Raad van 20 en 21 oktober 2022 waarin werd opgeroepen tot een versnelde vereenvoudiging van de vergunningsprocedures om de uitrol van hernieuwbare energie en energienetten te bespoedigen, met inbegrip van noodmaatregelen op basis van artikel 122 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.
nationaal
Op 11 juli 2023 besloot de commissie om af te zien van het stellen van nadere vragen aan de Europese Commissie en om de antwoorden van de Europese Commissie van 18 april 2023 (36.286, C) voor kennisgeving aan te nemen.
Europees
Op 19 december 2022 is er een politiek akkoord bereikt over het voorstel (21.501-33, 996).
volledige titel
Voorstel voor een Verordening van de Raad tot vaststelling van een kader om de uitrol van hernieuwbare energie te versnellen
document Europese Commissie
COM(2022)591, d.d. 9 november 2022
commissies Eerste Kamer
beleidsterrein
Op 22 december 2022 is Verordening 2022/2577 van 29 december 2022 gepubliceerd in het Europees Publicatieblad (L335/36) en treedt op 30 december 2022 in werking. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
-
Verordening 2022/2577 van de Raad van 22 december 2022 tot vaststelling van een kader om de inzet van hernieuwbare energie te versnellen Europese raad - 2022/2577
29 december 2022
Op 11 juli 2023 besloot de commissie om af te zien van het stellen van nadere vragen aan de Europese Commissie en om de antwoorden van de Europese Commissie van 18 april 2023 (36.286, C) voor kennisgeving aan te nemen.
Op 27 juni 2023 besloot de commissie om het antwoord van de Europese Commissie (36.286, C) aan te houden en opnieuw te agenderen op 11 juli 2023.
Op 30 mei 2023 besloot de commissie het antwoord van de Europese Commissie (36.286, C) aan te houden en opnieuw te agenderen op 27 juni 2023.
Op 26 mei 2023 is de brief met het verzoek de Kamer geïnformeerd te houden over enkele onderwerpen genoemd in de beantwoording van 8 mei 2023 verstuurd aan de minister voor Klimaat en Energie.
Op 23 mei 2023 besloot de commissie het verslag nader schriftelijk overleg (36.286, D) voor kennisgeving aan te nemen. Op verzoek van het lid Kluit (GroenLinks) zal de minister per brief worden verzocht de Kamer geïnformeerd te houden over enkele onderwerpen genoemd in de beantwoording van 8 mei 2023.
Op 9 mei 2023 besloot de commissie inbreng te leveren voor nader schriftelijk overleg met de Europese Commissie op 30 mei 2023. Het lid Crone (PvdA) heeft reeds kenbaar gemaakt dat de fracties GroenLinks en de PvdA gezamenlijk inbreng zullen leveren.
Op 8 mei 2023 stuurde de minister voor Klimaat en Energie een antwoord op de brief met vragen van 12 april 2023. Op 9 mei 2023 is het verslag schriftelijk overleg vastgesteld (36.286, D). De commissie bespreekt het antwoord op 23 mei 2023.
Op 18 april 2023 stuurde de Europese Commissie een antwoord op de vragen van de commissie (36.286, C). De commissie bespreekt het antwoord op 9 mei 2023.
Op 12 april 2023 is de brief met nadere vragen verstuurd aan de minister voor Klimaat en Energie.
Op 4 april 2023 leverden de fracties van GroenLinks (Kluit) en PvdA (Crone) gezamenlijk inbreng voor nader schriftelijk overleg.
Op 21 maart 2023 besloot de commissie inbreng te leveren voor nader schriftelijk overleg op 4 april 2023.
Op 13 maart 2023 stuurde de minister voor Klimaat en Energie een antwoord op de brief met vragen van 11 januari 2023. Het verslag schriftelijk overleg werd vastgesteld op 14 maart 2023 (36.286, B).
Op 12 januari 2023 is de brief met vragen in het kader van de politiek dialoog (36.286, A) verstuurd naar de Europese Commissie.
Op 11 januari 2023 is de brief met vragen verstuurd aan de minister voor Klimaat en Energie.
Op 20 december 2022 leverden de fractie van GroenLinks (Kluit), mede namens de fracties van de PvdA en de PvdD inbreng voor schriftelijk overleg met de Europese Commissie. De fractie van PvdD (Koffeman) levert daarnaast nog inbreng voor schriftelijk overleg met de regering.
Op 6 december 2022 besloot de commissie het voorstel in behandeling te nemen en inbreng te leveren voor schriftelijk overleg op 20 december 2022.
-
-
-
-
-
brief aan de minister voor K&E over noodverordening versnelde inzet van hernieuwbare energie 36.286, EK, ? wordt later als kamerstuk gepubliceerd
26 mei 2023 -
-
-
-
brief aan de minister voor Klimaat en Energie inzake nadere vragen over de appreciatie van de noodverordening versnelde inzet van hernieuwbare energie 36.286, EK, nog niet als kamerstuk gepubliceerd
12 april 2023 -
-
-
verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor K&E inzake Europese noodverordening versnelde inzet van hernieuwbare energie 36.286, EK, B
14 maart 2023 Bevat bijlage -
brief aan de Vice-voorzitter van de Europese Commissie met vragen over de Europese noodverordening versnelde inzet van hernieuwbare energie 36.286, EK, A
12 januari 2023 Bevat bijlage -
brief aan de minister voor K&E met vragen over de Europese noodverordening inzake de versnelde inzet hernieuwbare energie 36.286, EK, nog niet als kamerstuk gepubliceerd
11 januari 2023
Tijdens het commissiedebat van 14 december 2022 (21.501-33, 1000) over de Energieraad is onder andere gesproken over de noodverordening inzake de versnelde inzet van hernieuwbare energie.
-
Verslag van een commissiedebat, gehouden op 14 december 2022, over de Energieraad (formeel) d.d. 19 december 2022 21.501-33, TK, 1000
11 januari 2023
Op 2 december 2022 ontving de Kamer de kabinetsappreciatie (22112, IZ) over het voorstel. Het kabinet deelt de urgentie die de Commissie plaatst bij snellere vergunningverlening voor de energietransitie, en voor de doelen uit REPowerEU. Het kabinet geeft dan ook aan over het algemeen positief voor de voorgestelde wetgeving te staan.
De houding van het kabinet ten aanzien van de bevoegdheid is positief. Het kabinet kan zich vinden in de gekozen rechtsgrondslag (artikel 122 VWEU). Dit artikel geeft de EU de bevoegdheid om voor de economische situatie passende maatregelen vast te stellen, met name indien zich bij de voorziening van bepaalde producten (in het bijzonder op energiegebied) ernstige moeilijkheden voordoen. Er is op het terrein van energie een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten.
Tevens oordeelt het kabinet positief over de subsidiariteit van het voorstel. Met deze verordening wil de Commissie op een gecoördineerde wijze versnelling van de energietransitie verwezenlijken en de afhankelijkheid van aardgas afbouwen. De uiteindelijke effecten van een gebrek aan hernieuwbare energie zijn grensoverschrijdend waardoor het beleid in andere lidstaten van grote invloed is op het milieu en klimaat in Nederland. Daarom is er meerwaarde in EU-optreden. Bij gebrek aan gecoördineerd beleid bestaat volgens het kabinet het risico dat lidstaten vanwege zorgen over een ongelijk speelveld onvoldoende actie zullen gaan ondernemen. Daarbij biedt een EU-breed regelgevend kader meer zekerheid aan investeerders en wordt een gefragmenteerde aanpak en mogelijke vertraging op de energietransitie verkomen.
Ook het oordeel over de proportionaliteit van het voorstel is positief. Het kabinet vindt het voorgestelde optreden geschikt om de doelstellingen uit de verordening te bereiken omdat het vergunningsproces eenvoudiger wordt. Daarbij wordt het vergunningsproces versneld door het stellen van maximumtermijnen aan de vergunnignverlening. Volgens het kabinet kunnen zo hernieuwbare energiebronnen sneller en meer worden gebruikt, kan de afhankelijkheid van gas dus sneller worden afgebouwd en kan de energietransitie sneller worden verwezenlijkt. Echter laten de vastgestelde doorlooptijden van vergunningverlening volgens het kabinet weinig ruimte voor interpretatie van de lidstaten. Het kabinet zal hier aandacht voor vragen. Het kabinet stelt dat, gezien de urgentie van het onderwerp, de regelgeving als geheel niet verder dan noodzakelijk gaat om de doelstelling van het optreden te bereiken.
-
brief van de minister voor K&E inzake appreciatie Europese noodverordening 'Versnelde inzet van hernieuwbare energie' 22.112, EK, IZ
2 december 2022 Bevat bijlage
Op 9 november 2022 presenteerde de Europese Commissie de noodverordening tot vaststelling van een kader om de uitrol van hernieuwbare energie te versnellen. Het voorstel vloeit voort uit de conclusies van de Europese Raad van 20 en 21 oktober 2022 waarin werd opgeroepen tot een versnelde vereenvoudiging van de vergunningsprocedures om de uitrol van hernieuwbare energie en energienetten te bespoedigen, met inbegrip van noodmaatregelen op basis van artikel 122 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Met het oog op de hoge urgentie van de energietransitie en de huidige energiecrisis stelt de Europese Commissie onderhavige noodverordening voor om vergunningverlening voor hernieuwbare energiebronnen in EU-lidstaten te versoepelen en te versnellen teneinde de afhankelijkheid van Europa van Russische fossiele brandstoffen af te bouwen. Het betreft met name het versnellen van de vergunningverlening voor energieprojecten door energie-opwek faciliteiten, de aansluiting ervan op het netwerk en eventueel nieuw netwerk door deze aan te merken als overstijgend publiek belang. Daarbij worden wijzigingen voorgesteld over de toetsingswijze van ecologische impact bij projecten in het kader van de energietransitie buiten Natura2000- gebieden, mits significante negatieve effecten kunnen worden uitgesloten.
-
Voorstel voor een Verordening van de Raad tot vaststelling van een kader om de uitrol van hernieuwbare energie te versnellen voorstel Europese Commissie - COM(2022)591
9 november 2022
Op 19 december 2022 is er een politiek akkoord bereikt over het voorstel (21.501-33, 996).
Op 24 november 2022 is er in de Energieraad een inhoudelijk akkoord bereikt over dit voorstel (21.501-33, 989). Het kabinet geeft aan tevreden te zijn met de definitieve tekst van de noodverordening.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
-
brief regering; Geannoteerde Agenda Energieraad 19 december 2022 21.501-33, TK, 996
9 december 2022 Bevat bijlage -
brief regering; Verslag Buitengewone Energieraad 24 november 2022 21.501-33, TK, 989
2 december 2022 Bevat bijlage
De commissie voor Industrie, onderzoek en wetenschap (ITRE) van het Europees Parlement behandelt het voorstel. De commissie voor Milieubeheer, volksgezondheid en voeldselveiligheid (ENVI) is aangesteld als adviescommissie.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.