E040046
Laatste revisie: 25-04-2006

E040046 - Richtlijn van de Raad tot wijziging van bijlage VI bij Richtlijn 91/414/EEG ten aanzien van gewasbeschermingsmiddelen die micro-organismen bevatten.



In dit voorstel wordt wijziging van de bijlage bij de Richtlijn betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (91/414/EEG) voorgesteld.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2003)814PDF-document, d.d. 22 december 2003

commissie Eerste Kamer

beleidsterrein


Implementatie

Richtlijn 2005/25/EGPDF-document dient voor 28 mei 2006 te zijn geïmplementeerd. De implementatie is reeds afgerond middels MNE(2005)60178 d.d. 15 december 2005.

Bron: Kwartaaloverzicht omzetting EG-richtlijnen, stand per 31 maart 2006


Behandeling Eerste Kamer

De commissie Europese samenwerkingsorganisaties heeft in haar vergadering d.d. 9 maart 2004 besloten het onderhavig voorstel tot een richtlijn onder de aandacht te brengen van de commissie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Op 6 april 2004 is het voorstel voor een richtlijn geagendeerd in de commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit alwaar de commissie slechts opmerkte dat het pleidooi voor een snellere implementatie van de Richtlijn haar volledige steun heeft.


Standpunt Nederlandse regering

In fiche 6 spreekt de Nederlandse regering een positief oordeel uit over zowel de subsidiariteit als de proportionaliteit Het betreft namelijk een exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie en tevens is in de te wijzigen richtlijn bepaald dat wijzigen van de bijlagen kan geschieden met behulp van een richtlijn (proportionaliteitsbeginsel).

Ondanks dat de regering pleit voor een snelle afronding van dit voorstel (gelet op de politieke wenselijkheid) worden problemen voorzien bij de beoogde implementatie van onderhavig voorstel (6 maanden). De regering zal een implementatietermijn bepleiten van 18 maanden; dit wordt nodig geacht i.v.m. het politiek belang van het gewasbeschermingsdossier alsmede m.h.o.o. de zwaarte van de procedure bij het aanpassen van de Nederlandse wetgeving (bestrijdingsmiddelenwet).

In algemene zin onderschrijft de regering het streven naar een hoog beschermingsniveau voor mens en dier. Ook de duidelijkheid ten aanzien van het beoordelingmechanisme en het geharmoniseerde toelatingsbeleid worden toegejuicht.

  • bnc-fiche Ministerie van Buitenlandse Zaken - 22.112, 307[6]
    19 februari 2004

Samenvatting voorstel Europese Commissie

Volgens Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen moeten alle voor de Europese markt bestemde gewasbeschermingsmiddelen op uniforme wijze worden geëvalueerd wat hun werkzaamheid en de gevaren voor de volksgezondheid en het milieu betreft. Daartoe is een tweeledige regeling getroffen. De werkzame stoffen worden op communautair niveau geëvalueerd, terwijl de producten die deze werkzame stoffen bevatten, op nationaal niveau worden geëvalueerd door de lidstaat die het gebruik ervan toelaat. Om ervoor te zorgen dat dit laatste op coherente wijze gebeurt en om grote verschillen tussen de nationale evaluaties te voorkomen, zijn in bijlage VI bij de richtlijn uniforme beginselen voor het evalueren en toelaten van gewasbeschermingsmiddelen vastgesteld.

  • PDF-document commissievoorstel Europese Commissie - COM(2003)814
    22 december 2003

Behandeling Raad

Richtlijn 2005/25/EGPDF-document is tijdens de Raad van 14 maart 2005 aangenomen en gepubliceerd in Pb EU L90 van 8 april 2005.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Alle bronnen