E090100
Laatste revisie: 02-08-2010

E090100 - Mededeling: Een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht ten dienste van de burger (Stockholm Programma)



In 1999 heeft de Europese Unie in Tampere (Finland) voor het eerst een meerjarenkader opgesteld voor het beleid met betrekking tot Justitie en Binnenlandse Zaken. Vijf jaar later werd onder Nederland voorzitterschap het zogenoemde Haags Programma vastgesteld. Het Haags Programma biedt aanknopingspunten voor het JBZ-beleid en geeft aan op welke deelterreinen nieuwe wetgevende initiatieven van de Europese Commissie te verwachten zijn. Eind dit jaar eindigt de looptijd van het Haags Programma en zal derhalve een opvolger worden vastgesteld voor de periode 2010-2014: het Programma van Stockholm.

De voorbereidingen voor het Programma van Stockholm zijn in volle gang. Verschillende lidstaten hebben position papers opgesteld en ook vanuit het maatschappelijk middenveld druppelen de eerste reacties binnen. De feitelijke onderhandelingen zullen in de tweede helft van 2009 worden gevoerd onder Zweeds voorzitterschap.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.

Europees

Het Programma van StockholmPDF-document werd gepubliceerd in Pb EU C 115 van 4 mei 2010.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2009)262PDF-document, d.d. 10 juni 2009

commissie Eerste Kamer

beleidsterreinen

verwante dossiers


Behandeling Eerste Kamer

Op 27 oktober 2009 vond er in de commissie voor de JBZ-Raad een mondeling overleg plaats met de staatssecretaris van Justitie, de minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het Stockholm Programma.

Tijdens de vergadering van 22 september 2009 heeft de commissie voor de JBZ-Raad ter voorbereiding op het mondeling overleg met de JBZ-bewindslieden bij meerderheid aangegeven geen schriftelijke vragenronde te willen houden.

In de vergadering van 8 september 2009 gaven drie leden aan dat zij de geplande hoorzitting in de Tweede Kamer op 9 september 2009 over het Stockholmprogramma bij zouden wonen.

Tijdens de vergadering op 7 juli 2009 kwam het Stockholmprogramma wederom ter sprake. Hierin werd de gezamenlijke hoorzitting met de commissie Justitie van de Tweede Kamer op 9 september 2009 besproken en besloten dat er na deze hoorzitting, maar voor de JBZ-Raad van november 2009, een mondeling overleg diende plaats te vinden met de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, alsook de staatssecretaris van Justitie.

In een gezamenlijke bijeenkomst met de commissie voor Justitie werd verder besloten dat het Stockholmprogramma aan bod zal komen tijdens het komende gesprek met de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken.

Tijdens de vergadering op 16 juni 2009 werd gesproken over het Stockholmprogramma. De commissie uitte haar interesse in het bijwonen van een te organiseren rondetafelbijeenkomst met deelnemers uit het maatschappelijk middenveld die naar verwachting op 9 september 2009 plaatsvindt in de Tweede Kamer. Daarnaast werd de suggestie gedaan om een gezamenlijk overleg met de JBZ-bewindslieden te organiseren op 27 oktober 2009 . De commissie benadrukt de voorkeur te geven aan een gezamenlijke behandeling van het Stockholmprogramma met de Tweede Kamer.

  • verslag mondeling overleg Stockholm Programma JBZ-commissie Eerste Kamer - 23.490, FI
    27 november 2009
  • Afdeling Inhoudelijke Ondersteuning Eerste Kamer/ Europa - Aanvullend verslag hoorzitting Stockholmprogramma
    23 oktober 2009
  • korte aantekening JBZ-commissie Eerste Kamer - 40185/KvD/LD
    22 september 2009
  • Afdeling Inhoudelijke Ondersteuning Eerste Kamer/ Europa - Verslag hoorzitting Stockholmprogramma
    14 september 2009
  • korte aantekening JBZ-commissie Eerste Kamer - 40149/KvD
    8 september 2009
  • korte aantekening JBZ-commissie Eerste Kamer - 40119/KvD/PB
    7 juli 2009
  • korte aantekening JBZ-commissie Eerste Kamer - 40008/KvD/LD
    16 juni 2009

Behandeling Tweede Kamer

Op 25 mei 2010 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Justitie een brief gestuurd aan de Tweede Kamer met in de bijlage een inventarisatie over de bestuurlijke aanpak van criminaliteit en andere bestuursrechtelijke maatregelen in Europese lidstaten. 19 lidstaten hebben input geleverd. In het vervolg op deze inventarisatie organiseert Nederland samen met het Spaans voorzitterschap op 9 juni een EU expert meeting over de bestuurlijke aanpak.

Op 20 januari 2010 heeft de Tweede Kamer overlegd gevoerd met de minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over onder meer het Stockholmprogramma.

Bij brief van 7 december 2009 hebben de minister en de staatssecretaris van Justitie de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van de totstandkoming van het Stockholm Programma. Zij delen mede dat een aanzienlijk aantal elementen uit de Nederlandse inzet zijn opgenomen in het Programma, en geven daarvan een overzicht.

De Tweede Kamer heeft op 3 juni 2009 besloten in september 2009 een Algemeen Overleg te houden met de betrokken bewindspersonen over de Nederlandse inzet voor het Programma van Stockholm. Daaraan voorafgaand zal een rondetafelbijeenkomst plaatsvinden.


Standpunt Nederlandse regering

Op 4 juni 2010 heeft de regering een BNC-fiche inzake het Actieplan ter uitvoering van het Stockholm Programma aangeboden aan beide Kamers. Het voorlopige Nederlandse oordeel over de bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit is in algemene zin positief, aangezien de voorziene maatregelen de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht verder zullen ontwikkelen zoals beschreven als een van de doelstellingen van de EU (artikel 3, lid 3, VEU). Het Actieplan vult de reeds eerder gemaakte afspraken van het Stockholm Programma nader in. Zowel het proportionaliteits als het subsidiariteitsoordeel in het BNC fiche over het Stockholm programma was eveneens positief. Voor een oordeel over de financiële gevolgen van de voorziene maatregelen is nog onvoldoende informatie beschikbaar.

Op 7 oktober 2009 bood de Nederlandse regering een position paper aan over de Nederlandse voorbereiding voor het Stockholm Programma. Dit in het Engels opgestelde stuk is gebaseerd op het eerder aangeboden kabinetsstandpunt (zie hieronder). Het position paper is ten opzichte van dat kabinetsstandpunt op enkele punten geactualiseerd en aangescherpt. Onder de kopjes 'Justice', 'Home Affairs', 'Asylum and migration' en 'Horizontal issues' komt een keur aan onderwerpen voorbij, zoals de strijd tegen cybercrime, samenwerking in civiele zaken, anti-terrorismebeleid en de preventie van radicalisering, een Europees hervestigingsbeleid voor vluchtelingen en optimale informatie-uitwisseling.

Op 10 juli 2009 bood de regering een BNC-fiche over het Stockholmprogramma aan.

De Nederlandse regering heeft eind mei haar inzet vastgesteld voor het Programma van Stockholm. Verschillende onderdelen zullen actief door de regering worden uitgedragen in de diverse overlegfora. Het kabinetsstandpunt is overigens gebaseerd op overleg in Beneluxverband dat heeft geleid tot een gezamenlijk position paper voor binnenlandse veiligheid en asiel- en migratie.

De regering hanteert vier uitgangspunten voor het onderhandelingsproces: consolidatie van het bestaande instrumentarium; versterking van onderling vertrouwen; praktische, Europese en internationale operationele samenwerking; en een geïntegreerde benadering van de diverse beleidsterreinen en thema's. Op basis van de uitgangspunten zijn vervolgens einddoelen opgesteld, die naar het oordeel van de regering bij het aflopen van het Programma van Stockholm moeten zijn gerealiseerd, die zijn onderverdeeld in vier concrete thema's.

Ter versterking van de EU als rechtsstatelijke ruimte wil de regering dat een ander en beter evaluatie- en monitoringssysteem wordt ingevoerd, zodat duidelijk wordt waar in de nationale rechtssystemen obstakels zitten voor een gedegen samenwerking. Daarnaast wil de regering dat een akkoord kan worden bereikt over de procedurele rechten voor de burger.

Op het terrein veiligheid gaat veel aandacht uit naar een betere samenwerking tussen de verschillende diensten, zowel operationeel als bestuurlijk. Juist in samenwerking ligt de meerwaarde van Europees optreden om een veiliger Europese Unie te creëeren. Daarnaast dient ook de regelgeving omtrent preventie te worden verbeterd. De (automatische) verwerking van gegevens dient te worden geoptimaliseerd, hetgeen een heroriëntatie op het gebied van gegevensbescherming vereist. De regering gaat uit van een ketenbenadering, waarbij meer gegevens gekoppeld kunnen worden. Het doelbindingsprincipe dient hiertoe wellicht te worden herzien.

Migratie is voor de regering eveneens een belangrijk punt. Meer afstemming van de regelgeving is noodzakelijk, zowel voor de lidstaten als voor de migranten: zij dienen vooraf zo veel mogelijk duidelijkheid te hebben over wat hen te wachten staat. Illegale migranten moeten worden teruggestuurd en aan de grenzen dienen nieuwe technologieën bij te dragen aan een effectieve en efficiënte bewaking. De regering wil voorts dat de visumaanvraagprocedures verder geïntegreerd worden, onder meer door gebruikmaking van gemeenschappelijke visum(aanvraag)kantoren in derde landen.

De regering besteedt ten slotte nog aandacht aan civiel recht en ziet uit naar consolidatie van de diverse procesrechtelijke regelingen, waaronder de harmonisatie van bevoegdheids- en conflictrecht. Daarnaast ziet zij een grote(re) rol weggelegd voor het Comité Burgerlijk Recht van de Raad om consistentie in het Europese civiel recht te garanderen, ook wanneer civielrechtelijke bepalingen deel uitmaken van nieuwe Europese regelingen op andere beleidsterreinen.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Het College van Commissarissen heeft op woensdag 10 juni 2009 een mededelingPDF-document vastgesteld over de toekomst van de Europese ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. De mededeling heeft het motto Meer vrijheid in een veiliger omgeving meegekregen, hetgeen volgens de Europese Commissie de doelstelling zou moeten zijn van het Programma van Stockholm. De Commissie stelt een viertal politieke prioriteiten voor het Programma van Stockholm, die stuk voor stuk in de mededeling worden uitgewerkt.

Opkomen voor de rechten van de burger - een Europa van rechten

Onder dit hoofdstuk vallen maatregelen die gerelateerd zijn aan de grondrechten van burgers, het vrij verkeer van personen, het respect voor diversiteit, de bescherming van de zwakkeren in de samenleving, gegevensbescherming, deelname aan het democratisch proces en consulaire bescherming. Stuk voor stuk zijn dit onderwerpen die de burger een sterkere positie moeten geven binnen de Europese ruimte van vrijheid, veiligheid en recht.

Opvallende maatregelen:

  • Toetreding EU tot het EVRM
  • Het vaststellen van een integraal pakket aan maatregelen ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer en persoonsgegevens

Het leven van de burger gemakkelijker maken - een justitieel Europa

Dit hoofdstuk is gericht op het verbeteren van de toegang van de burger tot de rechter in de hele Europese Unie. Procedures kunnen nog verder op elkaar worden afgestemd, zodat er minder belemmeringen zijn voor de Europese burger om zijn/haar recht te halen. De Europese Commissie wil daarnaast in de komende periode meer werk maken van het afstemmen van rechtshulpsystemen en meer gebruik maken van de mogelijkheden die de moderne technieken kunnen bieden in het internationale rechtsverkeer.

Opvallende maatregelen:

  • Invoeren van wederzijdse erkenning voor maatregelen ter bescherming van getuigen en slachtoffers
  • Het vaststellen van gemeenschappelijke standaarden om wetgeving rond ernstige misdrijven verder op elkaar af te stemmen
  • Betere afstemmen van onderdelen van het burgerlijk procesrecht

De burger beschermen - een Europa dat bescherming biedt

Deel 3 van het Programma van Stockholm richt zich met name op beleidsonderdelen op het terrein van Binnenlandse Zaken. De Commissie wil dat Europa veiliger wordt en richt zich daarbij onder meer op betere informatiesystemen die interoperabel zijn, afgestemd kunnen worden op de noden en consistent zijn met elkaar wat hun architectuur betreft. Ook operationale samenwerking tussen politiediensten, douane en andere rechtshandhavingsautoriteiten worden onder deel drie geschaard.

Opvallende maatregelen:

  • Introductie van een Europees kader voor het afnemen van getuigenverklaringen
  • Uitbreiding van het systeem van uitwisseling van strafbladen naar derde landen
  • Introductie van één Europees Schengen visum, verkrijgbaar in gemeenschappelijke consulaire centra van de EU in derde landen
  • Meer operationele bevoegdheden voor grensbewakingsagentschap Frontex

Een meer geïntegreerde samenleving bevorderen - een solidair Europa

Met een solidair Europa richt de Commissie zich met name op het asiel- en migratiebeleid. Hiervoor was reeds een aantal doelstellingen bekend, waaronder de totstandkoming van het gemeenschappelijk Europees asielbeleid. Dit is voor de Commissie een topprioriteit. Economische migratie dient de komende jaren vooral te worden afgestemd op de vraag van de markt. Ook dient nog beter te worden samengewerkt met derde landen om dit beleidsonderdeel vorm te geven, zowel voor wat betreft het tegengaan van illegale migratie als voor de regulering van legale immigratie.

Opvallende maatregelen:

  • Vaststellen van een immigratiecode en gemeenschappelijke regels voor de coördinatie van gezinshereniging
  • Solidariteit tussen de lidstaten voor het opvangen en huisvesten van vluchtelingen en asielzoekers.

De Europese Commissie heeft in de mededeling verder een aantal randvoorwaarden vastgesteld om het Programma van Stockholm succesvol te maken. Het gaat dan om de samenhang met ander EU-beleid, aandacht voor de juiste implementatie van EU-regelgeving, inclusief bijbehorende uitvoeringsmaatregelen, betere wetgeving en wetsevaluaties en voldoende financiële middelen.

Op 20 april 2010 heeft de EC een mededeling gepubliceerd over het Actieplan om het Stockholm Programma te implementeren (zie E100016).

  • PDF-document commissievoorstel Europese Commissie - COM(2009)262
    10 juni 2009

Behandeling Raad

De Europese Raad van 10-11 december 2009 heeft het Stockholm Programma formeel aangenomenPDF-document.

JBZ-Raad 30 november en 1 december 2009 (agendapunt B2)

Het Voorzitterschap benadrukte tijdens deze Raad dat het Stockholm Programma een toekomstgericht programma is en gaf daarbij aan dat de inhoudelijke bespreking van het programma zich diende te beperken tot de punten van discussie die op dat moment voorlagen. Dit resulteerde in een aantal tekstwijzigingen. In dat verband zij verwezen naar bijgevoegd document waarin de aanpassingen inzichtelijk zijn gemaakt (16484/1/09PDF-document).

De Commissie dankte het Voorzitterschap voor de inspanningen met betrekking tot de voorbereiding van het Stockholm Programma en gaf aan zo snel mogelijk, samen met het Voorzitterschap, een voorstel voor een actieplan op te zullen stellen. Spanje gaf aan open te staan voor alle suggesties ten aanzien van het onder haar Voorzitterschap op te stellen actieplan. In dat verband is in de tekst verduidelijkt dat binnen de eerste zes maanden van 2010 een voorstel moet komen voor een actieplan.

De lidstaten verwelkomden de voorliggende tekst van het Voorzitterschap.

Minister Hirsch Ballin gaf aan zeer tevreden te zijn met de inhoud van het Stockholm Programma. Hij benadrukte het belang van met name de versterking van het wederzijds vertrouwen door gebruik te maken van de rechtsstaatevaluatie. Daarnaast is de bescherming van de grondrechten verbeterd door het bindende karakter van het Handvest van de Grondrechten. Bescherming van slachtoffers staat nu ook meer centraal. In het bijzonder verwees de minister naar de aanpak van mensenhandel en de bestrijding van genitale verminking van vrouwen. Minister Hirsch Ballin gaf aan nog een wens te hebben ten aanzien van confiscatie van criminele vermogens. Confiscatie moet niet alleen worden toegepast op vermogen vergaard met "economic crime", maar ook op andere vormen van misdaad zoals mensenhandel. Het Voorzitterschap zegde toe het Stockholm Programma op dit punt te zullen verduidelijken. Minister Hirsch Ballin wees er verder op dat het goed zou zijn om bij criminaliteitspreventie, zoals opgenomen in de voorliggende tekst, ook een link te leggen met transport over de weg, bijvoorbeeld in de vorm van beveiligde parkeerplekken langs Europese snelwegen.

Minister Ter Horst hield een pleidooi voor de zogenoemde 'Inter System Interface' (ISI) ten behoeve van grensoverschrijdende ongestoorde communicatie tussen politie en hulpdiensten en zij verzocht de Commissie in dat verband haast te maken met initiatieven en financiering. Daarnaast sprak zij de zorg uit dat met de transfer van civiele bescherming naar het DG Humanitaire Hulp (ECHO) de nadruk te zeer komt te liggen op de externe dimensie, waardoor de kans aanwezig is dat weinig aandacht zal worden besteed aan de civiele bescherming binnen de EU. In dat geval hebben de onderdelen van het Stockholm Programma op dit punt in de praktijk geen betekenis.

Staatssecretaris Albayrak brak een lans voor de registratie en identificatie van slachtoffers van illegale immigratie. Zij gaf aan dat een poging moet worden gedaan te voorkomen dat een persoon zonder identiteit wordt begraven en benadrukte dat het doel niet moet zijn een groot systeem te creëren, maar dat gestart zou moeten worden met een inventarisatie. Deze inventarisatie kan voorts belangrijke informatie opleveren ten behoeve van de aanpak van illegale migratie. Het Nederlandse voorstel kon rekenen op steun van enkele lidstaten en resulteerde in het toevoegen van een passage dat erin voorziet dat zal worden onderzocht op welke wijze deze registratie en identificatie beter kan geschieden.

Afrondend concludeerde het Voorzitterschap dat er overeenstemming bestaat over de tekst van het Stockholm Programma, inclusief de besproken wijzigingen.

Op 16 oktober 2009 heeft het Zweedse Voorzitterschap een eerste ontwerp van het Stockholm Programma uitgebracht, onder de titel 'Een open en veilig Europa ten dienste van de burger'. Dit ontwerp is geïnspireerd op de Mededeling inzake het Stockholm Programma van de Europese Commissie van 10 juni jl. en de inbreng van de lidstaten.

Het ontwerp gaat uit van een aantal prioriteiten, te weten:

  • opkomen voor de rechten van de burger een Europa van rechten;
  • het leven van de burger gemakkelijker maken een justitieel Europa;
  • een Europa dat bescherming biedt;
  • een Europa van verantwoordelijkheid, solidariteit en partnerschap in migratie en asiel aangelegenheden;
  • een Europa in een geglobaliseerde wereld de externe dimensie van vrijheid, veiligheid en recht.

De voorgestelde maatregelen worden in het ontwerpprogramma weergegeven.

De Nederlandse inbreng is gebaseerd op het kabinetsstandpunt houdende de Nederlandse visie op het Stockholm Programma, de Nederlandse actieve inzetpunten en het bijbehorende Actieprogramma en het Nederlandse position paper dat formeel aan het Zweedse Voorzitterschap is aangeboden.

Vastgesteld kan worden dat Nederland zeer tevreden is met het ontwerp voor het Stockholm Programma, aangezien een groot aantal elementen uit de Nederlandse inzet terug te vinden is in het ontwerpprogramma. Nederland steunt de algemene uitgangspunten wederzijds vertrouwen, consolidatie en behoeftegestuurde benadering in het ontwerp. Deze komen overeen met de algemene hoofdlijnen zoals verwoord in de Nederlandse inzet. Nederland is met name tevreden met de nadruk op het belang van wederzijds vertrouwen en de noodzaak van vertrouwensversterkende maatregelen, zoals het initiatief op het gebied van rechtstaatmonitoring.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 25 november 2009 heeft het Europees Parlement een resolutie aangenomen met betrekking tot het voorgestelde meerjarenprogramma 2010-2014 betreffende de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid. De leden van het Europees Parlement willen onder andere dat er minimumnormen komen voor gevangenis- en detentieomstandigheden en gemeenschappelijk overeengekomen rechten voor gedetineerden in de EU, inclusief passende schadevergoedingsregelingen voor personen die onrechtmatig in hechtenis zijn genomen of veroordeeld. Daarnaast hebben zij zich uitgesproken over de strijd tegen discriminatie en kindermisbruik, een betere verdeling van de lasten ten aanzien van immigratie en asiel, gegevensbescherming en de mogelijke oprichting van een Europees Hof voor internetzaken.

Tijdens de vergaderingPDF-document van de commissie Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (commissie LIBE) van het Europees Parlement (EP) op 2 september 2009, hebben beleidsverantwoordelijke ministers van het Zweedse Voorzitterschap de totstandkoming van het Stockholmprogramma toegelicht.

Op 10 mei 2010 heeft Eurocommissaris Malmström een toespraak gehouden voor de LIBE commissie van het Europees Parlement. Zij heeft een aantal van de initiatieven die ze al heeft genomen en die ze nog van plan is te nemen gepresenteerd.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

Op 9 november 2009 heeft het House of Lords (UK) een rapport gepubliceerd over het Stockholm Programma met daarin onder andere een weergave van het gesprek tussen de minister van Home Affairs en de desbetreffende commissie van het House of Lords.

Op 4 november 2009 heeft het Europees Economisch en Sociaal Comité een advies aangenomen inzake het Stockholm Programma.

De permanente subcommissie voor Europese Zaken van de Oostenrijkse Nationalrat heeft op 20 oktober 2009 een verklaringPDF-document gepubliceerd over het Stockholm Programma. De verklaring gaat in op de diverse onderdelen van het programma en is over het algemeen positief. De subcommissie stelt wel dat de uitgebreide plannen op het gebied van migratie en toegang tot de arbeidsmarkt mogelijk in strijd zijn met het subsidiariteitsbeginsel. Ook aan de bevoegdheid van de Europese Unie op dit terrein wordt getwijfeld. Op het terrein van het contractenrecht adviseert de subcommissie grote terughoudendheid van de Unie. De commissie voor Europese Zaken van de Bundesrat heeft een gelijkluidende verklaringPDF-document gepubliceerd.

De Eerste Kamer ontving op 1 oktober 2009 een briefPDF-document van VluchtelingenWerk Nederland waarin zij opnieuw te kennen geeft enkele prioriteiten en punten te missen in de Nederlandse inzet betreffende het Stockholm Programma.

Op 4 september 2009 heeft de commissie Meijers een notitie over het Stockholm Programma naar de staatssecretaris van Justitie gestuurd.

Het Europees grondrechtenbureau (FRA) heeft op 14 juli 2009 een opinie gepubliceerd inzake het Stockholm Programma.

De European Data Protection Supervisor (EDPS) heeft op 10 juli 2009 een opinie gepubliceerd waarin onder andere wordt opgemerkt dat onderhavige mededeling op een zogenaamde 'Lissabon neutrale' wijze is opgesteld. Alhoewel hij hier begrip voor heeft, legt de EDPS in deze opinie wel meer nadruk op de mogelijke perspectieven van het Verdrag van Lissabon.

Op 10 juli 2009 ontving de Eerste Kamer een brief van VluchtelingenWerk Nederland over onderhavige mededeling waarin zij het voorgestelde gemeenschappelijk asielbeleid steunt. VluchtelingenWerk geeft onder andere te kennen dat zij in de uitwerking van het Stockholm Programma een aantal essentiële aspecten mist; met name de implementatie van de Europese regelgeving in de lidstaten en het toezicht hierop door de Europese Commissie. Zij verzoekt de Nederlandse regering te pleiten voor meer capiciteit voor de Commissie opdat zij deze taak effectief kan uitoefenen.

De Council of Bars and Law Societies of Europe (CCBE) heeft op 2 juni 2009 haar standpunt vastgesteld. De CCBE pleit onder meer voor een splitsing van het verantwoordelijke Directoraat-Generaal (DG) zodat er een afzonderlijk justitiedeel ontstaat. Dit voorkomt conflicten binnen het DG omdat prioriteiten elkaar tegenspreken. De CCBE dringt verder aan op betere rechten voor verdachten, zowel in de contacten met hun advocaat (volledige vertrouwelijkheid) als in het strafproces. De CCBE ziet verder kansen voor de EU om e-justice naar een hoger plan te brengen en om de opleidingen van praktijkjuristen in Europees- en procesrecht te verbeteren.

Het Centre for European Policy Studies (CEPS) heeft op 16 april 2009 zijn werkdocument met aanbevelingen voor het Programma van Stockholm gepubliceerd. In het eerste deel wordt met name ingegaan op de implementatie van de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid zoals die de afgelopen vijf jaar heeft plaatsgevonden. Daarnaast wordt een aantal tekortkomingen geconstateerd, waaronder het feit dat de Europese Commissie bij voorbaat al uitgaat van zwakke compromissen. Dit is terug te zien in de voorstellen die worden gepubliceerd, en die vaak al niet voldoen aan de hoge eisen die de EU zelf in het buitenland promoot. Kennelijk wordt geanticipeerd op weerstand tegen (te) vergaande voorstellen, waardoor consensus minder realistisch wordt. Een tweede tekortkoming houdt verband met de grondrechten en de rule of law. In JBZ-voorstellen zou daar meer aandacht aan besteed moeten worden. Een derde grote tekortkoming die wordt geconstateerd is het uitgangspunt dat blijkbaar wordt gehanteerd dat alle lidstaten (ook in de EU27) dezelfde minimumstandaarden voor de rule of law hebben. Dit is niet het geval, zeker niet in landen als Roemenië en Bulgarije.

De aanbevelingen van het CEPS hebben onder meer betrekking op de mechanismen voor evaluatie en monitoring. Deze dienen te worden verbeterd, opdat de evaluaties effectiever worden en er beter lering uit kan worden getrokken. Voor wat betreft de beleidsterreinspecifieke aanbevelingen is hieronder een selectie gemaakt van de meest opvallende voorstellen.

  • Geen nieuwe grootschalige IT-systemen initiëren in de Europese Unie, voordat SIS-II en VIS volledig operationeel zijn;
  • Toekennen aan asielzoekers van het recht op werk en studie na maximaal zes maanden verblijf in een lidstaat;
  • Opzetten van databanken alleen na een voorafgaand impact assessment en met specifieke regels voor gegevensbescherming;
  • Geen nieuwe regelgeving op het terrein van strafrecht, tenzij de maatregelen vergezeld gaan van standaarden voor de rechten van de verdediging en een ter waarborging van een eerlijk proces.

Het European Civil Liberties Network (ECLN) heeft op 15 april 2009 een verklaring uitgebracht over het Programma van Stockholm. Burgerrechten en democratie liggen als nooit tevoren onder vuur, zo wordt gesteld en de EU wordt opgeroepen hier een einde aan te maken. ECLN dringt aan op meer beschermende maatregelen voor de burgers en een einde aan nieuwe regelgeving die een inbreuk maakt op de fundamentele rechten van de Europeaan.

Het European Network of Councils for the Judiciary (ENCJ) heeft op 20 februari 2009 een opinie gepubliceerd naar aanleiding van de consultatieronde die door de Europese Commissie is gehouden. De ENCJ doet hierin een aantal voorstellen, die door de Commissie opgenomen zouden kunnen worden in het Programma van Stockholm. Zo wil de ENCJ dat er een Europabreed onderzoek wordt gehouden over het vertrouwen in de rechtspraak en het imago van 'de Justitie'. Daarnaast zou het Programma van Stockholm tot maatregelen moeten leiden om de toegang tot de rechter te vergroten, rechters beter op te leiden en om uitwisselingsprogramma's tussen rechters op te zetten. De ENCJ dringt verder aan op betere wetgeving die bovendien sneller wordt aanvaard.


Alle bronnen