E120037
  ruit icoon
Laatste revisie: 25-04-2014

E120037 - Voorstel voor een verordening tot oprichting van een Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening



Het Verdrag van Lissabon voorziet in de oprichting van een Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening. In een eerdere mededeling heeft de Commissie de achterliggende ideeën voor dit initiatief geschetst. Het Europese Parlement en de Europese Raad hebben positief gereageerd op het initiatief en momenteel draaien verschillende proefprojecten. Middels de voorgestelde verordening wil de Commissie het kader voor dit vrijwilligerskorps vaststellen, zodat het initiatief in januari 2014 van start kan gaan.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.

nationaal

Op 5 februari 2013 heeft de commissie BDO de brief van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de oprichting van een Europees vrijwilligerskorps voor kennisgeving aangenomen.

Europees

Het Europees Parlement stemde op 25 februari 2014 plenair in met het voorstel. Het voorstel werd op 18 maart 2014 officieel aangenomen door de Raad. De verordening werd op 24 april 2014 gepubliceerd in het officiële publicatieblad van de Europese Unie.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2012)514PDF-document, d.d. 19 september 2012

rechtsgrondslag

Artikel 214(5) van het Verdrag betreffende de werking van de EU

commissie Eerste Kamer

beleidsterreinen

verwant dossier


Implementatie

Verordening (EU) nr. 375/2004PDF-document werd op 3 april 2014 ondertekend door het Europees Parlement en Raad en op 24 april 2014 gepubliceerd in Pb EU L122/1.


Behandeling Eerste Kamer

Op 5 februari 2013 heeft de commissie BDO de brief van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de oprichting van een Europees vrijwilligerskorps voor kennisgeving aangenomen.

De minister heeft gereageerd op 25 januari 2013. Zij is er vooralsnog niet van overtuigd dat een Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening werkelijke toegevoegde waarde zal hebben naast de bestaande professionele organisaties die vrijwilligers uitzenden. Wel zou het Europees vrijwilligerskorps, indien succesvol, in positieve zin kunnen bijdragen aan het draagvlak voor de EU.

Op 18 december 2012 is een brief verstuurd aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het verordeningsvoorstel tot oprichting van een Europees vrijwilligerskorps. De leden van de fractie van de PvdA hebben vragen gesteld waar de leden van de fracties van D66 en de GroenLinks zicht bij hebben aangesloten.

De fractie van de PvdA heeft op 11 december 2012 inbreng geleverd over het verordeningsvoorstel tot oprichting van een Europees vrijwilligerskorps.

De commissie BDO besloot op 13 november 2012 om op 27 november 2012 inbreng te leveren over het verordeningsvoorstel Europees vrijwilligerskorps. Inbreng is uitgesteld tot 4 december 2012 .

Op 2 november 2012 is het BNC-fiche aan de Kamers gestuurd (zie paragraaf Nederlandse regering ). De commissie BDO besprak op 13 november 2012 de procedure van het verordeningsvoorstel Europees vrijwilligerskorps.

De commissie BDO besloot op 2 oktober 2012 het verordeningsvoorstel opnieuw voor procedure te agenderen na ontvangst van het BNC-fiche.

De commissie BDO heeft het verordeningsvoorstel als prioritair dossier geselecteerd. Op 2 oktober 2012 besprak de commissie BDO de procedure.


Behandeling Tweede Kamer

De commissie voor Buitenlandse Zaken sprak tijdens de procedurevergadering op 15 november 2012 over het BNC-fiche over het verordeningsvoorstel Europees vrijwilligerskorps. Het fiche is geagendeerd voor een algemeen overleg dat op 29 november 2012 plaatsvond over de Raad Buitenlandse Zaken.


Standpunt Nederlandse regering

In het Commissievoorstel worden drie opties uitgewerkt voor deoprichting van een Europees vrijwilligerskorps, variërend van een lichte structuur (optie 1) tot een zeer uitgebreide structuur.

  • Optie 1 omvat de verantwoordelijkheid van de Europese Commissie voor 1) ontwikkeling van normen voor identificatie, selectie en opleiding van vrijwilligers, 2) ontwikkeling van certificeringsmechanismen voor organisaties die vrijwilligers uitzenden.
  • Optie 2 omvat de verantwoordelijkheid van de Europese Commissie voor 1) ontwikkeling van normen voor identificatie, selectie en opleiding van vrijwilligers, 2) ontwikkeling van certificeringsmechanismen voor organisaties die vrijwilligers uitzenden, 3) steun voor de opleiding van Europese humanitaire vrijwilligers, 4) opzet van een Europees register van gekwalificeerde vrijwilligers, 5) ontwikkeling van normen en een certificeringsmechanisme voor de organisaties waarnaar vrijwilligers worden uitgezonden.
  • Optie 3 omvat de verantwoordelijkheid van de Europese Commissie voor 1) ontwikkeling van normen voor identificatie, selectie en opleiding van vrijwilligers, 2) ontwikkeling van certificeringsmechanismen voor organisaties die vrijwilligers uitzenden, 3) steun voor de opleiding van Europese humanitaire vrijwilligers, 4) opzet van een Europees register van gekwalificeerde vrijwilligers, 5) ontwikkeling van normen en een certificeringsmechanisme voor De organisaties waarnaar vrijwilligers worden uitgezonden, 6) steun voor de inzet van Europese vrijwilligers, 7) capaciteitsopbouw voor de ontvangende organisaties in derde landen en 8) oprichting van een EU-netwerk van humanitaire vrijwilligers en toepassing van standaarden voor vrijwilligerswerk, voor opzet van een register en netwerk van vrijwilligers, voor een certificatiemechanisme voor uitzendende organisaties.

Uit het BNC-fiche blijkt dat het huidige voorstel van de Europese Commissie uitgaat van de uitgebreide optie 3. Nederland, en met ons naar verwachting een aantal andere lidstaten, is voorstander van de lichte optie 1, eventueel optie 2. Mochten de onderhandelingen van de Commissie met de 27 lidstaten toch uitkomen op optie 3 dan zal Nederland zich sterk maken voor betere uitwerking van de randvoorwaarden. Dit betreft onder meer het waarborgen van voldoende focus op het humanitaire karakter van de activiteiten (in vergelijking met structurele ontwikkelingsactiviteiten), voldoende aandacht voor aansluiting bij overkoepelende coördinatie- mechanismen voor humanitaire hulp en voor de professionaliteit en de veiligheid van de vrijwilliger. Bovendien moet er synergie zijn tussen het Europees vrijwilligerskorps en het EU Mechanisme voor Civiele Bescherming, in het bijzonder het Europese Responscentrum voor Noodsituaties.

Nederland wil dat de beleids- en beheerstructuur zo licht mogelijk worden gehouden; het optuigen van een zware bureaucratische organisatie dient vermeden te worden. Ook wil Nederland dat de financiële implicaties worden beperkt, worden opgevangen binnen het EU-budget voor humanitaire hulp en niet zullen leiden tot additionele afdrachten. Duplicatie met andere vrijwilligersorganisaties, zoals met name de UN Volunteers, dient te worden vermeden.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Het Verdrag van Lissabon (artikel 214.5) voorziet in de oprichting van een Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening. In een eerdere mededeling heeft de Commissie de achterliggende ideeën voor dit initiatief geschetst (zie dossier E100070). Het Europese Parlement en de Europese Raad hebben positief gereageerd op het initiatief en momenteel draaien verschillende proefprojecten. Middels de voorgestelde verordening wil de Commissie het kader voor dit vrijwilligerskorps vaststellen, zodat het initiatief in januari 2014 van start kan gaan.

Met dit korps wil de Commissie een kader scheppen voor gemeenschappelijke bijdragen van Europese burgers aan de humanitaire hulpacties van de EU. De Commissie hoopt op deze manier Europese solidariteit een concrete invulling te geven, haar eigen capaciteit voor humanitaire missies op peil te houden en een groep Europees burgers waardevolle vaardigheden bij te brengen. De Commissie wil Europese standaarden ontwikkelen voor het managen van vrijwilligers in humanitaire projecten en committeert zich aan het opzetten van gemeenschappelijk trainingprogramma's. De Commissie bepleit nauwe samenwerking met door de EU gecertificeerde humanitaire organisaties.

Het streven van de Commissie is om het korps in januari 2014 te lanceren. In de periode 2014-2020 wil het 10.000 vrijwilligers uitzenden en 7.000 lokale medewerkers trainen. Tevens wil het 10.000 vrijwilligers betrekken door digitale werkzaamheden vanuit de eigen werkomgeving te verrichten. Het voorgestelde budget voor 2014-2020 heeft een omvang van 239,1 miljoen euro. Hiervan zal 58 miljoen euro worden gebruikt voor trainingdoeleinden, 137 miljoen euro voor het inzetten van vrijwilligers en 35 miljoen euro voor capaciteitsopbouw in rampgebieden en andere ondersteunende activiteiten.


Behandeling Raad

Het voorstel werd op 18 maart 2014 officieel aangenomen door de Raad.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Het Europees Parlement stemde op 25 februari 2014 plenair in met het voorstel.

Op 18 december 2013 stemde de commissie voor Ontwikkelingssamenwerking van het Europees Parlement in met het ontwerpverslag.

De commissie voor Ontwikkelingssamenwerking behandelt het verordeningsvoorstel tot instelling van een Europees vrijwilligerskorps. Op 5 november 2012 vond er in deze commissie een gedachtewisseling plaats over het voorstel. De rapporteur is mw. Striffler van de Europese Volkspartij (Christen-Democraten). De commissie voor Werkgelegenheid en Sociale Zaken zal een advies uitbrengen over het voorstel.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

De commissie voor Europese Zaken van de Oostenrijkse Federal Council heeft op 28 november 2012 een mededeling aangenomen over de oprichting van een Europees vrijwilligerskorps. Er zijn een aantal punten die extra aandacht behoeven volgens de commissie.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

De Europese Dataprotectie Autoriteit (EDPS) publiceerde op 23 november 2012 een advies over het verordeningsvoorstel. De EDPS doet een aantal voorstellen voor verduidelijking in de tekst van het voorstel.


Alle bronnen