Voorzittersbijeenkomst JBZ-aangelegenheden over Europees migratiebeleid en (post)Stockholmprogramma



Op 16 en 17 februari 2014 vond in Athene de voorzittersbijeenkomst plaats van de parlementaire commissies die JBZ-aangelegenheden behandelen. Namens de Eerste Kamer nam senator Strik (GroenLinks) deel, als plaatsvervanger voor de voorzitter van de commissie I&A/JBZ. De agenda van de vergadering bestond uit drie delen: het Europees migratiebeleid, gewelddadig extremisme en de evaluatie van en het vervolg op het Stockholmprogramma. 

De hoofdsprekers bij het thema Europees migratiebeleid waren de Eurocommissaris voor Binnenlandse Zaken, mevrouw Malmström, de Griekse minister voor Openbare Orde en Civiele Bescherming, de heer Dendias, en de uitvoerende directeur van Frontex, de heer Laitinen. De sprekers bespraken het Europees migratiebeleid, met een bijzonder focus op het Middellandse Zeegebied. Op vragen van mevrouw Strik gaf Eurocommissaris Malmström aan dat lidstaten zelf verantwoordelijk blijven voor de activiteiten en voor de middelen die worden ingezet bij operaties in het Middellandse Zeegebied. Zij sprak zich uit als voorstander van een 'joint processing pilot', maar gaf als kanttekening aan dat lidstaten ook in geval van een gezamenlijke procedure bereid moeten zijn na asielverlening deze mensen op te nemen. Zij moedigde daarnaast de lidstaten aan meer Syrische vluchtelingen op te nemen in het kader van resettlement, in de hoop het aantal asielzoekers dat via het zeegebied naar Europa vlucht terug te kunnen dringen. Tot slot vroeg mevrouw Strik naar de samenwerking met derde landen om illegale migratiestromen te voorkomen en de aandacht voor de bescherming van mensenrechten in deze samenwerking. De Eurocommissaris liet weten te zoeken naar oplossingen om de samenwerking met landen als Libië en Egypte soepeler te doen verlopen.

Bij de discussie over het voorkomen van radicalisering en gewelddadig extremisme werd voornamelijk nadruk gelegd op het optimaliseren van het gebruik van bestaande middelen, zoals het Radicalisation Awareness Nework (RAN), maar ook het gebruik van gegevens, zoals PNR en API, en bestaande systemen, zoals SIS II. Het debat werd ingeleid door de Griekse minister van Binnenlandse Zaken, de heer Michelakis, de EU Speciale Vertegenwoordiger voor Mensenrechten, de heer Lambrinidis, en het kabinetshoofd van Eurocommissaris Reding, mevrouw Åsenius. In het plenaire debat werden door de delegaties ook verschillende goede praktijken toegelicht.

De laatste sessie van de bijeenkomst was gewijd aan het bespreken van een overzicht van de resultaten van het Stockholmprogramma en het toekomstige Europese beleid voor justitiële en binnenlandse aangelegenheden. Inleidende sprekers waren de Griekse minister voor Justitie, Transparantie en Mensenrechten, de heer Athanasiou, de vicevoorzitter van de commissie voor Europese Aangelegenheden van de Franse Assemblée nationale, mevrouw Karamanli, en de directeur-generaal van DG Justitie van de Europese Commissie, mevrouw Le Bail. Mevrouw Karamanli vroeg aandacht voor een eventuele collegiale samenstelling van het Europees Openbaar Ministerie en moedigde de delegaties aan ideeën hierover te delen. Mevrouw Le Bail gaf een overzicht van de kostenbesparende en administratie-verlichtende maatregelen uit het Stockholmprogramma, die tevens gunstige effecten hebben op de economische groei van de EU.

Tijdens het plenaire debat vroeg mevrouw Strik onder andere aandacht voor grondrechten en voor de rechtsstaat in een post-Stockholmprogramma. Zij suggereerde dat het EU Justitie scorebord hierbij zou kunnen helpen. Mevrouw Le Bail gaf hierop aan dat het justitieel scorebord enkel ondersteunend is bedoeld voor de lidstaten zelf. De Europese Commissie zal op basis van het scorebord echter geen dwingende maatregelen nemen om rechtsstatelijke lacunes in lidstaten aan te pakken. De Europese Commissie noemde zich wel voorstander van snelle evaluaties van crisissituaties die de kern van de rechtsstaat in lidstaten raken en noemde daarbij onder andere het netwerk van de hoogste gerechtelijke instanties in de lidstaten en de EU.

Voor meer informatie zie dossiers E130059 en E140002 op de Europapoort.


Deel dit item: