E160018
  ruit icoon
Laatste revisie: 17-01-2019

E160018 - Voorstel voor een verordening betreffende de aanpak van geoblocking en andere vormen van discriminatie op basis van nationaliteit, woonplaats of plaats van vestiging binnen de eengemaakte markt



De algemene doelstelling van dit voorstel is om klanten een betere toegang tot goederen en diensten op de interne markt te geven, door het voorkomen van directe en indirecte discriminatie gebaseerd op de woonplaats van de klant.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.

nationaal

Op 4 oktober 2016 gaf de fractie van de SP aan inbreng te willen leveren voor schriftelijk overleg met de regering over de ontwerpverordening, en over E160019 en E160020. De fractie van de SP besloot uiteindelijk hiervan af te zien.

Europees

Op 2 maart 2018 werd verordening 2018/302 inzake de aanpak van ongerechtvaardigde geoblocking en andere vormen van discriminatie van klanten op grond van nationaliteit, verblijfplaats of plaats van vestiging in de interne markt, en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 2006/2004 en (EU) 2017/2394 en Richtlijn 2009/22/EG, bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (L 60 I/1PDF-document).


Kerngegevens

volledige titel

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de aanpak van geoblocking en andere vormen van discriminatie op basis van nationaliteit, woonplaats of plaats van vestiging binnen de eengemaakte markt en wijziging van verordening (EG) NO 2006/2004 en Richtlijn 2009/22/EG

document Europese Commissie

COM(2016)289PDF-document, d.d. 25 mei 2016

rechtsgrondslag

Artikel 114 VWEU

commissies Eerste Kamer

beleidsterreinen

verwante dossiers


Implementatie

Op 2 maart 2018 is verordening 2018/302 inzake de aanpak van ongerechtvaardigde geoblocking en andere vormen van discriminatie van klanten op grond van nationaliteit, verblijfplaats of plaats van vestiging in de interne markt, en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 2006/2004 en (EU) 2017/2394 en Richtlijn 2009/22/EG, bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (L 60 I/1PDF-document).

De nationale behandeling van het wetsvoorstel is te volgen in kamerstukdossier 35.046.


Behandeling Eerste Kamer

Op 4 oktober 2016 gaf de fractie van de SP aan inbreng te willen leveren voor schriftelijk overleg met de regering over de ontwerpverordening, en over E160019 en E160020. De fractie van de SP besloot uiteindelijk hiervan af te zien.

Op 12 juli 2016 besprak de commissie voor Veiligheid en Justitie de Europese voorstellen inzake de digitale interne markt en de bijbehorende BNC-fiches van de regering. De fractie van de SP gaf aan inbreng voor schriftelijk overleg te willen leveren. De inbrengdatum werd gezet op 27 september 2016. De inbrengdatum werd op 27 september 2016 aangehouden tot 4 oktober 2016.

Op 31 mei 2016 besprak de commissie voor Veiligheid en Justitie de ontwerpverordening en besloot dit agendapunt aan te houden tot na ontvangst van het BNC-fiche voor de ontwerpverordening.


Behandeling Tweede Kamer

Op 28 september 2018 stuurde de minister van Economische Zaken een brief met antwoorden op vragen van de Tweede Kamer naar aanleiding van de geannoteerde agenda van de Raad voor Concurrentievermogen van 29 september 2016, waarin o.a. wordt gesproken over de ontwerpverordening.

Op 7 juni 2016 is tijdens de procedurevergadering van de commissie Economische Zaken besloten de minister te verzoeken om binnen drie weken een versneld BNC-fiche naar de Tweede Kamer te sturen.


Standpunt Nederlandse regering

De minister van Buitenlandse Zaken stuurde op 1 juli 2016 het BNC-fiche aan de kamer. Uit het BNC-fiche blijkt onder andere dat het kabinet de doelstelling van de Commissie verwelkomt om naar een digitale interne markt toe te werken. Het oordeel van het kabinet ten aanzien van subsidiariteit over de verordening is positief. Het voorstel richt zich nadrukkelijk op grensoverschrijdende handel. Het wegnemen van barrières en het aanpakken van ongeoorloofde praktijken in die context kan het beste op Europees niveau worden geregeld, zodat overal dezelfde voorwaarden gelden. Zodoende zijn zowel klanten als handelaren gebaat bij een Europees uniform kader voor non-discriminatie. Op binnenlandse transacties heeft de verordening geen impact.

Ook beoordeelt het kabinet de proportionaliteit van de voorgestelde verordening positief. De reikwijdte van het voorstel richt zich op een aantal specifieke situaties, waarbij de Commissie rekening heeft gehouden met factoren die een gelijke behandeling van afnemers in specifieke sectoren bemoeilijken of reeds garanderen. De voorgestelde maatregelen gaan niet verder dan het beoogde doel. Het doel rechtvaardigt ook het voornemen om te kijken naar de aansluiting op andere sectoren.

De bevoegdheidsgrondslag is artikel 114 VWEU (meerderheidsbesluitvorming en medebeslissing door het Europees Parlement). Artikel 114 VWEU ziet op de harmonisatie van nationale wetgeving die de instelling en de goede werking van de interne markt betreffen. Het kabinet acht dit de juiste rechtsgrondslag.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

De algemene doelstelling van dit voorstel is om klanten een betere toegang tot goederen en diensten op de interne markt te geven, door het voorkomen van directe en indirecte discriminatie gebaseerd op de woonplaats van de klant. Het komt namelijk voor dat consumenten de toegang tot aanbiedingen in andere landen ontzegd wordt, doordat zij bijvoorbeeld naar een landspecifieke website worden doorverwezen of met een creditcard of betaalkaart uit een bepaald land moeten betalen. Het voorstel wil dergelijke discriminatie uitbannen.

Hoewel het beginsel van niet-discriminatie reeds in het kader van de dienstenrichtlijn (artikel 20 (2), van Richtlijn 2006/123 / EG 3) is vastgesteld, hebben zowel ondernemingen als consumenten baat bij meer rechtszekerheid over welke praktijken zijn toegestaan en welke niet. De ontwerp-verordening beoogt deze rechtszekerheid en handhaafbaarheid voor online en offline producten en diensten te verschaffen.

Om te voorkomen dat ondernemingen te veel worden belast, legt de ontwerp-verordening geen verplichtingen op om in de hele EU te bezorgen en worden kleine ondernemingen die onder een nationale btw-drempel blijven van sommige bepalingen vrijgesteld.


Behandeling Raad

Op 28 februari 2018 werd de overeengekomen tekst van de ontwerpverordening ondertekend door de voorzitter van de Raad en de voorzitter van het Europees Parlement.

Tijdens de Raad Algemene Zaken van 27 februari 2018 werd de overeengekomen tekst van de ontwerpverordening aangenomen in eerste lezing.

Tijdens de Concurrentieraad van 28 en 29 november 2016 werd overeenstemming bereikt over een algemene oriëntatiePDF-document inzake de ontwerpverordening.

Tijdens de Europese Raad van 28 juni 2016 zijn er conclusies aangenomen, waarin onder andere wordt opgeroepen tot een snelle en vastberaden vooruitgang in de digitale interne markt voorstellen, waaronder het voorstel inzake geoblocking.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 28 februari 2018 werd de overeengekomen tekst van de ontwerpverordening ondertekend door de voorzitter van de Raad en de voorzitter van het Europees Parlement.

Op 6 februari 2018 nam het Europees Parlement een resolutiePDF-document aan waarmee een standpunt over de overeengekomen tekst van de ontwerpverordening in eerste lezing werd vastgesteld.

Op 2 februari 2018 publiceerde de Onderzoeksdienst van het Europees Parlement een briefingPDF-document over de stand van zaken in de onderhandelingen met betrekking tot de ontwerpverordening.

Op 27 april 2017 werd de definitieve versie van het verslag van de commissie voor [naam] aangenomen in een plenaire vergadering van het Europees Parlement. Het Europees Parlement nam hierbij een resolutie aan met een standpunt in eerste lezing.

Op 4 april 2017 bracht de commissie voor Juridische Zaken een advies uit over de ontwerpverordening.

Op 10 februari 2017 bracht de commissie voor Industrie, Onderzoek en Energie een advies uit over de ontwerpverordening.

Op 27 januari 2017 bracht de commissie voor Cultuur en Onderwijs een advies uit over de ontwerpverordening.

Op 6 september 2016 werd in opdracht van de commissie voor Interne Markt en Consumentenbescherming een studie gepubliceerd inzake de ontwerpverordening.

Op 19 december 2016 bracht de commissie voor de Interne Markt en Consumentenbescherming een ontwerpverslag uit met betrekking tot de ontwerpverordening.

Het voorstel wordt behandeld door de commissie voor de Interne Markt en Consumentenbescherming (IMCO) van het Europees Parlement. Daarnaast zijn de commissie voor Industrie, Onderzoek en Energie (ITRE), de commissie voor Cultuur en Onderwijs (CULT) en de commissie voor Juridische Zaken (JURI) ingesteld als adviescommissie.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

Op 13 juli 2016 heeft de Oostenrijkse Bondsraad een subsidiariteitsbezwaar ingediend inzake de verordening betreffende de aanpak van geoblocking.

De deadline voor het indienen van subsidiariteitsbezwaren was 26 juli 2016.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Achtergrondartikelen

In het Tijdschrift voor Internetrecht van september 2016 is er een artikel verschenen van mr. T. Weermeijer en mr. N.C. Lodder over de geoblocking-verordening.


Alle bronnen