E170031
Laatste revisie: 29-06-2020

E170031 - Commissiemededeling en Verordening inzake Buitenlandse directe investeringen in de EU



Op 13 september 2017 heeft de Europese Commissie twee voorstellen gepresenteerd voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Europese Unie. Het betreft een mededeling met de titel 'Buitenlandse directe investeringen verwelkomen, maar vitale belangen beschermen' (COM(2017)494) en een verodening inzake 'het ontwikkelen van een raamwerk om buitenlandse directe investeringen in de Europese Unie te screenen' (COM(2017)487).


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.

nationaal

Op 29 januari 2019 stuurde de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking een antwoord op de brief van 4 december 2018. De commissies bespraken het verslag van een nader schriftelijk overleg op 5 februari 2019 en namen het antwoord van de minister voor kennisgeving aan.

Europees

Op 5 maart 2019 bereikte de Raad een akkoord over het voorstel. Na ondertekening door de Raad en het Europees Parlement wordt de wetgevingshandeling bekendgemaakt in het Publicatieblad van de EU en hebben lidstaten 18 maanden de tijd om aan de verordening te voldoen.


Kerngegevens

volledige titel

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake het ontwikkelen van een raamwerk voor het screenen van buitenlandse investeringen in de Europese Unie

document Europese Commissie

COM(2017)487PDF-document, d.d. 13 september 2017

rechtsgrondslag

Artikel 270 (1) VWEU

commissies Eerste Kamer

beleidsterreinen


Implementatie

Op 21 maart 2019 werd verordening 2019/452PDF-document gepubliceerd in Pb EU L 79 I/1. Deze verordening is van toepassing met ingang van 11 oktober 2020.

Kamerstukdossier 35.502 geeft een volledig overzicht van de behandeling van de uitvoeringswet in zowel de Eerste als de Tweede Kamer.


Behandeling Eerste Kamer

Op 29 januari 2019 stuurde de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking een antwoord op de brief van 12 december 2018. De commissies bespraken het verslag van een nader schriftelijk overleg op 5 februari 2019 en namen het antwoord van de minister voor kennisgeving aan.

Op 12 december 2018 is de brief aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking met nadere vragen over buitenlandse directe investeringen in de EU verstuurd.

Op 27 november 2018 gaf de fractie van de SP aan nadere schriftelijke inbreng te leveren op 4 december 2018 naar aanleiding van het verslag van een nader schriftelijk overleg (34.963, B).

De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft op 22 november 2018 geantwoord op de brief van 19 september 2018. De commissies BDO en EZK/LNV bespraken het verslag van een nader schriftelijk overleg (34.963, B) op 27 november 2018.

Op 19 september 2018 is de brief met nadere vragen van de SP inzake buitenlandse directe investeringen in de EU aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking verstuurd.

Tijdens de commissievergadering van 11 september 2018 gaf de fractie van de SP aan nadere schriftelijke inbreng te leveren.

Op 10 juli 2018 bespraken de commissies BDO en EZK/LNV het verslag van het schriftelijk overleg met de regering en besloten om in nader schriftelijk overleg te treden met de regering. De inbrengdatum werd vastgesteld op 11 september 2018.

Op 15 mei 2018 leverden de leden Prast (D66), Overbeek (SP) en Postema (PvdA) inbreng voor schriftelijk overleg met de regering. Op 22 mei 2018 werd een brief gestuurd aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking met vragen over de voorstellen inzake buitenlandse directe investeringen in de EU. Op 6 juli 2018 werd de reactie van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking ontvangen.

Op 17 april 2018 bespraken de commissies BDO en EZK/LNV de inbreng voor schriftelijke overleg met de regering. De leden Prast (D66) en Van Rij (CDA) gaven aan, naast het lid Overbeek (SP), inbreng te leveren. De inbrengdatum werd aangehouden tot 15 mei 2018.

Op 10 oktober 2017 besloten de commissies het BNC-fiche van de regering over de voorstellen af te wachten voordat zij in schriftelijk overleg treden. Op 11 oktober 2017 stuurde de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking een uitstelbrief aangaande het versturen van de bijbehorende BNC-fiches van dit dossier. Het BNC-fiche werd op 1 december 2017 ontvangen.

Het lid Overbeek (SP) heeft tijdens de vergadering van de commissie BDO op 26 september 2017 aangegeven vragen te willen stellen over de Europese voorstellen inzake buitenlandse directe investeringen in de EU. Op 10 oktober 2017 hadden de commissies BDO en EZ de gelegenheid aan te geven of zij schriftelijke inbreng wensen te leveren aan de regering en/of de Europese Commissie.


Behandeling Tweede Kamer

Op 17 april 2018 heeft de Tweede Kamer een motiePDF-document aangenomen over de screening van buitenlandse investeringen naar aanleiding van een dertigledendebat over de oproep om bedrijven beter te beschermen tegen overnames.

Op 22 februari 2018 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen en twee moties verworpen naar aanleiding van het verslag van het schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda informele RBZ Handel van 26 en 27 februari 2018. De aangenomen motie betreft het uitsluiten van brievenbusfirma's voor investeringsgeschillenbeslechting.

Op 20 februari 2018 heeft de Tweede Kamer een brief met schriftelijke vragen voorgelegd aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de geannoteerde agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken (Handel) van 26 en 27 februari 2018, waaronder het onderwerp buitenlandse directe investeringen. Op 22 februari 2018 stuurde de minister een brief waarin de vragen worden beantwoord.

Op 19 februari 2018 stuurde de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking een brief met antwoorden op de vragen over het BNC-fiche voor de Commissiemededeling en Verordening Investeringstoets. De algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft deze brief betrokken bij het schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken (Handel) van 26 en 27 februari 2018.

Op 7 december 2017 besprak de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking het BNC-fiche voor de Commissiemededeling en Verordening Investeringstoets en besloot het BNC-fiche te betrekken bij een algemeen overleg met de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de Raad Buitenlandse Zaken (Handel) op 22 februari 2018. Ook besloot de commissie om schriftelijke vragen te stellen aan de minister over het BNC-fiche.


Standpunt Nederlandse regering

In het BNC-fiche van 1 december 2017 geeft het kabinet zijn visie over de mededeling van de Commissie getiteld "Buitenlandse directe investeringen verwelkomen, maar vitale belangen beschermen" en de ontwerpverordening ter oprichting van een raamwerk voor het toetsen van buitenlandse directe investeringen in de Europese Unie.

Het kabinet deelt de zorgen die de Commissie in de mededeling omschrijft en steunt het doel van de mededeling. De mededeling geeft volgens het kabinet goed de probleemanalyse weer ten aanzien van de problematiek van reciprociteit bij investeringen en overnames én de problematiek van investeringen die de openbare orde en nationale veiligheid raken. Het kabinet sluit zich aan bij de wens om op Europees niveau en met derde landen afspraken te maken voor een betere balans.

Wat betreft de ontwerpverordening, kan het kabinet zich in beginsel vinden in het idee van een samenwerkingsmechanisme tussen lidstaten voor coördinatie en informatie-uitwisseling bij buitenlandse directe investeringen die risico's met zich mee kunnen brengen voor de nationale veiligheid en openbare orde, mits wordt voorzien in duidelijke waarborgen voor de bescherming van vertrouwelijke informatie aangaande buitenlandse directe investeringen en bedrijfsovernames.

Het kabinet beoordeelt de proportionaliteit van de ontwerpverordening in de gepresenteerde vorm echter overwegend negatief. Naar mening van het kabinet zouden richtsnoeren of een richtlijn passender zijn geweest als instrument. Het kabinet wil voorkomen dat de nationale bevoegdheid op het gebied van nationale veiligheid en openbare orde wordt beperkt door de ontwerpverordening. Ook is volgens het kabinet het kader van nationale veiligheid en openbare orde te beperkt en niet gepast om de problematiek van niet-marktgedreven investeringen aan te pakken en staat het kabinet afwijzend tegenover het oprekken of versmallen van dit kader. Bovendien ziet het kabinet geen rol voor de Europese Commissie bij de toetsing van directe investeringen. Daarom zal het kabinet deze rol proberen in te perken tijdens de onderhandelingen. Tot slot heeft het kabinet zorgen ten aanzien van de verplichting tot delen van informatie in de ontwerpverordening wanneer het gaat om gerubriceerde informatie of persoonsgegevens. Aangezien de Commissie de ontwerpverordening baseert op een exclusieve bevoegdheid van de EU, geeft het kabinet geen oordeel over de subsidiariteit.

De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking stuurde op 11 oktober 2017 een uitstelbrief aangaande het versturen van de bijbehorende BNC-fiches van dit dossier. Zij laat het oordeel over de voorstellen aan het nieuwe kabinet.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Op 13 september 2017 heeft de Europese Commissie twee voorstellen gepresenteerd voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Europese Unie. Het betreft een mededeling met de titel 'Buitenlandse directe investeringen verwelkomen, maar vitale belangen beschermen' (COM(2017)494) en een verodening inzake 'het ontwikkelen van een raamwerk om buitenlandse directe investeringen in de Europese Unie te screenen' (COM(2017)487).

In de discussienotaPDF-document van de Commissie van 10 mei 2017 over het in goede banen leiden van de mondialisering werd genoemd dat ''bezorgdheid'' bestaat ''over buitenlandse investeerders, met name staatsbedrijven, die uit strategische overwegingen belangrijke Europese technologiebedrijven overnemen. EU-investeerders hebben vaak niet dezelfde rechten om te investeren in het land waaruit die investeringen afkomstig zijn. Deze zaken moeten zorgvuldig worden onderzocht en passend worden aangepakt.'' Het huidige regelgevingskader wordt om deze reden herzien. Ook liet Europese Raad in juni 2017 zien het initiatief van de Commissie te ondersteunen om de mondialisering in goede banen te leiden en om investeringen uit derde landen in strategische sectoren te analyseren.

De Europese Commissie zal de stromen van deze investeringen in de EU analyseren middels een op te richten coördinatiegroep van Europese lidstaten, zodat gezamenlijke oplossingen gevonden kunnen worden voor problemen en de zaken in kaart kunnen worden gebracht. Het nieuwe juridische kader dient er voor te zorgen dat:

  • er een Europees kader komt voor de screening van buitenlandse investeringen, zodat deze transparant, gelijk en veilig zijn,
  • er een mechanisme ontstaat voor samenwerking tussen de lidstaten indien de veiligheid of openbar eorde in het geding is,
  • de Europese Commissie kan controleren of buitenlandse investeringen niet conflicteren met (onderzoeks)projecten of programma's van de Europese Unie (zoals Horizon 2020 en TEN-T).

Behandeling Raad

Op 5 maart 2019 bereikte de Raad een akkoord over het voorstel. Na ondertekening door de Raad en het Europees Parlement wordt de wetgevingshandeling bekendgemaakt in het Publicatieblad van de EU en hebben lidstaten 18 maanden de tijd om aan de verordening te voldoen.

Op 9 november 2018 lichtte het voorzitterschap tijdens de Raad Buitenlandse Zaken en Handel de voortgang van een aantal lopende wetgevingstrajecten toe op het terrein van internationale handel, zoals het voorstel voor een EU-kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 14 februari 2019 heeft het Europees Parlement met 500 stemmen voor, 49 stemmen tegen en 56 onthoudingen een wetgevingsresolutiePDF-document over het voorstel aangenomen.

Op 6 december 2018 werd er een compromis bereikt over de interinstitutionele onderhandelingen over het voorstel. De voorlopige overeenkomstPDF-document werd op 10 december 2018 door de commissie Internationale Handel goedgekeurd.

Op 13 juni 2018 werd er door de plenaire vergadering van het Europees Parlement overeenstemming bereikt om interinstitutionele onderhandelingen over het voorstel te starten.

Op 5 juni 2018 publiceerde de commissie voor Internationale Handel een verslagPDF-document met een ontwerpwetgevingsresolutie over de mededeling.

Op 25 april 2018 bracht de EP Rapporteur Reinhard Bütikofer (Greens/EFA) namens de commissie voor Industrie, Onderzoek en Energie een adviesPDF-document uit met betrekking tot het voorstel.

Op 5 april 2018 bracht de EP Rapporteur Roberts Zĩle (ECR) namens de commissie voor Economische en Monetaire Zaken een adviesPDF-document uit met betrekking tot het voorstel.

Op 22 maart 2018 bracht de EP Rapporteur Geoffrey van Orden (ECR) namens de commissie voor Buitenlandse Zaken een adviesPDF-document uit met betrekking tot het voorstel.

Op 13 maart 2018 bracht de EP Rapporteur Franck Proust (EPP) namens de commissie voor Internationale Handel een ontwerpverslagPDF-document uit met betrekking tot het voorstel.

Op 19 januari 2018 publiceerde het Europees Parlement een briefingPDF-document over de ontwerpverordening tot vaststelling van een kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Europese Unie.

De commissie voor Juridische Zaken (JURI) en de commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE) besloten geen advies te geven over de voorstellen.

Het voorstel wordt behandeld door de commissie voor Internationale Handel (INTA) en de commissie voor Industrie, Onderzoek en Energie (ITRE) van het Europees Parlement. Daarnaast zijn de commissies voor Buitenlandse Zaken (AFET), de commissie voor Economische en Monetaire Zaken (ECON), de commissie voor Juridische Zaken (JURI) en de commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE) ingesteld als adviescommissie.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

Op 13 december 2017 nam de Kamer van Afgevaardigden van Italië een resolutiePDF-document aan waarin wordt gesteld dat het voorstel in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese instellingen gedeeld.

Op 6 december 2017 nam de Senaat van Tsjechië een resolutiePDF-document aan waarin wordt gesteld dat het voorstel in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel.

Op 28 november 2017 nam de Senaat van Frankrijk een resolutiePDF-document aan waarin wordt gesteld dat het voorstel in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel en waarin aan de Europese Commissie wordt gevraagd of er een samenwerkingsverband tussen lidstaten opgesteld kan worden om de transparantie van investeerders te vergroten. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese instellingen gedeeld.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen