2.36600 XVI
Begrotingsstaten Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2025
Beslispunten
-
1.Welke fracties wensen vandaag inbreng te leveren voor het verslag?
-
2.Acht de commissie het wetsvoorstel - onder voorbehoud van ontvangst van de nota naar aanleiding van het verslag uiterlijk vrijdag 31 januari 2024 - gereed voor plenaire behandeling, bij voorkeur in de maand februari (de nota komt in dat geval niet meer terug in de commissie)? of
-
3.Wenst de commissie het ministerie te verzoeken de nota naar aanleiding van het verslag zo spoedig mogelijk te mogen ontvangen en het wetsvoorstel na ontvangst van de nota voor nadere procedure te agenderen?
-
4.Indien de commissie het wetsvoorstel wenst aan te melden voor plenaire behandeling, is dan - zoals gebruikelijk - een debat met alleen de minister van VWS als eerste ondertekenaar van het wetsvoorstel voldoende of wenst u de Voorzitter te verzoeken ook de staatssecretaris(sen) LMZ en/of JPS voor het debat uit te nodigen (artikel 50, derde lid, Reglement van Orde van de Eerste Kamer der Staten-Generaal)?
Toelichting
-
-De commissie besloot op 17 december jl. om op 21 januari 2025 inbreng te leveren voor verslag.
-
-Kort na de commissievergadering van 17 december 2024 heeft de Kamer een afschrift ontvangen van een brief aan de Tweede Kamer (TK 36600 XVI, 155), waarin de minister van VWS een reactie geeft op de effecten van de door de Tweede Kamer aangebrachte wijzigingen in de OCW-begroting op de VWS-begroting. Deze afschriftbrief (36600 XIV, E) is u op 17 december per mail aangeboden en tevens als bijlage opgenomen bij dit agendapunt.
Achtergrond
-
-In artikel 2.25 Comptabiliteitswet 2016 is een regeling opgenomen voor het geval een begroting niet voor de start van het kalenderjaar is goedgekeurd.
-
-Lopend beleid dat ten grondslag ligt aan de begroting kan met terughoudendheid in uitvoering worden genomen. Voor nieuw beleid geldt in principe “niet, tenzij”. Voor dit “tenzij” is vereist dat uitstel naar de mening van de betreffende minister niet in het belang is van de Staat en dat hij de Kamers daarover moet hebben geïnformeerd.
-
-In artikel 4, derde lid, (en overweging 15) van de Europese Verordening inzake begrotingsregels (EU nr. 473/2013)1 staat dat de begroting jaarlijks uiterlijk voor de jaarwisseling wordt vastgesteld. Het doel hiervan is ervoor te zorgen dat de overheid in staat blijft haar essentiële plichten te vervullen. Voor het geval behandeling voor de jaarwisseling niet lukt (“omwille van objectieve redenen buiten de macht van de overheid"), dienen lidstaten te beschikken over uitgestelde begrotingsprocedures.
-
-Met het hiervoor genoemde artikel uit de Comptabiliteitswet 2016 is in zo’n uitgestelde begrotingsprocedure voorzien.
-
-In 2023 zijn, vanwege de Tweede Kamerverkiezing, slechts enkele begrotingen voor 2024 (5 van de 23) voor de jaarwisseling in de Eerste Kamer afgehandeld. De rest is behandeld in 2024.
1 Verordening (EU nr. 473/2013) betreffende gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van de eurozone. Zie artikel 4, derde lid, en overweging 15.
Inbreng voor verslag
3.Voortgang integrale suïcidepreventie
Brief van de staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport (25424, N)
Beslispunt
-
-Geeft de brief van 17 december 2024 (25424, N) aanleiding tot schriftelijk overleg of wenst u de brief voor kennisgeving aan te nemen?
Toelichting
-
-Jaarlijks wordt een brief uitgebracht over voortgang van het rijksbeleid suïcidepreventie. In de brief van 17 december 2024 (25424, N) wordt ingegaan op voortgang van de uitvoering van de (derde) Landelijke Agenda Suïcidepreventie (2021-2025). De pijlers van de huidige Landelijke Agenda zijn o.a.:
-
-Durven en leren praten over suïcides;
-
-Professionals opleiden, bijscholen en toerusten;
-
-Suïcidepreventie in de wijk verstevigen;
-
-Aanpak gericht op middelbare scholen en het middelbaar beroepsonderwijs;
-
-Veiligheid en effectiviteit van zorg verbeteren;
-
-Barrières opwerpen voor de beschikbaarheid van dodelijke middelen.
-
-Opzet van een landelijk lerend systeem.
-
-
-In 2026 moet de volgende (vierde) Landelijke Agenda starten.
-
-De voorliggende voortgangsbrief van 17 december 2024 gaat naast de Landelijke Agenda ook in op Wet integrale suïcidepreventie.De Eerste Kamer heeft dit initiatiefvoorstel op 4 juni 2024 als hamerstuk afgedaan. De wet is op 26 juni 2024 gepubliceerd (Stb. 2024, 189) en treedt naar verwachting op 1 juli 2025 in werking.
-
-In zijn brief van 5 september 2024 (35754, D) heeft de staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport (JPS) toegezegd beide Kamers op eenzelfde wijze te informeren over de verdere uitvoering van de Wet integrale suïcidepreventie. Met deze voortgangsbrief geeft hij hieraan invulling.
-
-De Wet integrale suïcidepreventie vereist dat bij algemene maatregel van bestuur (AMvB) regels worden gesteld omtrent het landelijke integrale suïcidepreventiebeleid. Het proces om tot een AMvB te komen is in gang gezet en de internetconsultatie van het concept Besluit integrale suïcidepreventie is gestart op 11 december 2024 (einddatum consultatie: 31 januari 2025 → zie link naar internetconsultatie). Hierna wordt de AMvB – conform eerder gedane toezegging – met de Kamer gedeeld alvorens het voor advies zal worden voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State.
-
-In de Wet integrale suïcidepreventie is opgenomen dat jaarlijks een verantwoording over de voortgang van de coördinatie en uitvoering van het integraal beleid ter bevordering van suïcidepreventie aan de Tweede Kamer zal worden gestuurd (artikel 12b, vierde lid, Wet publieke gezondheid). De onderdelen uit de wet – waaronder de landelijke nota gezondheidsbeleid - zullen daarin leidend zijn. Aan het slot van zijn brief van 17 december zegt de staatssecretaris JPS aan de Eerste Kamer toe deze rapportage voor het einde van elk jaar toe te sturen.
Bespreking
Brief van de staatssecretaris JP&S over voortgang integrale suïcidepreventie (EK 25.424 / 35.754, N)
4.Voortgang Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg en toezegging T03571
Brief van de minister van VWS van 18 december 2024 (27529, AG)
Beslispunten
-
-Geeft de brief van 18 december 2024 (27529, AG) aanleiding tot schrftelijk overleg of wenst de commissie deze brief voor kennisgeving aan te nemen?
-
-Kunt u ermee instemmen toezegging T03571 als voldaan te beschouwen?
Toelichting
-
-In de brief van 18 december 2024 wordt verwezen naar twee Eerste Kamer toezeggingen: T03571 (Medische brieven opnemen in de Meerjarenagenda Wegiz en hierover terug te koppelen - Lid Van der Voort, D66) en T03572 (Kamer informeren over EHDS en de relatie met de Wegiz - Lid Van der Voort, D66).
-
a.Op 28 mei 2024 heeft de commissie besloten toezegging T03572 als voldaan aan te merken en afgesproken toekomstige brieven over de voortgang van de elektronische gegevensuitwisseling in de zorg onder de aandacht van de commissie te blijven brengen.
-
b.In de voorliggende brief gaat de minister in op toezegging T03571. Zij concludeert dat bij verwijzingen binnen de medisch-specialistische zorg naast de gestructureerde BgZ-gegevens bijna altijd een elektronische verwijsbrief wordt meegestuurd. Systemen voor elektronische patiëntendossiers (EPD) ondersteunen dit technisch. Een wettelijke verplichting is daarom niet direct nodig. Voorts merkt zij op dat in het zorgveld behoefte bestaat aan het structureren van de metadata van medische brieven/documenten zodat men deze bij binnenkomst direct, automatisch en goed kan opslaan in het EPD. Daarom is Nictiz gevraagd een informatiestandaard te ontwikkelen die sectoroverstijgend kan worden gebruikt. Bij de ontwikkeling van de informatiestandaard houdt Nictiz rekening met de EHDS-gegevensuitwisseling Discharge Report die naar verwachting in 2030 wordt verplicht. De wensen van het Nederlandse zorgveld rondom het structureren van metadata van documenten worden voor een groot deel afgedekt met de eisen aan deze gegevensuitwisseling onder de EHDS. Volgens de minister is toezegging T03571 hiermee afgedaan.
-
Tweede Kamer
De Tweede Kamer heeft op 18 december 2024 naast de brief over de Voortgang van de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg vier brieven ontvangen die raken aan het onderwerp elektronische gegevensuitwisseling in de zorg. Het betreft de volgende brieven:
-
-Richting een aanpak en kaders voor inzet van AI bij administratieve zorgtaken (TK 27529, 329).
-
-Voortgang persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) en ontwikkeling Mijn gezondheidsoverzicht (TK 27529, 327).
-
-Nationale strategie voor het gezondheidsinformatiestelsel (TK 27529, 326)
-
-Agenda databeschikbaardheid in de zorg (TK 27529, 325)
-
-Deze brieven worden in de Tweede Kamer besproken in de procedurevergadering VWS van 15 januari 2025.
Bespreking brief en status toezegging T03571
5.Ontwerpbesluit, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten, het Warenwetbesluit Zuivel en het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten
Brief van de minister van VWS van 19 november 2024 (31532, B)
Belsispunt
-
-Welke fracties wensen heden inbreng te leveren?
Toelichting
-
-Het lid Van Langen-Visbeek (BBB) heeft op 17 december jl. tijdens de vergadering van de commissie voor Binnenlandse Zaken verzocht het voorgehangen Ontwerpbesluit, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten, het Warenwetbesluit Zuivel en het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten (31532, B) in de eerstkomende vergadering te agenderen. Zij gaf aan hierover nog vragen te willen stellen. De commissiestaf BIZA heeft dit verzoek doorgeleid naar de commissie VWS (zie: punt 10 korte aantekeningen commissie BIZA 17 december 2024).
-
-De reactietermijn van deze voorhang liep tot en met 17 december 2024. Het ministerie van VWS is ambtelijk geïnformeerd over het verzoek van het lid Van Langen-Visbeek.
-
-De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 32b, tweede lid, Warenwet) en biedt de Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld. Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van het ontwerpbesluit met ingang van 1 juli 2025.
-
-In de Tweede Kamer is het voorgehangen ontwerpbesluit op 4 december 2024 voor kennisgeving aangenomen.
Inbreng schriftelijk overleg
6.Mededelingen en informatie
A - Overzicht beleidsmatige mutaties na 2e suppletoire begroting 2024 van het ministerie van VWS (Veegbrief 2024)
Per brief van 16 december 2024 (36600 XVI, D) heeft de minister van VWS de Kamer, mede namens de staatssecretaris Langdurige en Maatschappelijke Zorg en de staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport, geïnformeerd over de (beleidsmatige) mutaties die zijn opgetreden na de Najaarsnota en de bijbehorende 2e suppletoire wet 2024 op de begroting van VWS. Deze mutaties worden in de Slotwet 2024 van de begroting van het ministerie van VWS verwerkt.
B - Kabinetsreactie SER briefadvies sociaaleconomische gezondheidsverschillen Beleidsagenda ‘Gezondheid in alle beleidsdomeinen'
Het SER-advies 'Gezond opgroeien, wonen en werken ' uit december 2023 is op 17 juni 2024 namens het vorige kabinet met een beleidsarme brief (TK 32793, 775) aan de Tweede Kamer aangeboden. Op 17 december 2024 heeft de staatssecretaris van Jeugd, Preventie en Sport (JPS), mede namens de minister van SZW en staatssecretaris Participatie en Integratie, inhoudelijk op het SER-advies gereageerd door toezending van een afschrift van de Tweede Kamerbrief (32793, L). De reactie van het kabinet is opgenomen in de beleidsagenda 'Gezondheid in alle beleidsdomeinen '. Met deze beleidsagenda presenteert het kabinet de eerste contouren van een rijksbrede aanpak, conform de oproep van de SER. Het vormt een startpunt waarbij de betrokken bewindspersonen, onder coördinatie van de staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport, de komende periode in gesprek gaan met verschillende partijen. Er zijn trajecten in gang gezet voor een meer fundamentele aanpak voor gezondheid(sachterstanden) binnen de Rijksoverheid. Jaarlijks zullen de Kamers geïnformeerd worden over de voortgang van de beleidsagenda, de eerste keer in het najaar van 2025.
C - RVS-advies Gezond in de bonus: via supermarkten betere voeding voor burgers stimuleren
Op 16 december 2024 heeft de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) het advies “Gezond in de bonus ” uitgebracht. De Raad adviseert de overheid een financiële prikkel in te voeren waarmee supermarkten beloond worden voor de verkoop van gezond voedsel. De vormgeving van een wettelijk verankerd bonus-malussysteem vraagt om zorgvuldigheid. Ook in de afstemming op ander (al bestaand) beleid om breed te investeren in volksgezondheid. De Raad adviseert het ministerie van VWS hiervoor een commissie in te stellen; bestaande uit onder andere juristen, economen en retail-experts. Het benutten van de positie en kennis over consumentengedrag van supermarkten is cruciaal voor het daadwerkelijk bereiken van meer verkoop van gezonde voeding. De Raad heeft aangeboden graag bereid te zijn een technische briefing te geven om dit advies nader toe te lichten en eventuele vragen te beantwoorden.
D - Hoofdlijnenbrief Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015)
De Tweede Kamer heeft op 20 december 2024 de Hoofdlijnenbrief Wet maatschappelijke ondersteuning ontvangen (TK 29538, 365). Via deze brief wordt de Tweede Kamer jaarlijks geïnformeerd over de voortgang van verschillende trajecten en acties die bijdragen aan het verbeteren van de Wmo 2015.
E - Wijziging Internationale Gezondheidsregeling 2005 (IHR) en update onderhandelingen pandemie-instrument
-
-De minister van VWS heeft de Tweede Kamer op 20 december 2024 per brief (TK 25295, 2217 met rectificatiebrief op 15 januari 2025) geïnformeerd over o.a. het vervolgproces met betrekking tot de wijziging van de Internationale Gezondheidsregeling 2005 (IHR). Tijdens de 77ste Wereldgezondheidsvergadering (WHA77) in juni 2024 is een pakket wijzigingen van de IHR aangenomen.
-
-De notificatie van de door de WHA77 aangenomen wijzigingen is op 19 september 2024 verstuurd door de Directeur-Generaal van de WHO. Dit betekent dat het Koninkrijk vóór 19 maart 2026 aan de WHO moet laten weten of het de wijzigingsvoorstellen wil verwerpen of ten aanzien daarvan een voorbehoud wil maken.
-
-De gebruikelijke goedkeuringsprocedure van wijzigingen van een uitvoeringsverdrag zoals de IHR is de voorhangprocedure vastgelegd in de artikelen 7, onder b, en 8, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen (Rgbv). De voormalige Minister voor Medische Zorg heeft in haar brief van 13 mei 2024 toegezegd af te wijken van de gebruikelijke voorhangprocedure van de Rgbv en de wijzigingen van de IHR ter uitdrukkelijke goedkeuring voor te leggen aan de Staten-Generaal (TK 25295, 2182). Hiermee kunnen de Kamers zelf een afweging maken over het goedkeuren of verwerpen van de wijzigingen.
-
-Het is de verwachting dat de uitdrukkelijke goedkeuringsprocedure niet binnen de geldende reactietermijn van achttien maanden zal worden afgerond. Daarom zal de regering de wijzigingen op de IHR – hangende de parlementaire procedure – verwerpen. Hiermee zal Nederland niet gebonden zijn aan enige wijzigingen totdat de parlementaire procedure is doorlopen.
-
-De vervolgprocedure is als volgt. De Engelstalige gewijzigde artikelen en bijlagen van de IHR worden vertaald in het Nederlands en gepubliceerd in het Tractatenblad (De Engelstalige tekst van de gewijzigde artikelen en bijlagen van de IHR is reeds gepubliceerd in Tractatenblad 2024, nr. 132). Na publicatie van de Nederlandstalige versie zullen de wijzigingen van de IHR worden omgezet in een voorstel van rijkswet en voorzien van een memorie van toelichting. Wanneer deze gereed zijn, zal op basis van een voorstel van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de minister van VWS, de rijksministerraad (RMR) worden gevraagd om in te stemmen met het starten van de uitdrukkelijke goedkeuringsprocedure. Indien de RMR daarmee instemt, zal vervolgens het voorstel van rijkswet, inclusief memorie van toelichting, ter advisering worden voorgelegd aan de Raad van State. Wanneer deze het gevraagde advies heeft gegeven, zullen het Tractatenblad met de Nederlandse vertaling van de wijzigingen, het voorstel van rijkswet en de memorie van toelichting, samen met het advies van de Raad van State en het nader rapport worden voorgelegd aan de Staten-Generaal. De verwachting is dat voor de zomer van 2025 het wetsvoorstel en de memorie van toelichting aan de RMR kan worden voorgelegd, zulks afhankelijk van de vraag of er nadere uitvoeringswetgeving vereist is.
-
-Indien de Staten-Generaal het voorstel van rijkswet goedkeuren dan zal de Directeur-Generaal van de WHO hiervan op de hoogte worden gesteld, gelijktijdig met een eventueel voorbehoud. Wanneer de Staten-Generaal niet akkoord gaan met de wijzigingen, dan blijft de verwerping van kracht en zullen de wijzigingen niet in werking treden voor het Koninkrijk.
-
-De Europese Commissie heeft bij de onderhandelingen over de IHR opgetreden als onderhandelaar namens de Europese Unie. Nu de onderhandelingen over de wijzigingen van de IHR op 1 juni 2024 zijn afgerond, heeft de Commissie op 13 november 2024 een voorstel voor een Raadsbesluit gepresenteerd, over het aanvaarden van de wijzigingen van de IHR zoals die op 1 juni 2024 zijn aangenomen, voor die onderdelen die onder de bevoegdheid van de Unie vallen (Voorstel voor een Besluit van de Raad COM(2024)541, en de bijlage bij het voorstel annex I COM(2024)541, d.d. 13 november 2024). De Tweede Kamer heeft op 20 december 2024 via een separate brief (TK 25295, 2216) een kabinetsappreciatie van het voorgestelde Raadsbesluit ontvangen.
7.Rondvraag
8.Ter herinnering: openstaande correspondentie commissie VWS
-
-Hieronder is een overzicht van de openstaande correspondentie weergegeven (dit betreft brieven).
-
-Een overzicht van wetsvoorstellen die bij de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in (schriftelijke) behandeling zijn, is via deze LINK te raadplegen.
-
-Een overzicht van VWS-wetsvoorstellen in behandeling bij de Tweede Kamer is te raadplegen via deze LINK.
Overzicht openstaande correspondentie |
|||
---|---|---|---|
Verzonden |
Onderwerp + link (N)SO: (nader) schriftelijk overleg |
Reactietermijn |
Toelichting |
2024-12-19 |
SO - Uitvoering motie-Backer (35403, E); Link brief: 35403 |
2025-01-24 |
|
2024-10-24 |
SO - Uitkomst bestuurlijk overleg register zorgfraude; Link brief: 28828 |
na afronding bestuurlijk overleg |
|
2025-01-17 |