Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.

document Europese Commissie

COM(2007)183, d.d. 18 april 2007

commissie Eerste Kamer

beleidsterreinen

De commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO) besloot tijdens de vergadering d.d. 11 september 2007 de onderhavige mededeling door te verwijzen naar de commissie voor Economische Zaken.

De commissie voor Economische Zaken heeft de mededeling op 25 september 2007 voor kennisgeving aangenomen.

De Nederlandse regering stelt in fiche vier dat zowel de subsidiariteits- als proportionaliteitstoets in principe niet van toepassing zijn omdat het een mededeling van de Commissiemededeling betreft. Indien toch een oordeel over de subsidiariteit wordt gegeven, acht de Nederlandse regering dat aan deze toets wordt voldaan omdat de Commissie de export probeert te bevorderen. Ook aan de proportionaliteit wordt voldaan daar de Commissie voorstelt om bestaande instrumenten beter in te zetten.

Nederland heeft als exporterend land grote belangen bij verdere liberalisering van de wereldmarkt en derhalve steunt de Nederlandse regering dit voorstel van de Europese Commissie. De regering wijst erop dat bij de prioriteitenstelling rekening gehouden dient te worden met economische relevantie en haalbaarheid en met de relevantie van de sectoren in de bilaterale handelsrelaties van een lidstaat en dat er ingezet dient te worden op reciprociteit.

Met COM(2007)183, Europa als wereldspeler: een sterker partnerschap voor markttoegang ten behoeve van Europese Exporteurs, beoogt de Europese Commissie, met het oog op de mondialisering, een middel in handen te hebben om Europese exporteurs betere toegang te laten krijgen tot markten over de gehele wereld. Daartoe stelt zij de volgende zaken voor:

In de eerste plaats dient er een versterkte inzet plaats te vinden zowel via multilaterale als bilaterale kanalen om een geleidelijke, afdwingbare liberalisering en marktopening te realiseren en ervoor te zorgen dat de Europese Unie en de handelspartners hun normen op elkaar afstemmen. Een middel om een krachtigere vuist te kunnen maken is dat de Europese Commissie, de lidstaten en het Europese bedrijfsleven een sterkere relatie ontwikkelen, zodat concrete problemen sneller worden gesignaleerd en effectiever kunnen worden aangepakt. Om deze relatie te effectueren acht de Commissie het wenselijk dat het huidige systeem van samenwerking verder wordt gedecentraliseerd en dat plaatselijke initiatieven in derde landen worden gestimuleerd. Een mogelijkheid daartoe is de oprichting van EU-markttoegangsteams, waarbij delegaties van de Europese Commissie, ambassades van de lidstaten en organisaties van het bedrijfsleven worden betrokken. Ook in Brussel dient nauwer samengewerkt te worden tussen de Commissie, de lidstaten en de industrie.

Voorts dient er een betere prioritering gemaakt te worden ten aanzien van de belemmeringen die aangepakt moeten worden, zodat middelen efficiënter en effectiever kunnen worden ingezet. Prioritering geldt zowel ten aanzien van landen als ten aanzien van issues. De Europese Commissie pleit tot slot voor een herziening van haar markttoegangsdatabank. Deze databank bevat een overzicht van alle door derde landen toegepast invoertarieven en andere invoereisen. Zij acht het noodzakelijk grotere doeltreffendheid en meer transparantie te betrachten bij de analyse van klachten over handelsbelemmeringen door de Commissie.

Tijdens de Raad van 18 en 19 juni 2007 zijn ten aanzien van het Commissievoorstel conclusies aangenomen. In deze conclusies wordt het belang benadrukt van effectiever én efficiënter beleid op basis van bredere samenwerking, zoals in de mededeling wordt uiteengezet. Daarnaast wordt gesteld dat op basis van duidelijke prioriteiten gehandeld dient te worden: 1) potentiële economische voordelen van het verwijderen van een barrière; 2) mate waarin barrière bi- of multilaterale overeenkomsten schendt; en 3) de waarschijnlijkheid van een oplossing in redelijk tijdsbestek. De Raad benadrukt eveneens het belang voor markttoegang voor het MKB. Voorts dient gekomen te worden tot concrete initiatieven om deze strategie te implementeren en dient de voortgang van dit initiatief regelmatig te worden onderzocht.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.