E100025 - Ontwerpmededeling richtsnoeren inzake toepasselijkheid van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op horizontale samenwerkingsovereenkomsten
De Europese Commissie heeft ontwerpverordeningen en richtsnoeren gepubliceerd met betrekking tot de beoordeling van samenwerkingsovereenkomsten tussen concurrenten, de zogenaamde horizontale samenwerkingsovereenkomsten. Deze voorstellen hebben tot doel om de mededingingsregels op dit terrein aan te passen, verder te verduidelijken en ervoor te zorgen dat zij relevant blijven in de hedendaagse economie. Hiertoe worden een aantal aspecten van genoemde verordeningen en richtsnoeren herzien.
Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.
Europees
Ontwerpmededeling gepubliceerd
document Europese Commissie
SEC(2010)528, d.d. 4 mei 2010
commissie Eerste Kamer
beleidsterreinen
verwante dossiers
Op 15 juni 2010 heeft de commissie besloten om het voorbereidend onderzoek inzake onderhavig voorstel op 22 juni 2010 te doen plaatsvinden.
Tijdens haar vergadering van 22 juni 2010 heeft de commissie voor EZ besloten om de ontwerpmededeling voor kennisgeving aan te nemen.
De Commissie heeft ontwerpverordeningen en richtsnoeren gepubliceerd met betrekking tot de beoordeling van samenwerkingsovereenkomsten tussen concurrenten, de zognaamde horizontale samenwerkingsovereenkomsten. Het betreft een drietal voorstellen, te weten een ontwerpmededeling van de Commissie met betrekking tot Richtsnoeren inzake de toepasselijkheid van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op horizontale samenwerkingsovereenkomsten (E100025), een ontwerpverordening betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op groepen specialisatieovereenkomsten (E100026) en een ontwerpverordening betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op groepen onderzoeks- en ontwikkelingsovereenkomsten (E100027).
Deze voorstellen hebben tot doel om de mededingingsregels op dit terrein aan te passen, verder te verduidelijken en ervoor te zorgen dat zij relevant blijven in de hedendaagse economie. Hiertoe worden een aantal aspecten van genoemde verordeningen en richtsnoe-ren herzien. Het gaat in dit kader bijvoorbeeld om het herzien van het standaardiserings-hoofdstuk met betrekking tot het vaststellen van normen. Voorts gaat het om het voegen in de richtsnoeren van een hoofdstuk over de beoordeling van informatieuitwisseling tussen ondernemingen en het verduidelijken van de toepassing van mededingingsregels op overeenkomsten tussen gemeenschappelijke ondernemingen en hun moedermaatschappijen. Tot slot worden in de twee verordeningen wijzigingen aangebracht ten aanzien van de relevante intellectueeleigendomsrechten en herziening van de hardcore-beperkingen, wordt een tweede marktaandeeldrempel voor bepaalde overeenkomsten ingevoerd en wordt het begrip ‘potentiële concurrent’ verduidelijkt.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.