E100027 - Ontwerpverordening betreffende de werking van de Europese Unie op groepen onderzoeks- en ontwikkelingsovereenkomsten
De Europese Commissie heeft ontwerpverordeningen en richtsnoeren gepubliceerd met betrekking tot de beoordeling van samenwerkingsovereenkomsten tussen concurrenten, de zogenaamde horizontale samenwerkingsovereenkomsten. Deze voorstellen hebben tot doel om de mededingingsregels op dit terrein aan te passen, verder te verduidelijken en ervoor te zorgen dat zij relevant blijven in de hedendaagse economie. Hiertoe worden een aantal aspecten van genoemde verordeningen en richtsnoeren herzien.
Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.
Europees
Ontwerpverordening gepubliceerd
volledige titel
Ontwerpverordening betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op groepen onderzoeks- en ontwikkelingsovereenkomsten
document Europese Commissie
C(20..)yyy, d.d. 4 mei 2010
commissie Eerste Kamer
beleidsterreinen
verwante dossiers
Op 15 juni 2010 heeft de commissie besloten om de ontwerpverordening voor kennisgeving aan te nemen.
De Commissie heeft ontwerpverordeningen en richtsnoeren gepubliceerd met betrekking tot de beoordeling van samenwerkingsovereenkomsten tussen concurrenten, de zogenaamde horizontale samenwerkingsovereenkomsten. Het betreft een drietal voorstellen, te weten een ontwerp Mededeling van de Commissie met betrekking tot Richtsnoeren inzake de toepasselijkheid van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op horizontale samenwerkingsovereenkomsten (E100025), een ontwerpverordening betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op groepen specialisatieovereenkomsten (E100026) en een ontwerpverordening betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op groepen onderzoeks- en ontwikkelingsovereenkomsten (E100027).
Deze voorstellen hebben tot doel om de mededingingsregels op dit terrein aan te passen, verder te verduidelijken en ervoor te zorgen dat zij relevant blijven in de hedendaagse economie. Hiertoe worden een aantal aspecten van genoemde verordeningen en richtsnoeren herzien. Het gaat in dit kader bijvoorbeeld om het herzien van het standaardiseringshoofdstuk met betrekking tot het vaststellen van normen. Voorts gaat het om het voegen in de richtsnoeren van een hoofdstuk over de beoordeling van informatie-uitwisseling tussen ondernemingen en het verduidelijken van de toepassing van mededingingsregels op overeenkomsten tussen gemeenschappelijke ondernemingen en hun moedermaatschappijen. Tot slot worden in de twee verordeningen wijzigingen aangebracht ten aanzien van de relevante intellectueeleigendomsrechten en herziening van de hardcore-beperkingen, wordt een tweede marktaandeeldrempel voor bepaalde overeenkomsten ingevoerd en wordt het begrip ‘potentiële concurrent’ verduidelijkt.