E110081 - Voorstel voor een verordening tot vaststelling van Horizon 2020; een Kaderprogramma voor Onderzoek en Innovatie 2014-2020
Met dit Verordeningsvoorstel wordt 'Horizon 2020' - het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie - vastgesteld en tevens het kader ingesteld waarbinnen, voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2020, de Europese Unie onderzoeks- en innovatieactiviteiten ondersteunt en een betere benutting stimuleert van innovatie, onderzoek en technologische ontwikkeling.
Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.
nationaal
Op 24 januari 2012 nam de commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het voorstel voor een verordening voor kennisgeving aan.
Europees
Op 20 december 2013 werd verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 - het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014 -2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (L347/104).
document Europese Commissie
COM(2011)809, d.d. 30 november 2011
rechtsgrondslag
Artikel 173 en 182 van het Verdrag betreffende de werking van de EU
commissie Eerste Kamer
beleidsterreinen
verwante dossiers
-
Verordening (EU) Nr. 1291/2013 tot vaststelling van Horizon 2020 - het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014 -2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG openbaarmaking Europese Commissie - Pb EU L347
20 december 2013
Op 24 januari 2012 heeft de commissie het voorstel voor een verordening voor kennisgeving aangenomen.
De commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft op 17 januari 2012 de procedure voor behandeling van dit voorstel een week aangehouden.
De commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap besloot op 13 december 2011 dat zij in afwachting van het BNC-fiche de procedure aanhoudt tot 17 januari 2012 .
Tijdens de procedurevergadering van de commissie voor Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I) op 17 januari 2012 is besloten dat men het betreffende BNC-fiche wil bespreken in een algemeen overleg voorafgaand aan de Raad voor Concurrentievermogen en dat overleg vindt naar verwachting plaats op 15 februari 2012 .
In een schriftelijk overleg d.d. 28 november 2011 over de raad Concurrentievermogen van december 2011 werd de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie onder andere door de CDA-fractie gevraagd hoe het kabinet denkt de hogere investeringen in onderzoek en ontwikkeling te kunnen realiseren.
Volgens het BNC-fiche staat de Nederlandse regering positief tegenover het samenbrengen van onderzoek en innovatie in één strategisch kader. Men is voorstander van een overzichtelijk en transparant landschap van instrumenten op Europees niveau. Hiervoor moet er synergie zijn tussen de instrumenten en dienen de administratieve lasten gereduceerd te worden. Wel mist men de keuzemogelijkheid voor gebruikers die het, met name voor publieke kennisinstellingen die hun financieel management op orde hebben mogelijk maakt om subsidie te ontvangen op basis van een integrale kostprijs.
In Horizon 2020 moet volgens de Nederlandse regering meer waardecreatie uit kennis zijn. Hiervoor is het vooral van belang dat de deelname van het bedrijfsleven, in het bijzonder van het MKB, wordt bevorderd.
De Nederlandse regering is daarnaast van mening dat synergie tussen Cohesiebeleid en Horizon 2020 van belang is. De doelstellingen van beide programma's moeten echter in stand blijven en elkaar aanvullen.
De beleidsmatige inzet van Nederland ten aanzien van het Kaderprogramma voor Onderzoek en Innovatie zal ondersteunend moeten zijn aan de Nederlandse inzet in de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader (MFK), te weten een substantiële vermindering van de Nederlandse afdrachten aan de EU en een hervormde begroting die is toegespitst op de prioriteiten van dit decennium.
In dit licht bezien, is het wenselijk dat er voldoende middelen worden vrijgespeeld om binnen het krappere budgettaire kader meer te kunnen investeren in concurrentievermogen en innovatie. Wat het kabinet betreft zijn extra investeringen nodig voor:
-
1)grensoverschrijdende publiekprivate en publiekpublieke samenwerking op thema's met grote maatschappelijke en/of economische impact
-
2)kapitaalmarktinstrumenten gericht op risicokapitaal en kredieten
-
3)de Europese Onderzoeksraad (ERC) voor grensverleggend niet-thematisch onderzoek.
Deze prioriteiten worden in het voorstel van de Commissie versterkt.
-
brief Kaderprogramma voor onderzoek en innovatie - Brief regering; Fiche: Mededeling en verordeningen Horizon 2020 Ministerie van Buitenlandse Zaken - 22.112, TK, 1310
23 december 2011
Met dit Verordeningsvoorstel wordt 'Horizon 2020' - het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie - vastgesteld en tevens het kader ingesteld waarbinnen, voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2020, de Europese Unie onderzoeks- en innovatieactiviteiten ondersteunt en een betere benutting stimuleert van innovatie, onderzoek en technologische ontwikkeling.
Het pakket voorstellen 'Horizon 2020' richt zich op drie prioriteiten:
-
A)de totstandbrenging van wetenschap van topkwaliteit om de mondiale kwaliteit van de Europese Unie in de wetenschappen te versterken,
-
B)de bevordering van industrieel leiderschap ter ondersteuning van het bedrijfsleven en innovatie, en
-
C)het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen om direct te reageren op de uitdagingen die in de Europa 2020-strategie zijn aangegeven.
Het pakket voorstellen voor 'Horizon 2020' ondersteunt in zijn geheel de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei.
Lees meer in de uitgebreide samenvatting
-
Uitgebreide samenvatting behorend bij E110081 Afdeling Inhoudelijke Ondersteuning Eerste Kamer/ Europa
9 december 2011 -
-
-
-
-
Tijdens de Raad voor Concurrentievermogen van 10-11 oktober 2012 wordt gestreefd naar een partiële algemene oriëntatie over de voorstellen in het kader van Horizon2020.
Tijdens de informele Raad voor Concurrentievermogen van 1-3 februari 2012 zal een gedachtewisseling plaatsvinden over de voorstellen in het kader van Horizon2020. In de geannoteerde agenda zet de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) de Nederlandse positie (zoals ook verwoord in het BNC-fiche) nogmaals uiteen.
De Raad Concurrentievermogen van 5 en 6 december 2011 heeft van gedachten gewisseld over het onderhavige voorstel voor Horizon 2020, het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie vanaf 2014. De ministers verwelkomden de opzet van het programma en gaven hun voorlopige visie.
In het huidige Europese Meerjarig Financieel Kader (2007-2013) vormen het Kaderprogramma voor Onderzoek en Technologische Ontwikkeling (KP), het Kaderprogramma voor Concurrentiekracht en Innovatie (CIP) en het Europees Instituut voor Innovatie en Technologie (EIT) de belangrijkste financieringsinstrumenten voor onderzoek en innovatie. In het voorstel voor het Meerjarig Financieel Kader van 2014 tot en met 2020 heeft de Commissie voorgesteld het KP, het EIT en het innovatiegerelateerde onderdelen van het CIP samen te voegen tot één programma voor onderzoek en innovatie "Horizon 2020: het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie". Het voorstel voor Horizon 2020 is gebaseerd zijn op de reactie op het groenboek "van uitdagingen naar kansen: naar een gemeenschappelijk strategische kader voor onderzoek en innovatie" (zie hiervoor dossier E110008).
De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) laat in de geannoteerde agenda voor deze raad d.d. 22 november 2011 onder andere weten dat de Nederlandse regering van mening is dat de startpositie van Europa goed is, maar dat er grote stappen nodig zijn voor het volledig benutten van het Europese onderzoeks- en innovatiepotentieel. Het relatief lage investeringsniveau in onderzoek, ontwikkeling en innovatie gecombineerd met het onvoldoende verzilveren van onderzoeksresultaten in innovatieve producten, diensten en productieprocessen (valorisatie) is volgens hem een specifiek probleem.
Volgens Nederland is een geïntegreerd en transparant kader voor onderzoek en innovatie nodig. Reductie van de administratieve lasten die gepaard gaan met de deelname aan de Europese onderzoeks- en innovatieprogramma's en meer synergie tussen de verschillende instrumenten zijn hierbij belangrijke aandachtspunten.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
-
brief regering; Verslag van de Raad voor Concurrentievermogen op 30 en 31 mei 2012 Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie - 21.501-30, TK, 289
14 juni 2012 -
Verslag en conclusies van de Raad Concurrentievermogen 30 en 31 mei 2012 conclusies Raad concurrentievermogen - 10380/12
31 mei 2012 -
Raadsconclusies raad Concurrentievermogen februari 2012 verslag van raad Raad concurrentievermogen - 6675/12
21 februari 2012 -
geannoteerde agenda voor de informele Raad Concurrentievermogen van 1-3 februari 2012 Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie - nog niet gedrukt
20 januari 2012 -
brief regering; Geannoteerde agenda voor de informele Raad voor Concurrentievermogen, 1-3 feb in Kopenhagen 21.501-30, TK, 278
20 januari 2012 -
brief regering; Verslag van de Raad voor Concurrentievermogen van 5-6 december 2011 21.501-30, TK, 277
16 december 2011 -
Raadsconclusies Raad Concurrentievermogen raadsdocument Raad concurrentievermogen - 18115/11
6 december 2011 -
geannoteerde agenda voor de Raad Concurrentievermogen van 5-6- december 2011 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie - 21.501-30, TK, nr. 274
22 november 2011
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.