E160020
  ruit icoon
Laatste revisie: 17-07-2019

E160020 - Voorstel voor een verordening betreffende de samenwerking tussen nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming



De voorgestelde herziening van de verordening samenwerking consumentenbescherming harmoniseert het kader voor samenwerking tussen de nationale autoriteiten in de EU waardoor zij meer bevoegdheden krijgen om de consumentenrechten beter te kunnen handhaven.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.

nationaal

Op 4 oktober 2016 heeft de fractie van SP (Wezel) aangegeven inbreng te leveren inzake dit voorstel, samen met E160018 en E160019. De fractie van de SP heeft uiteindelijk besloten hiervan af te zien.

Europees

Op 27 december 2017 werd verordening (EU) 2017/2394 betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2006/2004, bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (L345/1PDF-document).


Kerngegevens

volledige titel

Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor de handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming

document Europese Commissie

COM(2016)283PDF-document, d.d. 25 mei 2016

rechtsgrondslag

Artikel 114 VWEU

commissie Eerste Kamer

beleidsterreinen

verwante dossiers


Implementatie

Op 27 december 2017 werd de verordening (EU) 2017/2394 betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2006/2004, bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (L345/1PDF-document).

Kamerstukdossier 35.251 geeft een volledig overzicht van de behandeling van de implementatiewet in zowel de Eerste als de Tweede Kamer.


Behandeling Eerste Kamer

Op 4 oktober 2016 heeft de fractie van SP (Wezel) aangegeven inbreng te leveren inzake dit voorstel, samen met E160018 en E160019. De inbreng zal per e-mail aan de leden van de commissie V&J worden voorgelegd. De fractie van de SP heeft uiteindelijk besloten hiervan af te zien.

Op 27 september 2016 besloot de commissie voor Veiligheid en Justitie inbreng voor schriftelijk overleg aan te houden tot 4 oktober 2016.

De commissie V&J besprak op 12 juli 2016 de nieuwe voorstellen inzake de digitale interne markt van 25 mei 2016, en de bijbehorende BNC-fiches van de regering, waarbij de fractie van SP heeft aangegeven inbreng voor schriftelijk overleg te zullen leveren op 27 september 2016.

De commissie voor Veiligheid en Justitie bespreekt dit voorstel op 12 juli 2016, na ontvangst van het BNC-fiche op 1 juli 2016.

De commissie voor Veiligheid en Justitie besluit op 31 mei 2016 het agendapunt over dit voorstel aan te houden tot ontvangst van het BNC-fiche.

De commissie voor Veiligheid en Justitie behandelt dit voorstel op 31 mei 2016.


Behandeling Tweede Kamer

Op 7 juni 2016 is tijdens de procedurevergadering van de commissie Economische Zaken besloten de minister te verzoeken om binnen drie weken een versneld BNC-fiche naar de Tweede Kamer te sturen.


Standpunt Nederlandse regering

De minister van Buitenlandse Zaken stuurde op 1 juli 2016 het BNC-fiche aan de kamer. Uit het BNC-fiche blijkt onder andere dat het kabinet positief ten aanzien van de doelen van het voorstel staat. Een betere samenwerking tussen de nationale instanties die zijn belast met de handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming kan zowel een voordeel opleveren voor consumenten als voor ondernemers.

Nederland beoordeelt de subsidiariteit van het voorstel positief, met uitzondering van die bepalingen die zien op de afhandeling van schade die is geleden door consumenten. Een dergelijke bepaling grijpt in op het nationale civielrechtelijke stelsel en draagt niet of nauwelijks verder bij aan de handhaving van consumentenrechten. Het voorstel betreft grotendeels bepalingen die reeds zijn opgenomen in de in te trekken Verordening (EG) nr. 2006/2004. Ook voor wat betreft het meerdere is Nederland positief, Europese coördinatie is essentieel bij de aanpak van wijdverspreide schendingen.

Ook is Nederland positief over de proportionaliteit van het voorstel met uitzondering van die bepalingen die zien op de afhandeling van schade die is geleden door consumenten. Een dergelijke bepaling grijpt in op het nationale civielrechtelijke stelsel en draagt niet of nauwelijks verder bij aan de handhaving van consumentenrechten. Op enkele andere punten heeft Nederland vragen. Dit ziet met name op de minimumbevoegdheden, zoals de mogelijkheden voor nationale instanties om derden te gelasten een website offline te halen. Nederland zal vragen of er wel ruimte is voor een gerechtelijke toetsing bij het offline halen van een website.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

De voorgestelde herziening van de verordening samenwerking consumentenbescherming harmoniseert het kader voor samenwerking tussen de nationale autoriteiten in de EU waardoor zij meer bevoegdheden krijgen om de consumentenrechten beter te kunnen handhaven. Zij krijgen de bevoegdheid om te controleren of websites consumenten geoblocken of voorwaarden na verkoop aanbieden die in strijd zijn met de EU-regels (zoals meer recht op bedenktijd), websites waarop oplichtingspraktijken staan onmiddellijk te laten blokkeren, en gegevens op te vragen van domeinbeheerders en banken om de identiteit van de verantwoordelijke handelaar te kunnen achterhalen.

Het voorstel voorziet ook in de mogelijkheid dat de Europese Commissie bij EU-brede schendingen van de consumentenrechten gemeenschappelijke maatregelen coördineert met de nationale handhavingsautoriteiten om dergelijke praktijken te stoppen.


Behandeling Raad

Tijdens de Concurrentieraad van 20 februari 2017 werd een algemene oriëntatie inzake dit voorstel aangenomen.

Tijdens de Europese Raad van 28 juni 2016 zijn er conclusies aangenomen, waarin onder andere wordt opgeroepen tot een snelle en vastberaden vooruitgang in de digitale interne markt voorstellen, waaronder het voorstel over handhaving van consumentenbescherming.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 7 juni 2016 is dit voorstel toegewezen aan de Interne mark en consumentenbescherming (IMCO)-commissie van het Europees Parlement.

Op 16 juni 2016 is de Sociaal-Democraat Olga Sehnalová als rapporteur aangesteld voor dit voorstel.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

Op 1 september 2016 stuurde het Tsjechische Parlement een subsidiariteitsbezwaar naar de Europese Commissie inzake deze verordening.

Op 29 juli 2016 stuurde het Bulgaarse Parlement een subsidiariteitsbezwaar naar de Europese Commissie inzake deze verordening.

Op 13 juli 2016 stuurde de Oostenrijkse Bondsraad een subsidiariteitsbezwaar naar de Europese Commissie inzake de verordening betreffende de handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming.

Op 20 juni 2016 stuurde het Zweedse parlement een subsidiariteitsbezwaar naar de Europese Commissie inzake de verordening betreffende de handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming.

De deadline voor subsidiariteitsbezwaren was 1 september 2016.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen