E170027
Laatste revisie: 11-10-2023

E170027 - Voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijnen inzake de handhavingsvoorschriften en tot vaststelling van specifieke regels met betrekking tot de terbeschikkingstelling van bestuurders in de wegvervoersector



Dit richtlijnvoorstel voorziet in een totaalaanpak van het risico van ongeschikte arbeidsomstandigheden voor bestuurders, waaronder de arbeidsvoorwaarden, een verlaging van de buitensporige regeldruk op ondernemers en het voorkomen van concurrentieverstoringen.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.

nationaal

Op 31 oktober 2017 besloten de commissies IMRO en EZ om het verslag van het schriftelijk overleg met de regering inzake het Europese mobiliteitspakket voor kennisgeving aan te nemen.

Europees

Op 9 juli 2020 nam het Europees Parlement in de tweede lezing een wetgevingsresolutiePDF-document aan over het voorstel.


Kerngegevens

volledige titel

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2006/22/EG wat betreft de handhavingsvoorschriften en tot vaststelling van specifieke regels met betrekking tot Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU voor de terbeschikkingstelling van bestuurders in de wegvervoersector

document Europese Commissie

COM(2017)278PDF-document, d.d. 31 mei 2017

rechtsgrondslag

artikel 91, lid 1, VWEU

commissies Eerste Kamer

beleidsterrein

verwante dossiers


Implementatie

Op 31 juli 2020 werd richtlijn (EU) 2020/1057PDF-document gepubliceerd onder Pb EU L 249. Lidstaten dienden uiterlijk op 2 februari 2022 aan de richtlijn te voldoen.

De implementatie van de richtlijn in nationale wetgeving is te laat.

Het kamerstukdossier (36.166) geeft een volledig overzicht van de behandeling van dit wetsvoorstel in de Tweede en Eerste Kamer.

Bron: Stand van zaken implementatie richtlijnen tweede kwartaal 2023


Behandeling Eerste Kamer

Op 31 oktober 2017 besloten de commissies IMRO en EZ om het verslag van het schriftelijk overleg met de regering inzake het Europese mobiliteitspakket voor kennisgeving aan te nemen.

Op 21 september 2017 hebben de commissies IMRO en EZ een brief gestuurd aan de Minister van Infrastructuur en Milieu met nadere vragen over het Europese mobiliteitspakket.

Tijdens de gecombineerde vergadering van de commissies IMRO en EZ op 12 september 2017 hebben de fracties van de VVD en SP aangegeven inbreng te leveren voor schriftelijk overleg.


Behandeling Tweede Kamer

De Europese Commissie stuurde op 14 november 2017 haar reactie op de vragen van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu inzake het EU-mobiliteitspakket.

Op 26 oktober 2017 stuurde de regering op het verzoek van het lid Jasper van Dijk een reactie over Oost-Europese chauffeurs die maandenlang in hun cabine leven

Op 22 september 2017 stuurde de regering een brief inzake de eerste Raadswerkgroepen die in het kader van het EU-mobiliteitspakket in Brussel zijn gehouden en een analyse van het krachtenveld.

De Tweede Kamer heeft op 12 juli 2017 middels een politiek dialoog de Europese Commissie haar uitslag gestuurd van de subsidiariteitstoets over 6 voorstellen uit het EU-mobiliteitspakket, waaronder onderhavig voorstel, het Voorstel voor een richtlijn betreffende de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over niet-betaling (E170020) en het voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 1999/62/EG betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen (E170022). Met de brief aan de Europese Commissie geeft de Tweede Kamer aan dat er binnen de commissie IenM geen meerderheid bestaat voor een negatief subsidiariteitsoordeel over de voorstellen. Wel zijn er enkele vragen over de proportionaliteit gesteld in het kader van de politieke dialoog met de Europese Commissie.

Op 4 juli 2017 stemde de Tweede Kamer (met uitzondering van de fractie van de PVV) voor de beëindiging van het behandelvoorbehoud bij de voorstellen uit het Mobiliteitspakket (34.734, 3). De gemaakte afspraken met de regering over de informatievoorziening zijn hiermee vastgesteld.

Op 27 juni 2017 werd er een algemeen overleg gehouden over het behandelvoorbehoud bij de 5 voorstellen uit het Mobiliteitspakket.

De commissie voor Europese Zaken heeft namens de commissie Infrastructuur en Milieu op 15 juni 2017 (34.734, 2  pdf icoon) de regering laten weten een behandelvoorbehoud te plaatsen bij 5 voorstellen uit het Mobiliteitspakket. Het betreft de volgende voorstellen:

  • EU-voorstel voor Verordening road haulage (cabotage) - COM (2017) 281
  • EU-voorstel voor Verordening rust- en rijtijden - COM (2017) 277
  • EU-voorstel voor Richtlijn detachering wegverkeer - COM (2017) 278
  • EU-voorstel voor Richtlijn Europese electronische tolsystemen - COM (2017) 280
  • EU-voorstel voor Richtlijn Eurovignet - COM (2017) 275

Op 7 juni 2017 besloot de commissie voor Infrastructuur en Milieu te inventariseren of er belangstelling is voor een technische briefing over het Mobiliteitspakket.


Standpunt Nederlandse regering

Op 26 juni 2017 ontving de kamer een brief met daarin de standpunten van de regering over het voorstel.

Krachtens artikel 4, lid 2, onder g, VWEU heeft de Unie op het gebied van vervoer een gedeelde bevoegdheid met de lidstaten. De Europese Commissie stelt artikel 91, eerste lid, van het VWEU voor als rechtsgrondslag voor dit voorstel. Artikel 91 VWEU heeft betrekking op nadere regels ten aanzien van het gemeenschappelijke vervoerbeleid. De regering heeft hier nog vragen over. Aangezien dit voorstel ook bepalingen bevat met betrekking tot de

Detacheringsrichtlijn (Richtlijn 96/71/EG en de Handhavingsrichtlijn

(Richtlijn 2014/67/EU) is de regering van mening dat aan de rechtsgrondslag van deze richtlijnen, Artikel 53 VWEU moet worden toegevoegd aan de rechtsgrondslag.

De subsidiariteit wordt door de regering ook als positief beoordeelt. Het doel van dit voorstel is volgens de regering om meer duidelijkheid te verkrijgen over de toepassing van de Detacheringsrichtlijn op de wegtransportsector. De regering is van mening dat door dit op Europees niveau te regelen een gelijk speelveld voor bedrijven wordt bevordert en het verbetert en verduidelijkt de wijze waarop werknemers worden beschermd.

De regering is positief ten aanzien van de proportionaliteit, gezien de Commissie in het voorstel aangeeft dat transitvervoer niet onder deze richtlijn komt te vallen.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Een deel van de sociale Europese regelgeving op het gebied van wegvervoer betreft de terbeschikkingstelling van bestuurders in de wegvervoersector en de handhaving hiervan. Deze regelgeving moet er onder meer voor zorgen dat de arbeidsomstandigheden van bestuurders worden verbeterd en eerlijke concurrentie tussen ondernemers is gewaarborgd. Daarnaast is de regelgeving bedoeld om een evenwicht te verzekeren tussen de sociale bescherming van bestuurders en de vrijheid van ondernemers om grensoverschrijdende diensten te verlenen.

Uit evaluatie is gebleken dat dat het risico van slechtere arbeidsomstandigheden en van concurrentieverstoring niet afdoende wordt aangepakt in de geldende wetgeving. Dit heeft onder meer te maken met de verschillende interpretatie en toepassing van richtlijnen.

Dit richtlijnvoorstel voorziet in een totaalaanpak van het risico van ongeschikte arbeidsomstandigheden voor bestuurders, waaronder de arbeidsvoorwaarden, een verlaging van de buitensporige regeldruk op ondernemers en het voorkomen van concurrentieverstoringen. Het overkoepelende doel is een evenwicht te verzekeren tussen geschikte arbeidsomstandigheden voor bestuurders en de vrijheid van ondernemers om grensoverschrijdende diensten te verlenen.


Behandeling Raad

Op 7 april 2020 heeft de Raad zijn standpunt in de eerste lezing van het voorstel vastgesteld. Het voorstel moet nu door het Europees Parlement in tweede lezing worden aangenomen alvorens in het Publicatieblad te worden bekendgemaakt.

Op 20 december 2019 werd tijdens een triloog een voorlopig akkoord bereikt over het voorstel. In het verslag van de Milieuraad van 19 december 2019 (21.501-08, APDF-document) geeft de regering een toelichting op de uitzonderingen categorieën wegvervoer waarop de richtlijn niet van toepassing wordt verklaard.

Op 3 december 2018 bereikte de Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie overeenstemmingPDF-document over de algemene oriëntatie van het voorstel. De teksten waarover overeenstemming is bereikt, zijn het standpunt van de Raad voor onderhandelingen met het Europees Parlement met het oog op het bereiken van overeenstemming over de definitieve teksten.

In de derde kwartaalrapportagePDF-document van het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat van september 2018 over EU-wetgevingsonderhandelingen in de Milieuraad & Transportraad werd bij de stand van zaken aangegeven dat het Oostenrijkse voorzitterschap beoogd algemene oriëntatie te bereiken tijdens de Transportraad van december 2018.

Tijdens de Transportraad van 7 juni 2018 presenteerde het Bulgaarse Voorzitterschap een voortgangsverslag over de behandeling in Raadswerkgroepen van de voorstellen uit de eerste en tweede pijler (sociale en marktpijler) van het mobiliteitspakket. Door zowel lidstaten als de Commissie werd onderstreept dat spoedige voortgang voor deze voorstellen wenselijk is om de onzekerheid in de transportsector zo veel mogelijk weg te nemen en de sociale standaarden in deze sector te verbeteren.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 9 juli 2020 nam het Europees Parlement in de tweede lezing een wetgevingsresolutiePDF-document aan over het voorstel.

Op 20 april 2020 publiceerde de onderzoeksdienst van het Europees Parlement (EPRS) een briefingPDF-document over de stand van zaken van de behandeling van het voorstel.

Op 24 september 2019 is besloten de interinstitutionele onderhandelingen over de richtlijn te starten, nadat op 4 april 2019 het Europees Parlement het voorstel na eerste lezing heeft aangenomen.

Op 27 maart 2019 zou het Europees Parlement opnieuw over het voorstel stemmen. Door de vele amendementen die waren ingediend is het voorstel opnieuw in stemming gebracht op 4 april 2019 en is er een wetgevingsresolutiePDF-document aangenomen.

Op 22 maart 2019 publiceerde het Europees Parlement een briefingPDF-document over het voorstel aangaande de detachering van bestuurders in de wegvervoersector.

Op 10 december 2018 publiceerde de rapporteur Merja Kyllönen van de commissie voor transport en vervoer (TRAN) een rapport met compromisamendementenPDF-document over het voorstel. Op 10 januari 2019 werd het compromisvoorstel tijdens een stemming in de TRAN-commissie verworpen. Vervolgens is het voorstel doorverwezen naar de Conferentie van Voorzitters om het voorstel samen met 2 andere sociale mobiliteitsvoorstellen te plaatsen op de agenda voor plenaire stemming (zie ook E170026).

Op 4 juli 2018 zijn tijdens een plenaire zitting van het Europees Parlement de amendementen verworpen en daarmee teruggestuurd naar de commissie voor vervoer en toerisme (TRAN).

Op 4 juni 2018 bereikte de commissie voor vervoer en toerisme (TRAN) een akkoord over het verslag met amendementen (PE 615.504PDF-document) en om de institutionele onderhandelingen over het voorstel te openen.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

Op 21 september 2017 stuurde de Tsjechische Kamer van Afgevaardigden een opiniePDF-document in het kader van de politieke dialoog naar de Europese Commissie

Op 3 augustus 2017 stuurde de Italiaanse senaat een opiniePDF-document in het kader van de politieke dialoog naar de Europese Commissie over het Europese mobiliteitspakket.

Op 28 juli 2017 stuurde de Poolse Senaat een standpuntPDF-document in het kader van de politieke dialoog naar de Europese Commissie.

Op 24 juli 2017 stuurde het Portugese parlement een opinie in het kader van de politieke dialoog naar de Europese Commissie.

De deadline voor het indienen van een subsidiariteitsoordeel was 4 september 2017.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen