E050019
Laatste revisie: 14-07-2005

E050019 - Mededeling inzake een meerjarig financieel kader voor de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering in het kader van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst en een daarmee verband houdend ontwerp-voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van de uiterste datum waarop betalingsverplichtingen uit hoofde van het negende EOF kunnen worden aangegaan. Voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van de uiterste datum waarop betalingsverplichtingen uit hoofde van het negende Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) kunnen worden aangegaan



Conform de bepalingen uit het Verdrag van Cotonou (partnerschapsovereenkomst van de Europese Unie met de ACS-landen) dienen voor 1 maart 2005 de onderhandelingen voor een nieuw Financieel Protocol afgerond te worden. De beoordeling van de behoefte aan nieuwe financiën geschiedt immer op basis van een evaluatie van het lopende financiële pakket, in dit geval het 9e Europese Ontwikkelings Fonds (EOF) met een looptijd van 2000 - 2007. In onderhavig voorstel wordt dan ook het voorstel voor een nieuw financieel pakket gedaan alsmede het voorstel tot besluit genomen dat aanspraak op de resterende middelen uit het 9e EOF moet geschieden uiterlijk 31 december 2007.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2004)838PDF-document, d.d. 30 december 2004

commissies Eerste Kamer

beleidsterreinen

verwante dossiers


Behandeling Eerste Kamer

De commissie Europese samenwerkingsorganisaties heeft op 1 maart 2005 besloten de onderhavige mededeling onder de aandacht te brengen van de commissie voor Ontwikkelingssamenwerking.

Tijdens de vergadering van 22 maart 2005 heeft de commissie voor Ontwikkelingssamenwerking besloten dat zij een technische briefing over het financiële kader op prijs stelt en nodigt de commissie Europese Samenwerkingsorganisaties uit daarbij aanwezig te zijn. Nadien zal zij zich beraden over de wenselijkheid van een mondeling overleg dan wel een plenair debat over het onderwerp.

Op 7 juni 2005 werd tijdens een gezamenlijke vergadering van de commissies voor Europese Samenwerkingsorganisaties en Ontwikkelingssamenwerking een technische briefing verzorgd door een aantal specialisten van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

De informatie verkregen tijdens de technische briefing op 7 juni 2005 werd meegenomen in de begrotingsbehandeling van Ontwikkelingssamenwerking op 14 juni 2005.

  • Eerste Kamer - 28, 1268-1301
    14 juni 2005
  • Eerste Kamer - 28, 1311-1349
    14 juni 2005
  • korte aantekening commissie voor ontwikkelingssamenwerking - 35147
    22 maart 2005
  • termijnbrief EBEK - 35052/KvD
    25 februari 2005

Standpunt Nederlandse regering

De Nederlandse regering stelt in fiche 2 dat toetsing aan de subsidiariteit en proportionaliteit wat betreft de mededeling inzake het voorstel voor een nieuw Financieel Protocol niet van toepassing is. Aangaande het voorgenomen besluit valt de toetsing aan beide beginselen positief uit.

In de voorlopige standpuntbepaling stelt de Nederlandse regering groot voorstander te zijn van de integratie van het EOF in de EU-begroting. Daarbij mogen echter de doelstellingen van het EOF (armoedebestrijding en de speciale relatie met de ACS-landen) niet verwaterd geraken. Voorts moet de afronding van de onderhandelingen over het nieuwe financiële pakket voor de ACS-landen inderdaad zo snel mogelijk geschieden.

In de onderhandelingen over het financiële pakket van het Verdrag van Cotonou heeft de Europese Commissie een mandaat meegekregen van de Europese lidstaten aan welke ook de Nederlandse regering sterk hecht. Veel belang hecht Nederland aan het invoeren van een clausule over de non-proliferatie van massavernietigingswapens, meewerking en commitering van de ACS-landen aan het Internationaal Strafhof en nadruk op de politieke dialoog tussen de EU en de ACS-landen.

De nationale parlementen van de EU-lidstaten dienen het resultaat voor het nieuwe financiële kader te ratificeren alvorens het doorgevoerd kan worden.

  • bnc-fiche Ministerie van Buitenlandse Zaken - 22.112, 358[2]
    10 februari 2005

Samenvatting voorstel Europese Commissie

Het EOF is een intergouvernementeel fonds dat weliswaar wordt beheerd door de Commissie maar los staat van de reguliere EU-begroting. De middelen in het fonds worden vastgelegd aan de hand van het Financieel Protocol onder de Overeenkomst van Cotonou, dat elke vijf jaar opnieuw wordt onderhandeld en vastgesteld. Formeel betreft dit een gemeenschappelijk besluitvormingsproces van de ACS-landen en de EU maar de facto gebeurt dit eenzijdig door de EU. Het totale bedrag als ook de verdeelsleutel voor de financiële bijdragen aan het EOF door de lidstaten worden daarbij opnieuw vastgesteld.

Het huidige 9de EOF, gestart in 2000, loopt af in 2007. De termijn van het fonds is eerder met twee jaar verlengd in verband met onderbesteding van middelen uit vorige EOF-fondsen. Een bedrag van € 1,0 miljard is voorwaardelijk toegekend afhankelijk van de prestaties van het fonds. In de Overeenkomst van Cotonou (Annex I.7 'Financieel Protocol') is bepaald dat een prestatiemeting plaats zal vinden voor het aflopen van het protocol. Deze meting zal tevens dienen als basis voor de bepaling van de behoefte aan middelen gedurende de volgende periode (na 2007). In januari 2005 zal de Commissie de resultaten van de prestatiemeting presenteren. In het onderhavige voorstel heeft de Commissie hiermee alvast rekening gehouden.

Tegelijkertijd voeren de lidstaten van de EU sinds begin 2004 onderhandelingen over de Financiële Perspectieven 2007-2013. De verwachtingen over het tijdstip waarop deze onderhandelingen afgerond kunnen worden lopen uiteen van halverwege 2005 tot einde 2006. In het kader van deze onderhandelingen zet Nederland - als onderdeel van een coalitie van een zestal lidstaten - in op een beperking van het EU-budget voor deze periode (1% reëel constant van het EU-BNI).

In oktober 2003 is de Commissie gekomen met een mededeling met als titel 'Naar de volledige integratie van de samenwerking met de ACS-landen in de EU-begroting' (raadsdoc. 13465/03). Daarin wordt voorgesteld het EOF volledig te integreren in de reguliere EU-begroting met ingang van 2008, als onderdeel van de Financiële Perspectieven 2007-2013. De discussie over integratie van het EOF wordt al sinds 1973 gevoerd. Het besluit daarover dient met eenparigheid van stemmen te worden genomen. Tijdens de laatste onderhandelingen (in 2000) blokkeerde Spanje de besluitvorming. Tijdens het Nederlands EU-voorzitterschap bleek het aantal tegenstanders van integratie toegenomen.

Nederland is altijd voorstander geweest van integratie van het EOF in de EU begroting. Dit met het oog op principes van eenheid en universaliteit van de begroting en de mogelijkheid van betere vergelijkbaarheid met geld voor andere regio's. Voordeel van integratie is dat niet gebruikte middelen dan terugstromen naar de EU begroting in plaats van zich op te hopen zoals nu het geval is. Nederland is hierbij van mening dat armoedebestrijding centraal dient te blijven staan, en de speciale relatie tussen de EU en de ACS-landen niet onder de integratie van het EOF mag lijden.

In de mededeling noemt de Commissie de consensus die in 2000 tijdens de Millennium Summit is bereikt over de zogenaamde Millennium Development Goals (MDGs) als argument om de ODA-bijdrage via het EOF te verhogen. De Millenium Summit heeft geleid tot de zogenaamde Monterrey- en Barcelona-afspraken in 2002, waarbij de EU-lidstaten zich individueel hebben gecommitteerd aan een concrete taakstelling t.a.v. de omvang van de hulp als percentage van het BNI.

De discussie hierover wint momenteel sterk aan momentum. In september 2005 zal op het niveau van regeringsleiders een bijeenkomst plaatsvinden over de implementatie van de MDGs ('MDG stocktaking event'). De Europese Raad van december 2004 concludeerde dat de EU een leiderschapsrol op zich moet nemen als het gaat om de realisatie van de MDGs.

Sinds mei 2004 onderhandelt de Commissie, daartoe gemandateerd door de Raad, met de ACS-landen over een herziening van de Cotonou Overeenkomst. Onderhandelingen bevinden zich in een vergevorderd stadium en een akkoord lijkt haalbaar binnen de termijn daarvoor zoals vastgelegd in de overeenkomst. De ACS-ministerraad als ook de Raad hebben aangeven dat, hangende de besluitvorming over integratie van het EOF, de Commissie bij de voorbereiding van een nieuw financieel kader voor Cotonou twee opties dient uit te werken: integratie in de EU-begroting en een 10de EOF.

In het kader van het bovenstaande, in het bijzonder de onderhandelingen over de herziening van de Cotonou Overeenkomst, zoekt de Commissie, via de voorliggende mededeling en voorstel tot Besluit de goedkeuring van de Raad omtrent:

I.een financieel pakket (totaalbedrag voor de periode 2008-2013), beschikbaar voor de samenwerking onder de Cotonou Overeenkomst, zodat dit, in het kader van de onderhandelingen over de herziening van deze overeenkomst, formeel gecommuniceerd kan worden richting de ACS-landen,

II.de datum van 31 december 2007 als de deadline voor het committeren van middelen uit het 9de EOF.

Het voorstel dat de Commissie doet in de mededeling gaat in eerste instantie uit van volledige integratie van het '10de EOF' in de reguliere EU-begroting. De Commissie geeft daarbij aan dat het voorstel ook als een voorstel voor een 10de EOF gelezen kan worden: de hulpinspanning zou dezelfde moeten zijn, ongeacht besluitvorming over integratie. Overigens doet de Commissie daarbij geen voorstel voor een nieuwe verdeelsleutel.

Het totale financiële pakket dat de Commissie voorstelt voor de periode 2008-2013 (6 jaar) bedraagt € 24,948 miljard. De Commissie baseert dit niet op de omvang van het 9e EOF - € 13,8 miljard - maar op de nominale waarde van het bedrag dat beschikbaar is geweest voor de periode 2000-2007 (9de EOF inclusief het voorwaardelijke € 1,0 miljard plus transfers van eerdere EOF-fondsen, in totaal: € 23,6 miljard). Vervolgens vindt een correctie plaats voor de effecten van de verdere uitbreiding van de EU (Bulgarije en Roemenië in 2007: 5,4%), de inflatie (2%) en de gemiddelde economische groei in de EU (verwachte groei 2,3%). Dit zou leiden tot een stabiel aandeel van de beschikbare middelen in het gemiddelde (verwachte) EU-BNI (0,031%). Al met al betekent het voorstel een nominale stijging van 40% en een reële stijging van 26%. Op basis van eerdergenoemde prestatiemeting van het 9de EOF acht de Commissie het waarschijnlijk dat volledige committering van het 9de EOF - inclusief 'balance transfers' uit eerdere EOF-fondsen, het voorwaardelijke € 1,0 miljard en implementatiekosten - plaats zal hebben gevonden voor eind 2007. Derhalve stelt de Commissie deze datum voor als deadline voor committeringen uit dit fonds. Momenteel is er nog voor 10,7 miljard aan gecommitteerde (maar nog niet uitgegeven) middelen binnen het EOF.

  • PDF-document commissievoorstel Europese Commissie - COM(2004)838
    30 december 2004

Behandeling Raad

Tijdens de Raad van 30 mei 2005 hebben de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten in het kader van de Raad bijeen Besluit 2005/446/EGPDF-document aangenomen. Dit besluit is gepubliceerd in PB EU L156 d.d.18 juni 2005.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen