E090145
Laatste revisie: 28-01-2014

E090145 - Richtlijn betreffende één enkele aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning voor onderdanen van derde landen om op het grondgebied van een lidstaat te verblijven en werken en betreffende een gemeenschappelijk pakket rechten voor werknemers uit derde landen die legaal in een lidstaat verblijven



Op 23 oktober 2007 heeft de Europese Commissie een ontwerprichtlijn gepresenteerd in het kader van het beleidsplan legale migratie (zie E090141). COM(2007)638PDF-document heeft een tweeledig doel.

Enerzijds wordt beoogd één enkele procedure op te zetten voor de aanvraag van verblijfs- en werkvergunningen (éénloketfunctie). Anderzijds regelt de onderhavige richtlijn dat legaal in de EU verblijvende arbeiders, afkomstig uit een derde land, de beschikken krijgen over hetzelfde pakket rechten waarover ook arbeiders afkomstig uit een andere EU-lidstaat kunnen beschikken.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.

Nationaal

Op 25 oktober 2011 heeft de commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad een brief gestuurd over het ontvangen van relevante Raadsdocumenten over door de commissie geselecteerde JBZ-dossiers. De reactie van de minister voor Immigratie en Asiel d.d. 6 december 2011 is op 13 december 2011 voor kennisgeving aangenomen.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2007)638PDF-document, d.d. 23 oktober 2007

rechtsgrondslag

VwEU artikel 79 a en b

commissie Eerste Kamer

beleidsterreinen

verwante dossiers


Implementatie

Richtlijn 2011/98/EUPDF-document werd op 13 december 2011 ondertekend door de Raad en het Europees Parlement en op 23 december 2011 gepubliceerd in Pb EU L343. De richtlijn dient voor 25 december 2013 geïmplementeerd te zijn.

Op 30 september 2013 is er een Wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen en de Vreemdelingenwet 2000 ingediend bij de Tweede Kamer (zie kamerstukken in de serie 33.749). De Eerste Kamer heeft dit wetsvoorstel op 10 december 2013 als hamerstuk afgedaan.


Behandeling Eerste Kamer

De reactie van de minister voor Immigratie en Asiel d.d. 6 december 2011 is op 13 december 2011 voor kennisgeving aangenomen. Tevens besloot de commissie om nadere vragen te stellen over de toezending van Raadsdocumenten tijdens een nog te plannen mondeling overleg met de minister voor I&A dat begin 2012 zal plaatsvinden.

De minister voor Immigratie en Asiel heeft op 6 december 2011 gereageerd. Hij geeft aan dat de Eerste Kamer voor de aangewezen geprioriteerde dossiers van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aanvullende documenten toe krijgt gestuurd, namelijk de onderhandelingsdocumenten die openbaar zijn en als B-punt ter politieke besluitvorming voorliggen in de Raad. De voorstellen voor de Kwalificatierichtlijn en de richtlijn voor de gecombineerde vergunning zijn niet als B-punt ter besluitvorming geagendeerd in de JBZ-raad. Daarom zijn de relevante Raadsdocumenten niet aan de EK verstuurd. Beide dossiers waren als A-punt geagendeerd tijdens de Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie d.d. 24 november 2011.

Op 25 oktober 2011 heeft de commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad tijdens de bespreking van de geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad 27 en 28 oktober 2011 kennisgenomen van het feit dat over onderhavig voorstel een inhoudelijk akkoord is bereikt. Via een brief gericht aan de ministers voor Immigratie en Asiel en van Veiligheid en Justitie wijst de commissie op de toezegging van de regering om, gerelateerd aan politieke besluitvorming, de relevante Raadsdocumenten aan de Kamer te sturen (T01384).

De reactie van de staatsecretaris d.d. 3 juni 2009 werd tijdens de vergadering van 16 juni 2009 voor kennisgeving aangenomen.

Op 26 mei 2009 heeft de Eerste Kamer instemming onthouden op formele gronden.

Op 31 maart 2009 heeft de Eerste Kamer (wederom) instemming onthouden op formele gronden. Voorts wenst de commissie voor de JBZ-Raad nog een tweetal inhoudelijke vragen aan de minister van Justitie voor te leggen. Een brief werd verstuurd op 7 april 2009 aan de minister van Justitie.

Op 25 november 2008 heeft de Eerste Kamer instemming onthouden op formele gronden.

Op 20 november 2007 heeft de commissie voor de JBZ-Raad besloten vragen voor te leggen aan de regering over onderhavige ontwerprichtlijn. Daartoe is op 26 november 2007 een brief verstuurd. De vragen zijn vervolgens per brief d.d. 11 januari 2008 beantwoord door de minister van Justitie, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Op 6 november 2007 heeft de Eerste Kamer instemming onthouden op formele gronden. Op 20 november 2007 zal een inhoudelijke bespreking aan dit onderwerp gewijd worden.


Behandeling Tweede Kamer

Op 28 mei 2008 hebben de commissies voor Justitie en voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid overleg gevoerd met de staatssecretaris van Justitie en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over onderhavige richtlijn en de richtlijn kennismigratie (zie E090144).

Op 28 november 2007 heeft de staf van de commissie Europese Zaken van de Tweede Kamer een stafnotitie opgesteld ten behoeve van de behandeling van onderhavig voorstel.


Standpunt Nederlandse regering

In het verkort BNC-fiche vijf geeft de Nederlandse regering haar eerste oordeel over de voorgestelde ontwerprichtlijn. Het oordeel is niet onverdeeld positief. Met name ten aanzien van de uniforme toelatingsprocedure voor de tewerkstellings- en verblijfsvergunning oordeelt de regering negatief. Wat haar betreft is de meerwaarde van Europees optreden op dit punt niet aangetoond. De arbeidsmarkt in de lidstaten is te verschillend. Bovendien wenst Nederland vast te houden aan het bestaande duale vergunningenstelsel, waarbij de werkgever de tewerkstellingsvergunning ontvangt en de werknemer de verblijfsvergunning. Overigens wordt door de regering niet uitgesloten dat in specifieke gevallen wel een uniforme procedure kan worden opgezet. Dit dient dan echter, zoals ook het geval is voor de Blue Card (zie E090144), in de specifieke regeling te worden vastgelegd.

Positiever is de regering ten aanzien van de gelijke behandeling voor arbeidsmigranten. Dit kan de realisatie van een level playing field, met bijbehorend minimumbeschermingsniveau, bevorderen. Bovendien laat het voorstel voldoende ruimte voor nationale invulling.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Op 23 oktober 2007 heeft de Europese Commissie een ontwerprichtlijn gepresenteerd in het kader van het beleidsplan legale migratie (zie E090141). COM(2007)638PDF-document heeft een tweeledig doel.

Enerzijds wordt beoogd één enkele procedure op te zetten voor de aanvraag van verblijfs- en werkvergunningen (éénloketfunctie). Indien de aanvraag wordt geaccepteerd, dienen de verleende vergunningen ook in één document te worden afgegeven, dat is opgesteld volgens het uniforme Europese format voor verblijfstitels (zie ook E090134 en E090140). Lidstaten mogen niet langer afzonderlijke procedures voor de afgifte van vergunningen in stand te houden. Het voorstel voorziet in de mogelijkheid voor houders van een verblijfstitel om binnen de Gemeenschap te reizen.

Anderzijds regelt de onderhavige richtlijn dat legaal in de EU verblijvende arbeiders, afkomstig uit een derde land, de beschikken krijgen over hetzelfde pakket rechten waarover ook arbeiders afkomstig uit een andere EU-lidstaat kunnen beschikken. Deze rechten gelden zowel voor die personen die onder de nieuwe enkele aanvraagprocedure worden toegelaten, als voor de arbeiders die op dit moment al in de EU werkzaam zijn. Het gaat dan onder meer om de erkenning van diploma's behaald in een andere lidstaat of een derde land op basis van de EG Richtlijn Beroepskwalificaties (2005/36/EG) en om de toegang tot het socialezekerheidsstelsel van de lidstaat van verblijf. De richtlijn geeft enkel een aantal minimumnormen aan; lidstaten zijn vrij om gunstiger condities te stellen.

In de richtlijn is tevens een limitatieve lijst opgenomen met uitzonderingsmogelijkheden. De richtlijn is bijvoorbeeld niet van toepassing op seizoensarbeiders, zogenoemde 'intra-corporate transfers' en stagiairs. Hiervoor worden in 2008 en 2009 - wederom op basis van het beleidsplan legale migratie - afzonderlijke regelingen voorgesteld.


Behandeling Raad

De Raad heeft op 24 november 2011 de tekst van de richtlijn in eerste lezing aangenomen. Naar verwachting zal het Europees Parlement de tekst binnen enkele weken formeel aannemen.

JBZ-Raad 27 en 28 oktober 2011 (agendapunt 3)

Het voorzitterschap informeerde de Raad over het besluit van het Europees Parlement om het voorstel van de Raad en de Commissie over een verklaring bij de concordantietabellen over te nemen. Hiermee is er op het laatste openstaande punt een akkoord bereikt en bestaat er overeenstemming tussen de Raad en het EP over zowel de richtlijn voor een gecombineerde vergunning als de kwalificatierichtlijn.

Tussen de Raad en het Europees Parlement is in juni overeenstemming bereikt over de inhoud van het voorstel. Er stond echter nog een horizontaal punt open dat betrekking heeft op de concordantietabellen, de tabellen waarin wordt aangegeven hoe communautaire richtlijnen in de lidstaten zijn omgezet. Verschillende wetgevingsinstrumenten zijn aangehouden omdat er geen overeenstemming bestond over de wijze waarop met deze kwestie moet worden omgegaan. Binnen het JBZ-terrein betreft dit de Kwalificatierichtlijn en de onderhavige richtlijn. Recent is over dit technische, horizontale punt een akkoord bereikt tussen de Raad en de Commissie. Het Europees Parlement moet dit akkoord nog goedkeuren.

Nederland kan instemmen met het voorstel. Het aanvullende document met arbeidsmarktgegevens dat lidstaten mogen invoeren bij de verblijfsvergunning was voor Nederland een belangrijk punt in de onderhandelingen.

JBZ-raad 9-10 juni 2011 (agendapunt 6)

De Commissie presenteerde de stand van zaken van de onderhandeling met het EP en meldde dat een akkoord met het EP dichtbij is. Er werd geen ruimte aan de lidstaten geboden om te interveniëren.

In eerste lezing bleken de Raad en het Europees Parlement (EP) het niet eens te zijn over de mogelijkheid om een aanvullend document met arbeidsmarktinformatie als bijlage bij de verblijfsvergunning te voegen. Voor Nederland is dit document van essentieel belang, omdat het voor de arbeidsinspectie een adequate handhaving en controle op illegale tewerkstelling mogelijk maakt. Het additionele document vervangen voor een elektronische is nu nog te kostbaar en te kwetsbaar, zeker nu het huidige systeem goed werkt.

De Raad heeft nu in tweede lezing overeenstemming bereikt over een compromistekst, waarin het aanvullend document gehandhaafd blijft, maar explicieter het doel ervan wordt weergegeven plus een toevoeging dat het document geen vervanging mag zijn van de tewerkstellingsvergunning. Het EP heeft nog niet gereageerd op dit voorstel.

JBZ-Raad 2 en 3 december 2010 (agendapunt 3)

Met betrekking tot legale migratie heeft het Belgische Voorzitterschap vooral ingezet op drie voorstellen voor richtlijnen op het gebied van arbeidsmigratie: het voorstel voor de single permit richtlijn (één aanvraag-procedure en één vergunning bij arbeidsmigratie), het voorstel voor de seizoenswerkersrichtlijn en het voorstel voor de intra corporate transfereesrichtlijn. Wat betreft het eerstgenoemde voorstel streeft het Voorzitterschap ernaar om in eerste lezing overeenstemming te bereiken tussen Raad en Europees Parlement. Of dit lukt is nog onzeker, omdat de standpunten op met name de rechten van derdelanders nog uiteenlopen.

JBZ-Raad 21 september 2009 (agendapunt B6)

Blijkens het verslag is dit agendapunt komen te vervallen.

Uit de aanvullend geannoteerde agenda blijkt dat tijdens deze JBZ-Raad zal nader van gedachten worden gewisseld over het voorstel van de Europese Commissie voor een richtlijn inzake één enkele aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning voor onderdanen van derde landen om op het grondgebied van een lidstaat te verblijven en te werken en betreffende een gemeenschappelijk pakket rechten voor werknemers in derde landen die legaal in een lidstaat verblijven (kort: richtlijn arbeidsmigratie/gecombineerde vergunning).

Met dit voorstel beoogt de Commissie:

  • 1) 
    de bestaande toelatingsprocedures voor arbeidsmigranten te vereenvoudigen, door een one-stop-shop (één loket) in het leven te roepen voor onderdanen afkomstig uit derde landen die willen werken in een lidstaat;
  • 2) 
    de bestaande toelatingsprocedures voor arbeidsmigranten en de controle op illegale tewerkstelling te vereenvoudigen door afgifte aan de arbeidsmigrant van één vergunning, voor zowel verblijf als tewerkstelling en informatie over de toegang tot de arbeidsmarkt toe te voegen aan de vergunning. Afgifte van een aparte tewerkstellingsvergunning is niet toegestaan. De lidstaten zelf hebben de vrijheid om te beslissen hoe zij de aanvraagprocedure vorm geven een welke overheidsinstanties zij daarbij betrekken; en
  • 3) 
    toekennen van sociaal-economische rechten, gelijk aan de rechten die gelden voor onderdanen van de betreffende lidstaat.

De richtlijn zal alleen betrekking hebben op arbeidsmigranten die langer dan 6 maanden werken.

In het thans voorliggende voorstel wordt de werkingssfeer van de richtlijn beperkt tot houders van een gecombineerde vergunning, met een bepaling dat drie jaar na de implementatietermijn onder meer de reikwijdte van artikel 12 wordt geëvalueerd. Dit voorstel kan op steun van een groot deel van de lidstaten rekenen, waaronder Nederland. Praktisch gezien heeft de keuze voor een ruime of beperkte reikwijdte voor Nederland geen betekenis, aangezien op de onderwerpen die in artikel 12 worden genoemd legaal verblijvende vreemdelingen in Nederland al het recht op gelijke behandeling hebben.

JBZ-Raad 4 en 5 juni 2009 (agendapunt (B2)

Blijkens het verslag is dit agendapunt vervallen.

Rondom de bijeenkomst van de Raad van 6 april jl., is de Kamer geïnformeerd over de inhoud van de laatste fase van de onderhandelingen over de richtlijn 'gecombineerde vergunning'. De discussie over de reikwijdte van deze richtlijn is nog niet helemaal uitgekristalliseerd. Het Tsjechische voorzitterschap heeft een compromistekst voorgelegd, waarin de werkingssfeer van de richtlijn wordt beperkt tot houders van een gecombineerde vergunning. Daarnaast stelt het voorzitterschap voor om drie jaar na het einde van de implementatietermijn de reikwijdte van artikel 12 met betrekking tot gelijke behandeling te evalueren.

Nederland kan zich vinden in de compromistekst van het voorzitterschap. Praktisch gezien heeft de keuze voor een ruime of beperkte reikwijdte voor Nederland geen betekenis, omdat op de onderwerpen die in artikel 12 worden genoemd legaal verblijvende vreemdelingen in Nederland al het recht op gelijke behandeling hebben. Afhankelijk van de standpunten van de overige lidstaten over de door het voorzitterschap voorgestelde compromistekst zal tijdens deze bijeenkomst van de Raad een akkoord kunnen worden bereikt over deze richtlijn.

Blijkens de (aanvullend) geannoteerde agenda betreft het een laatste document dat aan het Comité van Permanente Vertegenwoordigers is voorgelegd.

JBZ-Raad 6 en 7 april 2009 (agendapunt B2)

Blijkens het verslag is in de Raad van gedachten gewisseld over onderhavig voorstel. De onderhandelingen spitsten zich in het bijzonder toe op de reikwijdte van artikel 12 inzake gelijke behandeling van onderdanen van derde landen. Minister Hirsch Ballin memoreerde het parlementair voorbehoud van Nederland en stelde voor een evaluatie-artikel in de richtlijn op te nemen, waarbij de richtlijn drie jaar na goedkeuring door de Raad, zal worden geëvalueerd door de Europese Commissie. Er kon geen overeenstemming worden bereikt over het dossier. De voorzitter concludeerde dat dit voorstel voor een richtlijn -met het oog op een te bereiken akkoord- opnieuw zal worden besproken tijdens de bijeenkomst van de Raad op 4 en 5 juni a.s.

Volgens de geannoteerde agenda beoogt de Europese Commissie met dit voorstel respectievelijk de bestaande toelatingsprocedures voor arbeidsmigranten te vereenvoudigen door een one-stop-shop (één loket) in het leven te roepen voor onderdanen afkomstig van derde landen die willen werken in een lidstaat; de bestaande toelatingsprocedures voor arbeidsmigranten en de controle op illegale tewerkstelling te vereenvoudigen door afgifte aan de arbeidsmigrant van één vergunning, voor zowel verblijf als tewerkstelling en informatie over de toegang tot op de arbeidsmarkt toe te voegen aan de vergunning. Voorts beoogt het voorstel de toekenning van sociaal-economische rechten voor arbeidsmigranten, gelijk aan de rechten die gelden voor onderdanen van de betreffende lidstaat.

Het voorzitterschap is meegegaan met de Nederlandse wensen met betrekking tot de mogelijkheid om een apart document als bijlage bij de gecombineerde verblijfs- en tewerkstellingsvergunning te voegen. Op dit document zal de informatie worden opgenomen die van belang is voor de voorwaarden waaronder gewerkt mag worden. Hiermee is de handhaafbaarheid van de gecombineerde vergunning gewaarborgd. Naar aanleiding van een advies van de Juridische Dienst van het Raadssecretariaat is er een discussie ontstaan over de reikwijdte van artikel 12 (gelijke behandeling) van de ontwerp-kaderrichtlijn. Volgens dit advies zou de reikwijdte van artikel 12 beperkt moeten worden tot houders van een gecombineerde vergunning (dit zijn de arbeidsmigranten voor wie nu de tewerkstellingsvergunningsplicht geldt). Voor een ruimere werkingssfeer zou het EG-verdrag (artikel 63) geen basis bieden. De Europese Commissie bestrijdt dit en wil alle vreemdelingen die rechtmatig in een EU-lidstaat verblijven en mogen werken (dus ook bijvoorbeeld vreemdelingen die in het kader van gezinsmigratie zijn toegelaten), onder de werkingssfeer van dit artikel houden. Nederland beraadt zich ten aanzien van deze kwestie.

JBZ-Raad 27 en 28 november 2008 (agendapunt B3)

Het Franse voorzitterschap heeft onderhavig dossier geagendeerd voor bespreking in de Raad met het oog op het bereiken van een politiek akkoord. De Nederlandse regering acht het mogelijk langs de volgende lijn aan een gezamenlijke standpuntbepaling mee te werken. Deze houdt in dat voor toelating de tewerkstellingsvergunning wordt vervangen door een CWI-advies en dat voor handhaving de tewerkstellingsvergunning wordt vervangen door een aparte arbeidsbijlage. Feitelijk wijzigt het arbeidsmigratiebeleid niet, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid blijft daar ook formeel verantwoordelijk voor via de Wet Arbeid Vreemdelingen. Alleen de uitvoering (afgifte verblijfsvergunning en arbeidsbijlage) verschuift naar de Immigratie- en Naturalisatiedienst onder de verantwoordelijkheid van de Staatssecretaris van Justitie.

JBZ-Raad 8 en 9 november 2007 (agendapunt B10b)

Commissie Frattini lichtte dit voorstel en de ontwerprichtlijn inzake de criteria voor toelating en verblijf van derdelanders die hooggekwalificeerde arbeid komen verrichten (Europese blue card, zie E090144) toe, waarna in de Raad een eerste gedachtewisseling werd gehouden. Een aantal lidstaten gaf aan de voorstellen te toetsen aan nationale bevoegdheden en benadrukten dat de lidstaten zelf verantwoordelijk blijven voor - de sturing van - arbeidsmigratie. Andere lidstaten wenste verduidelijking van de gehanteerde definities en criteria.

Staatssecretaris Albayrak gaf aan zich zorgen te maken over de meerwaarde van de richtlijn over hooggekwalificeerde arbeidskrachten, nu het voorstel naast een salariscriterium ook vereist dat opleiding en werkervaring wordt getoetst en er de mogelijkheid bestaat dat lidstaten een arbeidsmarkttoets mogen uitvoeren zowel bij eerste toelating als bij doormigratie binnen de EU. Zij bepleitte snelheid en soepelheid. Over de algemene kaderrichtlijn meldde Nederland dat één gecombineerde tewerkstellings- en verblijfsvergunning voor alle soorten arbeid Nederland te ver gaat. Nederland is positief over de bepalingen inzake gelijke behandeling, maar bestudeert in hoeverre dit zal leiden tot aanspraken op voortgezet verblijf naar aanleiding van jurisprudentie van het Hof van Justitie EG.

Het voorzitterschap berichtte dat op 6 december 2007 een gezamenlijke bijeenkomst van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken, en de ministers van Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken is voorzien over migratie, werkgelegenheid en de Lissabon-strategie.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Het Europees Parlement heeft op 13 december 2011 ingestemd met de richtlijn voor één enkele aanvraagprocedure.

De commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) heeft op 5 december 2011 de ontwerpaanbeveling aangenomen.

Het Europees Parlement heeft op 14 december 2010 geen akkoord bereikt over ontwerpwetgeving voor de invoering van één enkele aanvraagprocedure. Nadat een serie amendementen waren aangenomen besloot een meerderheid van het EP dat ze om uiteenlopende redenen het eindresultaat niet meer konden steunen. Het gewijzigde voorstel werd verworpen (met 306 stemmen voor, 350 tegen en 25 onthoudingen). Daarom zal het bestaande voorstel naar de parlementaire commissies voor burgerlijke vrijheid en werkgelegenheid worden terug gestuurd.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen