Naar aanleiding van de bespreking in de commissievergadering voor Europese Zaken van de aangehouden motie-Kuiper c.s. (EK, 33551, D) bleek de behoefte aan meer informatie over de bevoegdheden van de nationale parlementen - in casu de Eerste Kamer - met betrekking tot Europese regelgeving en beleidsvorming.
De onderstaande themapagina concenctreert zich op drie vragen:
-
1.welke rol en bevoegdheden krijgen de nationale parlementen toebedeeld in de geconsolideerde Europese verdragen, namelijk het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU)?
-
2.Welke aanvullende bevoegdheden zijn aan de Nederlandse Staten-Generaal toegekend in de Goedkeuringswet van het Verdrag van Lissabon (wetsvoorstel 31385)?
-
3.Welke aanvullende informatieverplichtingen en -afspraken heeft de Eerste Kamer met de Nederlandse regering met betrekking tot de (documenten betreffende) EU-regelgeving en -beleidsvorming?
Deze drie vragen worden in een ambtelijk memo in kort bestek beantwoord. Een korte weergave van de inhoud met links naar in het memo genoemde documenten treft u hieronder.
Zie voor meer informatie over onder andere het toezicht op de begrotingsdiscipline ook de themapagina
EU: politieke integratie & democratische controle
Nationale parlementen in het VEU en het VWEU
In dit hoofdstuk wordt een uitvoerige opsomming gegeven van de diverse artikelen in het Verdrag betreffende Europese Unie (VEU) en het Verdrag betreffende werking van de Europese Unie (VWEU).
De opsomming betreft echter geen uitputtende opsomming van de rol die nationale parlementen onder de verdragen wél of niet kunnen spelen op de verschillende (Europese) beleidsterreinen. Dit wordt immers bepaald door de bevoegdheidsverdeling tussen de Unie en de lidstaten. Voor gecommunautariseerde beleidsterreinen is voor de regeringen van de lidstaten geen primaire rol weggelegd en bijgevolg voor de nationale parlementen - als controleurs van de regeringen - ook niet. Hoe effectief die controle op het optreden van de eigen regering bij de totstandkoming van Europese wet- en regelgeving is, hangt bovendien af van de wijze waarop besluiten op Europees niveau worden genomen. Bij besluitvorming met eenparigheid in de Raad en de Europese Raad zal - althans in theorie - de invloed van nationale parlementen groter zijn dan wanneer dit niet geval is.
Daarnaast worden de bevoegdheden zoals vastgesteld in Protocol 1 (rol nationale parlementen) en Protocol 2 (toepassing beginselen subsidiariteit en evenredigheid) weergegeven waarbij de oranje en gele kaartprocedure het meest bekend is.
Goedkeuringswet van het Verdrag van Lissabon
De Goedkeuringswet bij het Verdrag van Lissabon kent aanvullend beide kamers der Staten-Generaal twee rechten toe: het JBZ- instemmingsrecht (artikel 3) en het parlementair behandelvoorbehoud (artikel 4).
JBZ-instemmingsrecht
Met het Verdrag van Lissabon is het vetorecht van de lidstaten op JBZ-gebied grotendeels verdwenen en vervangen door de gewone wetgevingsprocedure (artikel 294 VWEU). Slechts in een beperkt aantal gevallen besluit de Raad nog bij eenparigheid van stemmen.
Het parlementair behandelvoorbehoud
Artikel 4 van de Goedkeuringswet regelt het zogenaamde parlementair behandelvoorbehoud. De procedure van het parlementair behandelvoorbehoud biedt een additioneel instrument bij de controle op het optreden van de regering in de Raad tijdens het onderhandelingsproces over Europese voorstellen. Het betreft een bijzondere informatieplicht van de regering naast de grondwettelijke informatieplicht van artikel 68 Grondwet. Het artikel heeft betekenis binnen de nationale context en anders dan bij het JBZ-instemmingsrecht kan de Kamer de besluitvorming op Europees niveau niet blokkeren. De Eerste Kamer kan op grond van artikel 4 van de Goedkeuringswet besluiten dat zij een voorstel voor een wetgevingshandeling van zodanig politiek belang acht dat zij over de behandeling daarvan op bijzondere wijze wenst te worden geïnformeerd. Zij kan dit gebruiken om het politieke gewicht dat zij aan een voorstel toekent te onderstrepen, een adequate informatievoorziening zeker te stellen en (politiek) te voorkomen dat de regering voorbarig instemt met het voorstel in de Raad. Zij moet dan binnen twee maanden nadat het voorstel is ontvangen de regering daarvan schriftelijk in kennis stellen. Binnen 4 weken na deze kennisgeving vindt mondeling overleg plaats met de regering over het voorstel en worden afspraken gemaakt met de regering over de wijze van informatievoorziening, het verloop van de onderhandelingen en de wetgevingsprocedure en over eventueel vervolgoverleg.
-
Goedkeuringswet Verdrag van Lissabon: JBZ-instemmingsrecht en parlementair behandelvoorbehoud
-
Stroomschema 6: Bijzondere wetgevingsprocedure en JBZ instemmingsrecht
-
Goedkeuring Verdrag van Lissabon (31.384 (R1850)), Evaluatie Tijdelijke Commissie Subsidiariteitstoets (30.953); brief van de minister van Buitenlandse Zaken over informatievoorziening inzake Europese dossiers (EK 30.953 / 31.384 (R1850), I)
-
Memo Parlementair behandelvoorbehoud
-
Motie-Jurgens (PvdA) c.s. inzake openbaarheid en openbare behandeling van ontwerp-Kaderbesluiten van de JBZ-Raad (EK , nr. 13e)
-
Motie-Jurgens (PvdA) c.s. inzake tijdige indiening van instemmingsbesluiten JBZ-raad (EK , nr. 90c)
-
Stroomschema 2: Procedure parlementair behandelvoorbehoud Eerste Kamer
EU-Informatievoorziening: afspraken met de regering
De procedure van het parlementair behandelvoorbehoud is tot op heden in de Eerste Kamer niet toegepast. Een van de redenen zal zijn dat de grondwettelijke informatieplicht (artikel 68 Grondwet) de Kamer voldoende basis biedt om door bewindspersonen adequaat te worden geïnformeerd. Deze ziet immers ook op de rol van de regering bij de totstandkoming van Europees beleid en regelgeving, zoals ook geldt voor andere parlementaire bevoegdheden.
In dit hoofdstuk worden in kort bestek de afspraken met de regering, vastgelegd in verspreide Kamerstukken, op een rijtje gezet. Daarbij worden alleen afspraken genoemd met een algemeen karakter (betreffende bepaalde documentsoorten); afspraken met de regering over afzonderlijke Europese dossiers zijn doorgaans te vinden in de toezeggingenregistratie van de Eerste Kamer of in de correspondentie van Kamercommissies met de regering.
Ook moet hier expliciet worden vermeld dat de Eerste Kamer vaak "meelift" op afspraken die de regering met de Tweede Kamer heeft gemaakt over Europese informatievoorziening. Het kabinet hanteert voor beide Kamers vanzelfsprekend dezelfde sjablonen voor BNC-fiches, wanneer zij geannoteerde Raadsagenda's stuurt naar de Tweede Kamer zal zij dat doorgaans op hetzelfde moment doen aan de Eerste Kamer etc. etc. De meest recente afspraken tussen Tweede Kamer en regering zijn neergelegd in TK, 22112 nr. 1366.
Eerder bleek al dat de Eerste Kamer een groot aantal documenten rechtstreeks ontvangt van de Europese instellingen, met name van de Europese Commissie: ontwerpen van wetgevingshandelingen, groenboeken, witboeken en mededelingen, het jaarlijkse wetgevingsprogramma en Raadsagenda's en -resultaten. De Nederlandse regering informeert de Eerste Kamer in veel gevallen over haar standpunt en inzet ter zake. Dit krijgt de vorm van een BNC-fiche, een geannoteerde Raadsagenda, een Raadsverslag, een conceptkabinetsreactie op een groenboek of samenvattend de jaarlijkse Staat van de Unie en de kabinetsreactie op het werkprogramma van de Europese Commissie.
BNC-fiches
De Eerste Kamer toetst niet alle voorstellen voor Europese wet- en regelgeving en evenmin alle Europese beleids- en discussiestukken. Jaarlijks selecteren de Kamercommissies uit het Werkprogramma van de Europese Commissie die voorstellen die zij bij publicatie automatisch in procedure wensen te nemen ("Prioritaire Lijst Eerste Kamer", "Europese Werkprogramma Eerste Kamer"). Aanvullend is wekelijks aan de commissieagenda een lijst toegevoegd van nieuw gepubliceerde Europese voorstellen ("COM-overzicht"). Voor de voorstellen op deze lijst geldt een "piepsysteem": Leden kunnen de commissie vragen een voorstel van de lijst in procedure te nemen.
Het kabinet beoordeelt volgens een vast sjabloon nieuw gepubliceerde Europese wetgevende voorstellen op een aantal punten: bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel, financiële implicaties, gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten, juridische implicaties, implicaties voor uitvoering en handhaving, implicaties voor ontwikkelingslanden en Nederlandse positie.
De Eerste Kamer heeft in het voorjaar van 2012 de volgende afspraken over toezending van de BNC-fiches met het kabinet (her)bevestigd:
-
1.De regering zegt toe BNC-fiches rechtstreeks (dus niet afschrift van brief aan Tweede Kamer) aan de Eerste Kamer te zenden;
-
2.Over alle voorstellen uit de jaarlijkse prioritaire lijst van de Eerste Kamer zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk zes weken na ontvangst van de Europese Commissie;
-
3.De regering zegt toe dat wanneer de Eerste Kamer aanvullend om een BNC-fiche zou vragen (bijvoorbeeld over een niet-prioritair voorstel uit het wekelijkse COM-overzicht) zij dit zal opstellen en toezenden, met inachtneming van de overeengekomen termijnen (lees: binnen zes weken). "Notificatie zal geschieden aan de coördinator BNC-fiches door toezending van de korte aantekeningen van de vergadering van de desbetreffende Kamercommissie waarin werd besloten het Europese voorstel in procedure te nemen."
-
Stroomschema 4: Nederlands standpunt in de Raad
-
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie (22.112); verslag schriftelijk overleg met de staatssecretaris inzake de aanbieding van BNC-fiches aan de Kamer (EK, FJ)
-
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie (22.112); brief regering; Reactie op verzoek commissie over afspraken met betrekking tot de informatievoorziening over Europese besluitvorming (TK, 1366)
De Raad van Ministers
De Eerste Kamer krijgt rechtstreeks van de Raad de (concept-)Raadsagenda's en de (concept-)Raadsbesluiten toegestuurd. De Nederlandse regering stuurt de Eerste Kamer geannoteerde Raadsagenda's. Dit gebeurt niet systematisch. Met betrekking tot de Raad Algemene Zaken, de Raad Buitenlandse Zaken, de Ontwikkelingsraad, de Raad voor Economische en Financiële Zaken, de Europese Raad en de JBZ-Raad wordt de Eerste Kamer rechtstreeks geïnformeerd. Met betrekking tot de overige Raden ontvangt de Eerste Kamer enkel afschriften van brieven aan de Tweede Kamer. Het ontbreken van systematiek hangt ongetwijfeld samen met het feit dat de regeringsinzet in de Raad (zoals die blijkt uit de geannoteerde Raadsagenda's) - anders dan in de Tweede Kamer - in de Eerste Kamer niet systematisch vooraf met de regering wordt besproken in een mondeling overleg.
Sinds begin 2013 heeft de Eerste Kamer ook toegang tot een EU-extranet en daarmee de limité-raadsdocumenten.
-
Stroomschema 4: Nederlands standpunt in de Raad
-
Stroomschema 5: Gewone wetgevingsprocedure (art. 294 VWEU)
-
Stroomschema 8: Besluitvorming Raad
-
Evaluatie Tijdelijke Commissie Subsidiariteitstoets (30.953); brief van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken inzake versterking Europese werkwijze Eerste Kamer en het verzoek tot medewerking van de regering (EK, N)
-
JBZ-Raad (32.317), Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie (22.112); brief inzake toegang Eerste en Tweede Kamer tot interne EU-Raadsdocumenten (EK 32.317 / 22.112, CL)
-
convocaat gezamenlijke vergadering commissies voor EUZA en I&A/JBZ over toegang tot limité-raadsdocumenten commissies Immigratie en Asiel/ JBZ-Raad (I&A/JBZ) en Europese Zaken (EUZA)
Staat van de Unie en MvT's Begrotingswetsvoorstellen/Miljoenennota
In het voorjaar 2012 heeft de Eerste Kamer, samen met de Tweede Kamer, met de regering de volgende afspraken gemaakt:
-
1.Er blijven twee separate documenten: de "Staat van de Unie" en de "Kabinetsappreciatie van het Werkprogramma (WP) van de Europese Commissie";
-
2.De publicatie van de Staat van de Unie vindt ieder jaar plaats in december/januari, kort na het verschijnen van de kabinetsappreciatie van het WP;
-
3.De "Staat van de Unie" zal meer dan voor 2012 de Nederlandse opstelling in Europa, verspreid over de verschillende beleidsterreinen, in samenhang inzichtelijk maakt. De uitgangspunten van het Nederlandse beleid met betrekking tot Europa moeten duidelijker, concreter en in samenhang door de regering worden toegelicht. De integrale en toekomstgerichte regeringsvisie op Europa die de Staat van de Unie alsdan biedt, moet beide Kamers meer houvast geven waar het gaat om de appreciatie en evaluatie van afzonderlijke Europese beleidsdocumenten en regelgevingsvoorstellen door de regering. De aldus in de Staat van de Unie neergelegde regeringsvisie zou bovendien concreet moeten zijn en handvatten moeten bieden voor parlementaire controle en voor het debat met de regering op hoofdlijnen;
-
4.De bewindslieden van Buitenlandse Zaken zullen binnen het kabinet bevorderen dat "in de memories van toelichting op de afzonderlijke begrotingsstaten de Europese dimensie van het (nationale) beleidsterrein verder en versterkt wordt geïntegreerd." Hetzelfde zou moeten gebeuren ten aanzien van de overkoepelende documenten, zoals de Miljoenennota. Dit moet een begrotingsgewijze verantwoording van het Nederlandse Europabeleid in het najaar mogelijk maken.
-
Staat van de Europese Unie 2011-2012 (33.001); brief inzake reactie Kamercommissies ESO (EK) en EUZA (TK) op suggesties in "aanvulbrief" bij de Staat van de Unie (EK 33.001 / 32.125, A)
-
Staat van de Europese Unie 2011-2012 (33.001); brief inzake brief van 10 februari 2012 over de opzet van de 'Staat van de Europese Unie' e.a. (EK, B)
Kabinetsreactie op het Werkprogramma van de Europese Commissie
In het voorjaar 2012 heeft de Eerste Kamer, samen met de Tweede Kamer, met de regering de volgende afspraken gemaakt:
-
1.Er blijven twee separate documenten: een apart document "Staat van de Unie" en een apart document "Kabinetsappreciatie van het Werkprogramma (WP) van de Europese Commissie"
-
2.De kabinetsappreciatie van het WP wordt gepubliceerd voorafgaand aan publicatie van de "Staat van de Unie";
-
3.Het zwaartepunt in de kabinetsappreciatie van het WP ligt bij een beknopte appreciatie van die voorstellen uit het WP «die in de ogen van het kabinet voor Nederland het meest van belang zijn». De regering bespreekt die Europese voorstellen in de appreciatie per beleidsterrein.
-
Staat van de Europese Unie 2011-2012 (33.001); brief inzake reactie Kamercommissies ESO (EK) en EUZA (TK) op suggesties in "aanvulbrief" bij de Staat van de Unie (EK 33.001 / 32.125, A)
-
Staat van de Europese Unie 2011-2012 (33.001); brief inzake brief van 10 februari 2012 over de opzet van de 'Staat van de Europese Unie' e.a. (EK, B)
Groenboeken, witboeken en mededelingen
Op grond van artikel 1 van Protocol nr.1 bij de VEU en VWEU krijgen de nationale parlementen van de Europese Commissie rechtstreeks groenboeken, witboeken en mededelingen toegezonden. Reeds in 1999 heeft de regering toegezegd aan de Staten-Generaal de formele reacties van de regering op deze stukken toe te zenden. Voorts is toen toegezegd: "Voordat de regering de reactie naar Brussel zendt, zal zij haar standpunt aan de Staten-Generaal zenden. Dertig dagen na verzending aan de Staten-Generaal zal de regering de Nederlandse reactie op het betreffende groenboek of witboek aan de Commissie verzenden". De regering behield zich wel het recht voor de reactie op een groen- of witboek eerder naar Brussel te zenden, "indien zij van oordeel is dat uitstel van de reactie afbreuk zou kunnen doen aan de inbreng van Nederland in de voorbereiding van verdere wetgevende voorstellen van de Commissie". Bij de herziening van de Europese werkwijze van de Eerste Kamer zijn de bestaande afspraken nogmaals bevestigd.
-
Brief staatssecretaris Buitenlandse Zaken inzake de evaluatie van de algemene Commissie voor Europese Zaken over de zittingsperiode 1994-1998
-
Evaluatie Tijdelijke Commissie Subsidiariteitstoets (30.953), Goedkeuring Verdrag van Lissabon (31.384 (R1850)); brief van de Voorzitter van de Eerste Kamer aan de minister-president over de nieuwe werkwijze van de Eerste Kamer met betrekking tot Europese voorstellen (met de bijlage Procedure behandeling Europese voorstellen in de Eerste Kamer) (EK 30.953 / 31.384 (R1850), H)
-
Goedkeuring Verdrag van Lissabon (31.384 (R1850)), Evaluatie Tijdelijke Commissie Subsidiariteitstoets (30.953); brief van de minister van Buitenlandse Zaken over informatievoorziening inzake Europese dossiers (EK 30.953 / 31.384 (R1850), I)
Artikel 13 Begrotingspact: conferentie nationale parlementen en EP
Op 2 maart 2012 ondertekenden de staatshoofden en regeringsleiders het Verdrag inzake Stabiliteit, Coördinatie en Bestuur in de Economische en Monetaire Unie ("Begrotingspact" of "Fiscal Treaty"). Het goedkeuringswetsvoorstel is sinds april 2013 aanhangig in de Eerste Kamer. Het Verdrag is reeds op 1 januari 2013 in werking is getreden voor de 12 (van de 25) EU-lidstaten die het hadden bekrachtigd. De uitwerking van artikel 13 van dat Verdrag wordt beschreven in dit hoofdstuk.
Budgetrecht Eerste Kamer
In dit hoofdstuk kom het budgetrecht van de Eerste Kamer aan de orde waarbij uitoverig wordt stilgestaan bij het zogenaamde Two Pack van de Europese Commissie en het Europees Semester, de jaarlijkse cyclus van economische beleidscoördinatie.
-
Rapportages Voorzitter Europese Raad: "Naar een echte economische en monetaire unie" (33.454); brief inzake voorlichting op grond van artikel 21a van de Wet op de Raad van State inzake verankering van de democratische controle bij de hervormingen in het economische bestuur in Europa ter bestrijding van de economische en financiele crisis (EK, AB)
-
E110091 - Voorstel voor een verordening betreffende gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van het eurogebied
-
E110092 - Voorstel voor een verordening betreffende de versterking van het economische en budgettaire toezicht op lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit in het eurogebied
-
Verordening (EU) nr. 473/2013 betreffende gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van de eurozone
-
Gespreksverslag Voorzitters Tweede en Eerste Kamer en minister-president en minister van Financiën d.d. 7 maart 2013 over de implicaties van het two-pack en het Europees Semester
-
Korte aantekeningen vergadering van de commissies EUZA, EZ, FIN en SZW op 19 maart 2013
Literatuur
Algemeen
-
24th Report - Reforming the European Scrutiny System in the House of Commons - Volume I
-
The Role of National Parliaments in European Decision-Making
-
The evolving roles of the European Parliament and of National Parliaments (EU Law after Lisbon)
-
Paper tigers or sleeping beauties? National Parliaments in the post-Lisbon European Political System
-
Europe’s Sleeping Beauty and the Future of Parliamentary Democracy in the EU
-
'De Tweede Kamermethode': versterkte parlementaire invloed op Europese besluitvorming
-
De subsidiariteitstoets; analyse, ervaringen en aanbevelingen
-
De veranderende rol van nationale parlementen in de Europese Unie
-
A new phase of Europeanisation of national parliaments: towards mainstreaming of EU affairs
-
18th Bi-Annual Report COSAC: Eighteenth Bi-annual Report: Developments in European Union Procedures and Practices Relevant to Parliamentary Scrutiny
-
17 th Bi-Annual Report COSAC: Developments in European Union Procedures and Practices Relevant to Parliamentary Scrutiny
In kader van het Nederlands budgetrecht in Europees perspectief
In het kader van het Europees Semester en de Eurozone
In verhouding met de rol en bevoegdheden van het Europees Parlement
-
Begrotingsstaten Buitenlandse Zaken en begrotingsstaten Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2013 (33.400 V); brief regering; Kabinetsreactie AIV rapport 'Nederland en het Europees Parlement. Investeren in nieuwe verhoudingen.' (TK, 124)
-
AIV-advies Nederland en het Europees Parlement
-
Report on 'Interparliamentary relations between the European Parliament and national Parliaments under the Treaty of Lisbon' 2012 (2013/06/25)