E160001
  ruit icoon
Laatste revisie: 09-05-2023

E160001 - Voorstellen inzake de uitwisseling van informatie over onderdanen van derde landen en staatlozen door middel van het Europees Strafregister Informatiesysteem (ECRIS)



De Europese Commissie presenteerde op 19 januari 2016 een voorstel voor een richtlijn waarmee het Europees Strafregister Informatiesysteem (ECRIS) wordt uitgebreid tot onderdanen van derde landen en staatlozen om de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme te verbeteren.

Met een aanvullend voorstel voor een verordening, gepresenteerd op 29 juni 2017, beoogt de Europese Commissie bovengenoemde ontwerprichtlijn aan te vullen door de invoering van een gecentraliseerd systeem waarmee efficiënt kan worden vastgesteld welke lidstaat of lidstaten over informatie inzake veroordelingen van TCN beschikt of beschikken.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: implementatietraject gestart.

nationaal

Op 4 juli 2017 besprak de commissie I&A/JBZ het voorstel voor een verordening inzake ECRIS voor derdelanders en staatlozen in het kader van het wekelijkse overzicht van nieuwe Europese voorstellen en besloot de ontwerpverordening voor kennisgeving aan te nemen.

Europees

De Verordening werd op 22 mei 2019 gepubliceerd in het publicatieblad van de EU. De Richtlijn werd op 17 april 2022 in het publicatieblad gepubliceerd.


Kerngegevens

volledige titel

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Kaderbesluit 2009/315/JBZ van de Raad betreffende de uitwisseling van informatie over onderdanen van derde landen en ten aanzien van het Europees Strafregister Informatiesysteem (ECRIS), en ter vervanging van Raadsbesluit 2009/316/JBZ

document Europese Commissie

COM(2017)344PDF-document, d.d. 29 juni 2017

rechtsgrondslag

Artikel 82, lid 1 (d) VWEU

commissies Eerste Kamer

beleidsterrein

verwant dossier


Implementatie

Verordening 2019/816PDF-document van 17 april 2019 werd op 22 mei 2019 gepubliceerd in Pb EU L135/1. De verordening treedt 20 dagen na publicatie in werking.

Richtlijn 2019/884PDF-document van 17 april 2019 werd op 7 juni 2019 gepubliceerd in Pb EU L151/143. Lidstaten dienden uiterlijk op 28 juni 2022 aan de richtlijn te voldoen. De implementatie van de richtlijn in Nederland is te laat.

Het voorstel is op 22 november 2022 aangenomen door de Eerste Kamer. Kamerstukdossier 35.916 geeft een volledig overzicht van de behandeling van de implementatiewet in zowel de Eerste als de Tweede Kamer.

Bron: Stand van zaken implementatie richtlijnen eerste kwartaal 2023


Behandeling Eerste Kamer

Op 4 juli 2017 besprak de commissie I&A/JBZ het aanvullende voorstel voor een verordening inzake ECRIS voor derdelanders en staatlozen in het kader van het wekelijkse overzicht van nieuwe Europese voorstellen en besloot de ontwerpverordening voor kennisgeving aan te nemen.

Op 26 januari 2016 bespraken de commissies voor Immigratie & Asiel/ JBZ-Raad en voor Veiligheid en Justitie de procedure en besloten af te zien van schriftelijk overleg met de regering over het voorstel voor een richtlijn inzake ECRIS voor derdelanders en staatlozen.

Het voorstel voor een richtlijn inzake ECRIS voor derdelanders en staatlozen is door de commissie voor Immigratie & Asiel/ JBZ-Raad en voor Veiligheid en Justitie als prioritair geselecteerd in het Europese werkprogramma van de Eerste Kamer voor 2015-2016.


Behandeling Tweede Kamer

Op 12 oktober 2016 besprak de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie de JBZ-Raad van 13 en 14 oktober 2016 in een algemeen overleg met de minister van Veiligheid en Justitie, waarbij o.a. vragen zijn gesteld over het voorstel.

Op 8 juni 2016 besprak de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie de JBZ-Raad van 9 en 10 juni 2016 in een algemeen overleg met de minister van Veiligheid en Justitie, waarbij o.a. vragen zijn gesteld over het voorstel.

Op 9 maart 2016 besprak de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie de JBZ-Raad van 10 en 11 maart 2016 in een algemeen overleg met de minister van Veiligheid en Justitie, waarbij o.a. vragen zijn gesteld over het voorstel.

Op 3 februari 2016 besprak de commissie voor Veiligheid en Justitie de procedure voor dit voorstel in het kader van het overzicht nieuw gepubliceerde EU-voorstellen. De commissie besloot het voorstel te agenderen voor het algemeen overleg over de JBZ-Raad van 10 en 11 maart 2016.


Standpunt Nederlandse regering

Op 26 februari 2016 stuurde de minister van buitenlandse zaken het BNC-fiche inzake de richtlijn uitbreiding ECRIS. Uit het fiche blijkt onder andere dat het kabinet de subsidiariteit als positief beoordeeld. Het op een efficiënte manier uitwisselen van justitiële documentatie van derdelanders kan niet door acties van de lidstaten afzonderlijk worden bereikt en kan alleen op EU-niveau worden gerealiseerd. Ook acht Nederland artikel 82, eerste lid, onder d, van het VWEU als de juiste rechtsbasis.

Het kabinet beoordeelt de proportionaliteit als positief, zij het met enige aandachtspunten. Het voorgestelde systeem maakt het mogelijk om na te gaan of een derdelander eerder is veroordeeld in de EU en in welke EU-lidstaat. Bij een treffer kan de informatie over de persoon en de gepleegde feiten worden opgevraagd via de bestaande kanalen. Verder dienen alleen die gegevens te worden opgeslagen in het indexfilter die noodzakelijk zijn om vast te stellen of de persoon bekend is in de justitiële documentatie in één van de EU-lidstaten.

In het BNC-fichePDF-document van 1 september 2017 geeft het kabinet zijn visie op aanvullende voorstel voor een verordening tot invoering van een gecentraliseerd systeem voor de vaststelling welke lidstaten over informatie beschikken inzake veroordelingen van onderdanen van derde landen en staatlozen (TCN) ter aanvulling en ondersteuning van het ECRIS. Het kabinet acht de aanvullende ontwerpverordening, net als de ontwerprichtlijn in lijn met subsidiariteitsbeginsel en het proportionaliteitsbeginsel.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Op 19 januari 2016 presenteerde de Europese Commissie een voorstel voor een richtlijn waarmee het Europees Strafregister Informatiesysteem (ECRIS) wordt uitgebreid tot onderdanen van derde landen en staatlozen om de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme te verbeteren. Dit voorstel is één van de maatregelen ter uitvoering van de Europese veiligheidsagenda (E150008).

Met het in 2012 opgerichte ECRIS kunnen nationale rechterlijke autoriteiten informatie verkrijgen over strafrechtelijke veroordelingen van EU-burgers in andere lidstaten verkrijgen, hetzij ten behoeve van gerechtelijke procedures, hetzij ten behoeve van andere doelen zoals strafrechtelijk onderzoek. Gelet op recente terroristische aanslagen in de EU is het volgens de Europese Commissie noodzakelijk het ECRIS verder uit te breiden. Het voorstel voorziet dan ook in de opname van strafrechtelijke veroordelingen en vingerafdrukken van onderdanen van derde landen en staatlozen in het ECRIS.

Op 29 juni 2017 presenteerde de Europese Commissie een aanvullende voorstel voor een verordening, waarmee wordt beoogt het voorstel van de Commissie voor een richtlijn van januari 2016 aan te vullen door de invoering van een gecentraliseerd systeem waarmee efficiënt kan worden vastgesteld welke lidstaat of lidstaten over informatie inzake veroordelingen van TCN beschikt of beschikken.


Behandeling Raad

In de kwartaalrapportage JBZ-dossiers over het 2e kwartaal 2020 (bijlage bij 32.317, LGPDF-document) geeft de regering aan dat op 9 april 2020 de Raad Algemene zaken heeft ingestemd met het politiek akkoord en dat de verordening op 22 mei 2019 is gepubliceerd in het Publicatieblad. Ter uitvoering van de Ecris-TCN-verordening en de Ecris-richtlijn wordt een wijziging voorbereid van de Wjsg en een wijziging van het Bjsg. Naar verwachting wordt de beoogde wijzigingsregeling van de Wjsg in het vierde kwartaal van 2020 of het eerste kwartaal van 2021 ingediend bij de Tweede Kamer.

Op 7 en 8 december 2017PDF-document bereikte de Raad voor Justitie en Binnenlandse Zaken een algemene oriëntatiePDF-document ten aanzien van de ontwerprichtlijn en een algemene oriëntatiePDF-document ten aanzien van de ontwerpverordening inzake de uitwisseling van informatie over onderdanen van derde landen en staatlozen door middel van het Europees Strafregister Informatiesysteem. Op basis van deze algemene oriëntaties kan het voorzitterschap onderhandelingen met het Europees Parlement beginnen.

Op 12 en 13 oktober 2017PDF-document besprak de Raad voor Justitie en Binnenlandse Zaken twee vragen over de voorgestelde verordening om het bestaande Europese strafregisterinformatiesysteem (ECRIS) uit te breiden door een gecentraliseerd systeem op te zetten: een meerderheid van de lidstaten was het erover eens dat het systeem informatie moet bevatten over veroordeelde onderdanen van derde landen, ook als de persoon ook heeft een EU-nationaliteit. De ministers bespraken ook de criteria voor het invoeren van vingerafdrukken in het ECRIS-systeem. Hoewel een aantal ministers het criterium van een vrijheidsstraf voor een opzettelijk gepleegde misdrijf als een evenwichtig compromis beschouwt, is verder werk nodig.

Op 9 en 10 juni 2016PDF-document nam de Raad voor Justitie en Binnenlandse Zaken kennis van het voortgangsrapport over het voorstel tot wijziging van ECRIS met het oog op een meer efficiënte uitwisseling van gegevens van veroordeelde derdelanders. De Raad steunde het voorgestelde centrale systeem voor opslag en uitwisseling van vingerafdrukken en persoonsgegevens met het oog op de identificatie van veroordeelde derdelanders.

Op 25 januari 2016 nam de Raad voor Justitie en Binnenlandse Zaken kennis van de mededeling van het Raadsvoorzitterschap dat op technisch niveau is gestart met een thematische bespreking van de diverse aspecten van het voorstel en dat de Commissie een bijeenkomst voor technische experts heeft georganiseerd.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 12 maart 2019 nam het Europees Parlement een wetgevingsresolutiePDF-document aan over het voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Kaderbesluit 2009/315/JBZ van de Raad betreffende de uitwisseling van informatie over onderdanen van derde landen en betreffende het Europees Strafregister Informatiesysteem (Ecris), en ter vervanging van Besluit 2009/316/JBZ van de Raad. Tevens nam het Europees Parlement een wetgevingsresolutiePDF-document aan over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot invoering van een gecentraliseerd systeem voor de vaststelling welke lidstaten over informatie beschikken inzake veroordelingen van onderdanen van derde landen en staatlozen (TCN) ter aanvulling en ondersteuning van het Europees Strafregister Informatiesysteem (ECRIS-TCN).

Op 8 februari 2018 werd het besluit tot het aangaan van interinstitutionele onderhandelingen ten aanzien van het aanvullende voorstel voor een verordening bevestigd door de plenaire vergadering van het Europees Parlement.

Op 1 februari 2018 stemde de plenaire vergadering van het Europees Parlement in met het verslag over het aanvullende voorstel voor een verordening. Het Europees Parlement nam hierbij een resolutie aan waarmee een standpunt over het voorstel in eerste lezing werd vastgesteld.

Op 14 december 2017 bracht de commissie voor de Begroting een advies uit over het aanvullende voorstel voor een verordening aan de LIBE-commissie.

Op 30 oktober 2017 diende de rapporteur een ontwerpverslag in bij de LIBE-commissie over het aanvullende voorstel voor een verordening. Dit ontwerpverslag zal worden besproken in de commissie, waarbij leden amendementen kunnen indienen. De commissie zal vervolgens stemmen over alle ingediende amendementen.

Op 31 augustus 2017 werd Europarlementariër Daniel Dalton (ECR) aangewezen als rapporteur voor het aanvullende voorstel voor een verordening. De rapporteur zal een ontwerpverslag over het voorstel voorbereiden.

Op 27 juni 2016 stemde de plenaire vergadering van het Europees Parlement in met het verslag over het voorstel voor een richtlijn. Het Europees Parlement nam hierbij een resolutie aan waarmee een standpunt over het voorstel in eerste lezing werd vastgesteld.

Op 22 maart 2016 diende de rapporteur een ontwerpverslag in bij de LIBE-commissie over het voorstel voor een richtlijn. Dit ontwerpverslag zal worden besproken in de commissie, waarbij leden amendementen kunnen indienen. De commissie zal vervolgens stemmen over alle ingediende amendementen.

Op 3 oktober 2016 werd Europarlementariër Daniel Dalton (ECR) aangewezen als rapporteur voor het voorstel voor een richtlijn. De rapporteur zal een ontwerpverslag over het voorstel voor een richtlijn voorbereiden.

Het voorstel voor een richtlijn en het voorstel voor een verordening worden behandeld door de commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE) van het Europees Parlement. De commissie voor de Begroting (BUDG) en de commissie voor Begrotingscontrole (CONT) zijn aangesteld als adviescommissie. De commissie voor Begrotingscontrole besloot geen advies in te dienen.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

Op 20 oktober 2017 verstreek de deadline voor het indienen van subsidiariteitsbezwaren op het aanvullende voorstel voor een verordening.

Op 19 oktober 2017 nam het Parlement van Portugal een resolutie aan waarin wordt gesteld dat het aanvullende voorstel voor een verordening in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese Commissie gedeeld.

Op 5 oktober 2017 nam de Kamer van Afgevaardigden van Italië een resolutie aan waarin het aanvullende voorstel voor een verordening wordt verwelkomt. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese Commissie gedeeld.

Op 22 september 2017 nam de Bondsraad van Duitsland een resolutie aan waarin het aanvullende voorstel voor een verordening wordt verwelkomt, maar ook een aantal kanttekeningen van technische aard worden geplaatst. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese Commissie gedeeld.

Op 13 juli 2016 nam de Senaat van Italië een resolutie aan waarin het voorstel voor een richtlijn wordt verwelkomt. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese Commissie gedeeld.

Op 7 juni 2016 nam de Bondsraad van Duitsland een resolutie aan waarin het voorstel voor een richtlijn wordt verwelkomt, maar ook een aantal kanttekeningen van technische aard worden geplaatst. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese Commissie gedeeld.

Op 12 april 2016 verstreek de deadline voor het indienen van subsidiariteitsbezwaren op het voorstel voor een richtlijn.

Op 12 april 2016 nam het Parlement van Portugal een resolutie aan waarin wordt gesteld dat het voorstel voor een richtlijn in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese Commissie gedeeld.

Op 11 april 2016 nam de Senaat van Roemenië een resolutie aan waarin wordt gesteld dat het voorstel voor een richtlijn in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese Commissie gedeeld.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

Op 1 oktober 2018 stuurde de Commissie Meijers een briefPDF-document aan de voorzitter van de LIBE-commissie van het Europees Parlement over een Raadsdocument waarin het Raadsvoorzitterschap een oplossing voorstelt voor de kwestie inzake EU-burgers die ook een nationaliteit van een derde land bezitten.

Op 27 februari 2018 stuurde de Commissie Meijers een briefPDF-document aan de voorzitter van de LIBE-commissie van het Europees Parlement over de registratie van strafbladen van Unieburgers in ECRIS-TCN.

Op 25 juli 2017 stuurde Commissie Meijers een briefPDF-document aan de Tweede Kamer met commentaar over het voorstel inzake ECRIS-TCN.


Alle bronnen