E220014
Laatste revisie: 09-02-2024

E220014 - Voorstel voor een Verordening tot tijdelijke liberalisering van de handel tussen de EU en Oekraïne



Op 27 april 2022 publiceerde de Europese Commissie een voorstel voor verordening die voorziet in het bieden van vrije toegang voor Oekraïense producten tot de EU interne markt voor een periode van één jaar na de inwerkingtreding van het voorstel.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.

nationaal

Op 23 mei 2023 besloot de commissie de brief van de minister van 26 april 2023 (EK, D) alsnog voor kennisgeving aan te nemen.

Europees

Op 31 januari 2024 stelde de Europese Commissie voor om de Verordening nogmaals met een jaar te verlengen.


Kerngegevens

volledige titel

Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot tijdelijke liberalisering van de handel bovenop de handelsconcessies die op Oekraïense producten van toepassing zijn krachtens de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds

document Europese Commissie

COM(2022)195PDF-document, d.d. 27 april 2022

rechtsgrondslag

Artikel 207 (2) VWEU

commissie Eerste Kamer

beleidsterrein


Implementatie

Op 31 januari 2024 stelde de Europese Commissie voor om de Verordening nogmaals met een jaar te verlengen.

Op 23 februari 2023 stelde Europese Commissie voor om de Verordening met een jaar te verlengen.

Op 3 juni 2022 is de Verordening L 152/103PDF-document gepubliceerd in het publicatieblad van de Europese Unie. De Verordening treedt de dag na publicatie in werking en is van toepassing tot en met 5 juni 2023. De Verordening is bindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.


Behandeling Eerste Kamer

Op 23 mei 2023 besloot de commissie de brief van de minister van 26 april 2023 (EK, D) alsnog voor kennisgeving aan te nemen.

Op 9 mei 2023 besloot de commissie inbreng te leveren voor nader schriftelijk overleg op 23 mei 2023.

Op 26 april 2023 stuurde de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking een antwoord op de brief met vragen. Op 3 mei 2023 werd het verslag van een nader schriftelijk overleg (EK, D) vastgesteld.

Op 24 maart 2023 is de brief met nadere vragen verstuurd aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Op 21 maart 2023 leverde de fractie van de PvdD inbreng voor nader schriftelijk overleg.

Op 7 maart 2023 besloot de commissie inbreng te leveren voor nader schriftelijk overleg op 21 maart 2023.

Op 15 februari 2023 stuurde de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking een antwoord op de brief met vragen. Op dezelfde datum werd het verslag van een nader schriftelijk overleg (EK, B) vastgesteld.

Op 10 januari 2023 is de brief met nadere vragen verstuurd aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Op 20 december 2022 leverde de fractie van de PvdD inbreng voor nader schriftelijk overleg.

Op 13 december 2022 besloot de commissie inbreng te leveren voor nader schriftelijk overleg op 20 december 2022.

Op 25 november 2022 stuurde de minister een antwoord op de brief met vragen. Op 28 november 2022 werd het verslag van een schriftelijk overleg (EK, A) vastgesteld. De commissie bespreekt dit tijdens een volgende commissievergadering.

Op 7 oktober 2022 liet de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking per brief weten de vragen niet binnen de gestelde termijn te kunnen beantwoorden.

Op 24 juni 2022 is de brief met vragen en opmerkingen verstuurd aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Op 14 juni 2022 leverden de fracties van PVV en PvdD inbreng voor schriftelijk overleg.

Op 31 mei 2022 besloot de commissie op 14 juni 2022 inbreng voor schriftelijk overleg te leveren.

Op 17 mei 2022 besloot de commissie de brief met de kabinetsappreciatie over het voorstel te agenderen voor de volgende vergadering.


Behandeling Tweede Kamer

Op 19 mei 2022 besloot de commissie BuHaOS de brief met de kabinetsappreciatie over het voorstel te agenderen voor het commissiedebat over de Raad Buitenlandse Zaken Handel. Dit vond plaats op 31 mei 2022.


Standpunt Nederlandse regering

Op 24 maart 2023 stuurde de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking een kabinetsappreciatie (36.145, C) over de verlenging van het voorstel aan de Kamer. Hierin geeft de minister aan dat de essentie van het Nederlandse beleid op dit terrein sinds de verzending van de brief over de beoordeling van de huidige verordening gelijk is gebleven.

Op 13 mei 2022 stuurde de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking een kabinetsappreciatie (22.112, IU) over het voorstel aan de Kamer. Gezien de snelheid van besluitvorming in Brussel vervangt dit het BNC-fiche. Het kabinet verwelkomt het voorstel. Volgens het kabinet steunt het voorstel de Oekraïense economie en vragen de verstoringen van mondiale waardeketens en de hoge voedsel- en grondstofprijzen om zo min mogelijk handelsbelemmeringen. Het voorstel is daarmee in het belang van zowel Oekraïne als de EU en Nederland, aldus het kabinet.

Kanttekeningen van het kabinet zijn dat het onduidelijk is in hoeverre de handelsliberalisering een wezenlijke bijdrage kan leveren aan de steun aan Oekraïne op korte termijn en in hoeverre de Oekraïense douane over de capaciteit beschikt om de benodigde oorsprongscertificaten uit te geven. Een ander aandachtspunt is dat Nederlandse en Europese marktpartijen op termijn meer concurrentie kunnen ervaren door toegenomen Oekraïense uitvoer. Wel verwacht het kabinet dat de concurrentie beperkt blijft, omdat het niet te verwachten is dat de Oekraïense productiecapaciteit snel weer op het niveau van voor de oorlog komt. Ook kunnen er preventieve maatregelen getroffen worden in het geval er moeilijkheden optreden of dreigen op te treden voor EU marktpartijen.

De bevoegdheid van de EU voor het voorstel beoordeelt het kabinet positief. Het kabinet kan zich vinden in de voorgestelde rechtsgrondslag artikel 207, lid 2 VWEU. Het kabinet oordeelt ook positief over de proportionaliteit van het voorstel. De voorgestelde maatregelen en de duur hiervan zijn volgens het kabinet proportioneel aan het doel om handelsroutes zo veel mogelijk open te houden en economische banden met Oekraïne te verdiepen. Over de noodzakelijke duur van het instellen van maatregelen valt momenteel weinig te zeggen. Het voorstel om deze voor één jaar na inwerkingtreding te laten gelden is daarom passend, aldus het kabinet. De EU heeft een exclusieve bevoegdheid op het terrein van gemeenschappelijke handel en daarom is het subsidiariteitsbeginsel niet van toepassing.

Het kabinet verwacht dat onder EU-lidstaten brede steun is voor het voorstel. Het Europees Parlement had op het moment van schrijven van de appreciatie nog geen positie ingenomen.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Op 27 april 2022 publiceerde de Europese Commissie een voorstelPDF-document voor verordening die voorziet in het bieden van vrije toegang voor Oekraïense producten tot de EU interne markt voor een periode van één jaar na de inwerkingtreding van het voorstel. Het voorstel tot handelsmaatregelen komt tegemoet aan het verzoek van Oekraïne aan de EU om steun te verlenen aan het behoud van de Oekraïense handelspositie en verdieping van de handelsrelatie met de EU. De Russische oorlog tegen Oekraïne heeft negatieve effecten op de Oekraïense productiecapaciteit en heeft geleid tot het onderbreken van belangrijke transportroutes. De Commissie benadrukt het belang van de voorgestelde maatregelen in het kader van de oorlog en de negatieve economische effecten daarvan voor Oekraïne. Verdere liberalisering van handel en nadere logistieke maatregelen dragen bij aan het behouden van handelsstromen en verdiepen van de handelsrelatie.

De voorgestelde regelingen voor tijdelijke vrije toegang tot de EU markt voor Oekraïense producten zijn drieledig en betreffen de tijdelijke opschorting van:

  • 1. 
    Alle resterende heffingen en quota die momenteel van toepassing zijn onder het EU-Oekraïne associatieakkoord;
  • 2. 
    Het innen van antidumpingheffingen;
  • 3. 
    Vrijwaringsmaatregelen.

Behandeling Raad

Op 25 mei 2023 stemde de Raad in met de verlenging van de verordening.

Op 23 mei 2022 informeerde de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking de Kamer per brief (22.112, IV) over de vervroegde agendering van het voorstel in de Raad. Het kabinet is voornemens om tijdens de Ecofinraad van 24 mei 2022 het voorstel te steunen. De Raad stemde op 24 mei 2022 in met het voorstel.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 19 mei 2022 nam het Europees Parlement in eerste lezing een wetgevingsresolutiePDF-document aan over het voorstel.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen