Beslispunt

Wenst de commissie:

• - 

  een datum te bepalen voor het leveren van inbreng voor een tweede verslag?
• - 

  het wetsvoorstel af te doen als hamerstuk of na stemming?
• - 

  aan de Kamervoorzitter een datumvoorstel voor een plenair debat te doen?

Toelichting

De commissie streefde ernaar alle begrotingswetsvoorstellen (uiterlijk) 18 februari 2025 af te doen.

Bij een eventuele plenaire behandeling van het wetsvoorstel wordt conform artikel 50, derde lid, van het Reglement van Orde de eerste ondertekenaar van het wetsvoorstel uitgenodigd om ter vergadering aanwezig te zijn. Dat is in dit geval de minister van I&W. De commissie kan de Voorzitter verzoeken ook andere bewindslieden dan de eerste ondertekenaar voor de beraadslaging uit te nodigen.

Beslispunt

Wenst de commissie:

• - 

  een datum te bepalen voor het leveren van inbreng voor een tweede verslag?
• - 

  het wetsvoorstel af te doen als hamerstuk of na stemming?
• - 

  aan de Kamervoorzitter een datumvoorstel voor een plenair debat te doen?

Toelichting

De commissie streefde ernaar alle begrotingswetsvoorstellen (uiterlijk) 18 februari 2025 af te doen.

Bij een eventuele plenaire behandeling van het wetsvoorstel wordt conform artikel 50, derde lid, van het Reglement van Orde de eerste ondertekenaar van het wetsvoorstel uitgenodigd om ter vergadering aanwezig te zijn. Dat is in dit geval de minister van I&W. De commissie kan de Voorzitter verzoeken ook andere bewindslieden dan de eerste ondertekenaar voor de beraadslaging uit te nodigen.

Beslispunt

Wenst de commissie:

• - 

  een datum te bepalen voor het leveren van inbreng voor een tweede verslag?
• - 

  het wetsvoorstel af te doen als hamerstuk of na stemming?
• - 

  aan de Kamervoorzitter een datumvoorstel voor een plenair debat te doen?

Toelichting

De commissie streefde ernaar alle begrotingswetsvoorstellen (uiterlijk) 18 februari 2025 af te doen. De CDA-fractie gaf aan de Wijziging van de begrotingsstaat Mobiliteitsfonds 2024 (Najaarsnota) in samenhang met de begrotingsstaat Mobiliteitsfonds 2025 te willen behandelen.

Bij een eventuele plenaire behandeling van het wetsvoorstel wordt conform artikel 50, derde lid, van het Reglement van Orde de eerste ondertekenaar van het wetsvoorstel uitgenodigd om ter vergadering aanwezig te zijn. Dat is in dit geval de minister van I&W. De commissie kan de Voorzitter verzoeken ook andere bewindslieden dan de eerste ondertekenaar voor de beraadslaging uit te nodigen.

Beslispunt

Welke fracties wensen heden inbreng voor schriftelijk overleg te leveren?

Toelichting

Bij brief van 18 december 2024 informeerde de staatssecretaris van I&W de Kamer, mede namens de minister van Klimaat en Groene Groei, over het tussentijds toetsingsadvies van de Commissie voor de milieueffectrapportage (hierna: Commissie mer) over het milieueffectrapport voor de wijziging van de Kernenergiewet. Het advies van de Commissie mer is als bijlage opgenomen bij deze brief. De brief was bij de mededelingen van de commissievergadering I&W/VRO van 14 januari 2025 gevoegd.

De commissie besloot op verzoek van het lid Visseren-Hamakers (PvdD) om heden gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg met de staatssecretaris van I&W over bedoeld advies.

Beslispunt

Welke fracties wensen heden inbreng voor schriftelijk overleg te leveren?

Toelichting

Bij brief van 8 januari 2025 heeft de staatssecretaris van I&W de Kamer het ontwerp-Circulair Materialenplan (CMP) aangeboden. De brief was bij de mededelingen van de commissievergadering I&W/VRO van 14 januari 2025 gevoegd. De commissie besloot op verzoek van het lid Van Langen-Visbeek (BBB) om n.a.v. deze brief heden gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg met de staatssecretaris.

Beslispunt

Welke fracties wensen heden inbreng voor schriftelijk overleg te leveren?

Toelichting

Op 16 december 2024 heeft de Kamer van de minister van I&W het verslag ontvangen van de Transportraad van 5 december 2024. Het verslag was bij de mededelingen van de commissievergadering I&W/VRO van 14 januari 2025 gevoegd. De commissie besloot op verzoek van het lid Van Langen-Visbeek (BBB) het stuk voor inbreng voor schriftelijk overleg te agenderen op 4 februari 2025.

Beslispunt

Kan de commissie instemmen met het ambtelijke voorstel?

Toelichting

Bij brief van 21 januari 2025 informeerde de minister van I&W de Kamer over de toetsing van de bedrijfsverslagen van de drinkwaterbedrijven die door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) zijn opgesteld.

De brief past in de reeks "waterbrieven" die de commissie het afgelopen jaar heeft ontvangen. De commissie besloot in haar vergadering van 17 december 2024 om na het voorjaarsreces gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg over alle "waterbrieven" en de vier deskundigenbijeenkomsten over het thema water die in 2024 hebben plaatsgevonden. De commissie wenste te wachten totdat het commissiedebat water van 19 februari 2025 en een mogelijk tweeminutendebat in de Tweede Kamer in dit kader hebben plaatsgevonden.

Ambtelijk wordt voorgesteld de thans geagendeerde brief bij het schriftelijk overleg te betrekken.

Beslispunt

Wenst de commissie naar aanleiding van het verslag van de Milieuraad van 17 december jl. met de regering in overleg te treden, bijvoorbeeld over het voorstel voor een richtlijn inzake bodemmonitoring? Zo ja, op welke termijn?

Toelichting

Op 21 januari 2025 ontving de Kamer van de staatssecretaris van I&W en van de minister van KGG het verslag van de Milieuraad die op 17 december 2024 heeft plaatsgevonden. De Kamer wordt geïnformeerd over de algemene oriëntatie die is bereikt in de Raad op de verordening ter voorkoming van pelletverlies om microplasticsvervuiling te verminderen. Tevens heeft er een beleidsdebat plaatsvonden over de verordening ciruclaire voertuigen, en een gedachtewisseling over het klimaatdoel 2040. Verder wordt de Kamer als bijlage de kwartaalrapportage aangeboden met de stand van zaken van de lopende onderhandelingen van de Europese voorstellen op het terrein van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

In het verslag van de Milieuraad die op 17 juni 2024 heeft plaatsgevonden, gaat de regering ook in op de laatste stand van zaken van het voorstel voor een richtlijn inzake bodemmonitoring. Dit voorstel is al sinds juli 2023 in behandeling bij de commissie. De Eerste en Tweede Kamer hebben ten aanzien van het voorstel dezelfde subsidiariteitsbezwaren ingebracht. Op 4 april 2024 ontving de commissie een antwoord van de Europese Commissie op het subsidiariteitsbezwaar (36397, F herdruk). De subsidiariteitsprocedure heeft niet geleid tot een 'gele of oranje kaart', aangezien te weinig nationale parlementen bezwaar hebben gemaakt.

De bewindslieden geven aan dat het tijdens het Hongaars voorzitterschap niet is gelukt om tot een akkoord te komen, maar dat het Pools voorzitterschap heeft aangegeven het voorstel verder te willen brengen in 2025. Het is nog onduidelijk wanneer het voorzitterschap een akkoord verwacht te bereiken. Tevens heeft het ministerie van I&W samen met de decentrale overheden een impactanalyse laten uitvoeren door Bureau Ambient om de effecten van de richtlijn bodemmonitoring in kaart te brengen. De impactanalyse is bijgevoegd aan de agenda.

Op 27 januari 2025 is er reeds een brief uitgestuurd naar de staatssecretaris van I&W met vragen naar aanleiding van de geannoteerde agenda voor de Milieuraad van 17 december.

Beslispunt

Welke fracties wensen heden inbreng voor schriftelijk overleg te leveren n.a.v. toezegging T03865?

Toelichting

Op 14 januari jl. besprak de commissie de reactie van de minister van I&W op het gebruikelijke halfjaarlijks toezeggingrappel. De commissie besloot toezegging T03865 als “voldaan" aan te merken en - op verzoek van het lid Van der Goot (OPNL) - om inzake deze toezegging heden gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg met de minister van I&W.

Toezegging Bus Rapid Transport / mogelijkheden A27 (36.410 XII) (T03865)

Beslispunt

Wenst de commissie:

• - 

  een datum te bepalen voor het leveren van inbreng voor een tweede verslag?
• - 

  het wetsvoorstel af te doen als hamerstuk of na stemming?
• - 

  aan de Kamervoorzitter een datumvoorstel voor een plenair debat te doen?

Toelichting

De commissie streefde ernaar alle begrotingswetsvoorstellen (uiterlijk) 18 februari 2025 af te doen.

Bij een eventuele plenaire behandeling van het wetsvoorstel wordt conform artikel 50, derde lid, van het Reglement van Orde de eerste ondertekenaar van het wetsvoorstel uitgenodigd om ter vergadering aanwezig te zijn. Dat is in dit geval de minister van VRO. De commissie kan de Voorzitter verzoeken ook andere bewindslieden dan de eerste ondertekenaar voor de beraadslaging uit te nodigen. In dit geval ligt dat echter niet voor de hand, nu de minister van VRO geen staatssecretaris heeft.

Beslispunten

• - 

  hoe wenst de commissie te oordelen over de status van toezegging T02887?
• - 

  hoe wenst de commissie te oordelen over de status van moties 35925 XIV, H en 35925 XIV, K?
• - 

  kan de commissie instemmen met de ambtelijke voorstellen ten aanzien van de overige moties en toezeggingen?
• - 

  wenst de commissie naar aanleiding van de reactie op het toezeggingenrappel en het motierappel met de minister in overleg te treden?

Toelichting

Bij brief van 23 december 2024 heeft de minister van VRO gereageerd op het toezeggingenrappel en het motierappel van de Kamer. In haar reactie gaat zij in op de status van 59 toezeggingen en 21 moties. In het bijgevoegde ambtelijke memo zijn voorstellen tot al dan niet wijziging van deze status gedaan.

De commissie heeft in haar vergadering van 21 januari jl. de reactie van de minister besproken, alsook de status van een aantal toezeggingen en moties. Bespreking van de status van de overige toezeggingen en moties werd doorgeschoven naar de vergadering van heden.

De commissie heeft reeds een besluit genomen over:

• - 

  de toezeggingen T03368, T03730, T03738 en T03130;
• - 

  de moties 34986, AA, 35578 / 35431, G en 33118 / 34986, FR.

Opnieuw op tafel ligt de vraag of de commissie:

• - 

  toezegging T02887 als voldaan beschouwt of als deels voldaan wenst te blijven beschouwen; het lid Rietkerk (CDA) zou in deze vergadering op deze vraag terugkomen;
• - 

  moties 35925 XIV, H en 35925 XIV, K als niet uitgevoerd wenst te blijven beschouwen en de deadline met een jaar wenst te verschuiven; bespreking werd aangehouden vanwege afwezigheid van indiener Koffeman (PvdD).

Ten aanzien van de overige toezeggingen en moties in het rappel en het ambtelijk memo ligt de vraag op tafel of de commissie de ambtelijke voorstellen wenst te volgen.

Beslispunt

Welke fracties wensen heden inbreng voor schriftelijk overleg te leveren?

Toelichting

Bij brief van 25 september 2024 heeft de minister van VRO de Kamer de tweede vervolgmeting aangeboden van de Monitor Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Het betreft een meting van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in samenwerking met het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KIM), het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Rijksinstituut voor Cultureel Erfgoed (RCE) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). In de monitor reflecteert het PBL op de doelen uit de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) uit 2020 en in hoeverre deze volgens het PBL in bereik zijn, aldus de minister. Zij was voornemens voor het einde van het jaar met een inhoudelijke reactie te komen en heeft vervolgens bij brief van 20 december 2024 de beide Kamers de kabinetsreactie gestuurd.

De commissie besloot in haar vergadering van 15 oktober 2024 de bespreking van de Monitor aan te houden en opnieuw te agenderen na ontvangst van de kabinetsreactie. Op 21 januari 2025 besloot de commissie om heden gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg.

Beslispunt

Welke fracties wensen heden inbreng voor nader schriftelijk overleg te leveren?

Toelichting

De toenmalige minister van BZK heeft op 21 juni 2024 het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving (hierna: Bbl) ten behoeve van het verder aanscherpen van de grenswaarde voor de milieuprestatie van woonfuncties en kantoorfuncties en het regelen van de grenswaarden voor de milieuprestatie voor andere gebruiksfuncties bij de Eerste Kamer voorgehangen. Het ontwerpbesluit is aanvankelijk behandeld in de commissie BIZA. In de vergadering van deze commissie van 10 september jl. is besloten de voorhang te stuiten en inbreng voor schriftelijk overleg te leveren. De minister van VRO is verzocht geen onomkeerbare stappen te nemen alvorens met de commissie van gedachten is gewisseld over het ontwerpbesluit. Op 8 oktober 2024 is aan de minister een brief verstuurd met vragen van de leden van de BBB-fractie, waarbij de leden van de CDA-fractie zich hebben aangesloten.

De minister van VRO heeft op 11 november 2024 een uitstelbericht gestuurd en op 18 december 2024 een inhoudelijke reactie. Inmiddels is de commissie I&W/VRO de behandelende commissie binnen de Eerste Kamer. Deze commissie besloot in haar vergadering van 14 januari 2025 om op 21 januari 2025 gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg en de stuiting van de voorhangtermijn van het ontwerpbesluit vooralsnog te handhaven. In haar vergadering van 21 januari jl. besloot de commissie op verzoek van het lid Van Langen-Visbeek (BBB) de inbrengdatum uit te stellen en heden opnieuw gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg.

Gesprek met de Rli

De commissie heeft op 28 januari jl. een gesprek gehad met de Rli over zijn advies 'Met recht balanceren. Juridisering van de leefomgeving'. Ook leden van de commissies LNV, EZ/KGG, BIZA en J&V konden aan dit gesprek deelnemen. Het gesprek is hier terug te kijken: Verslag van de vergadering van de commissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (I&W/VRO) op 28 januari 2025.

De commissie besloot in haar vergadering van 15 oktober 2024 de regering om een kabinetsreactie te verzoeken op het advies. Deze kabinetsreactie wordt op korte termijn verwacht en zal na ontvangst geagendeerd worden.