2.Dieren in de veehouderij
Brief van de minister van LVVN van 18 februari 2025 (35746/28286/31571/36600 XIV, J)
Beslispunt
-
-Welke fracties wensen heden inbreng te leveren voor schriftleijk overleg naar aanleiding van de brief van de minister van LVVN van 18 februari 2025 (35746/28286/31571/36600 XIV, J)?
Toelichting
-
-In haar brief van dinsdag 18 februari 2025 (35746/28286/31571/36600 XIV, J) gaat de minister van LVVN in op motie 35746, G van het lid Visseren-Hamakers c.s. en op twee toezeggingen (T03843 en T03706) van het lid Visseren-Hamakers (PvdD).
-
-Tijdens de commissievergadering van 4 maart jl. besloot de commissie om heden gelegenheid te geven voor het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg naar aanleiding van de brief van de minister van LVVN van 18 februari 2025.
-
-Voorts besloot de commissie:
-
-de status van de motie Visseren c.s. (35746, G), thans niet uitgevoerd, te handhaven;
-
-de status van toezegging T03843, thans deels voldaan, te handhaven;
-
-de status van toezegging T03706, thans: openstaand / legisprudentie, te handhaven.
-
Inbreng schriftelijk overleg
3.Toezegging T03947 - Informeren voortgang van de ontwikkeling van de mestproductie
Brief van de minister van LVVN van 6 maart 2025 (36618, J)
Beslispunten
-
-Kan de status van toezegging T03947 (thans: openstaand) met de brief van 6 maart 2025 (36618, J) worden gewijzigd in voldaan?
-
-Geeft de brief van 6 maart 2025 aanleiding tot schriftelijk overleg of wenst de commissie de brief voor kennisgeving aan te nemen?
Toelichting
-
-Tijdens de behandeling van de wet tot wijziging van de Meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie (36618) op 12 november 2024, heeft de minister van LVVN toegezegd de Kamer te informeren over de voortgang van de ontwikkeling van de mestproductie (T03947 - Van der Goot (OPNL) en Prins (CDA)).
-
-Met de brief van 6 maart 2025 (36618, J) doet de minister deze toezegging gestand en beschouwt zij deze toezegging als voldaan.
Bespreking brief en status toezegging
4.T03811 - Doorverwijzing minister LNV Wet dieren in verhouding tot landelijke beëindigingsregelingen
Verslag schriftelijk overleg (36600 XIV, N)
Beslispunten
-
-Wenst de commissie naar aanleiding van het gevoerde schriftelijk overleg (36600 XIV, N) de status van toezegging T03811 te wijzigen (thans: openstaand)?
-
-Geeft het verslag schriftelijk overleg aanleiding tot nader schriftelijk overleg of wenst de commissie het verslag voor kennisgeving aan te nemen?
Toelichting
-
-De commissie LNV heeft naar aanleiding van de brief van 5 december 2024 (36600 XIV, D), waarin de minister van LVVN heeft gereageerd op het halfjaarlijks motie- en toezeggingenrappel bij brief van 14 januari 2025 aan de minister van LVVN aandacht gevraagd voor de toezeggingen T03841 en T03811. Ten aanzien van eerstgenoemde toezegging is op 27 januari een reactie ontvangen (36600 XIV, I) die is besproken in de commissievergadering van 4 februari jl. Thans ligt voor een nadere reactie op T03811 - Visseren-Hamakers (PvdD).
-
-In haar reactie op het toezeggingenrappel gaf de minister aan dat toezegging T03811 zou zijn afgedaan met een de brief van 22 jujli 2024 (36410 XIV/28286, M). Vervolgens heeft de commissie op 14 januari concreet aangegeven op welke informatie zij nog zit te wachten voordat deze toezegging als afgedaan kan worden beschouwd.
-
-In de nu voorliggende nadere reactie van 10 maart 2025 (36600 XIV, N) merkt de minister het volgende op.
(a) Het is een voorwaarde voor het door de Europese Commissie als geoorloofde staatssteun aangemerkte steunkader dat de begunstigde dezelfde activiteit niet opnieuw zal beginnen op een andere plaats. Hiermee wordt geborgd dat de betrokken productiecapaciteit definitief en onherroepelijk sluit.
(b) Aan een herinvestering kunnen geen extra eisen gesteld worden ten aanzien van duurzaamheid en dierenwelzijn. Op grond van de landelijke beëindigingsregelingen is dat voor een veehouder die gebruik maakt van de herinvesteringsreserve (HIR) om een nieuwe veehouderijlocatie te starten niet mogelijk. Evenmin kan dit op grond van de voorwaarden van de HIR (artikel 3.54 Wet Inkomstenbelasting 2001). Deze voorwaarden zijn volgens de brief niet specifiek op landbouwondernemingen gericht, maar toepasbaar voor alle soorten ondernemingen. Het investeren in bovenwettelijke duurzaamheids- en dierenwelzijnseisen wordt wel gestimuleerd via belastingvoordelen op basis van de regelingen Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil).
Bespreking verslag schriftelijk overleg en status toezegging
5.Toezegging T02664 - Toesturen onderzoeken ten aanzien van fijnstof en ammoniak
Brief van de ministers van LVVN en VWS van 7 maart 2025 over het aanbieden van het onderzoek 'Veehouderij en gezondheid omwonenden' - VGO-III (28973/29683, O)
Beslispunten
-
-Deelt de commissie de opvatting van de beide bewindslieden dat met de aanbieding van het VGO-III rapport toezegging T02664 kan worden aangemerkt als voldaan?
-
-Wenst u nog schriftelijk overleg te voeren over de brief van 7 maart 2025 (28973/29683, O) of wenst u deze brief voor kennisgeving aan te nemen?
Toelichting
-
-De toenmalige minister van LNV heeft in december 2018 toegezegd (T02664 - Binnema (GroenLinks)) de Kamer de onderzoeken ten aanzien van fijnstof en ammoniak te doen toekomen op het moment dat die er liggen. De Kamer heeft de afgelopen jaren diverse (voortgangs)onderzoeken ontvangen en de toezegging is in verband daarmee als legisprudentie aangemerkt.
-
-Het onderzoek is nu afgerond en het eindrapport is met de brief van 7 maart 2025 aan de Kamer aangeboden.
-
-Voor het nemen van een besluit over een vervolgaanpak op het VGO-III rapport is volgens de ministers van LVVN en VWS verdere duiding nodig van het gezondheidseffect. Daarom vragen zij de Gezondheidsraad om advies.
-
-Beide bewindslieden beschouwen met het aanbieden van het VGO-III rapport toezegging T02664 als voldaan.
-
-Ter informatie opgenomen : Beantwoording Tweede Kamervragen over Veehouderij en Gezondheid Omwonenden (VGO-III), brief ministers LVVN en VWS 14 maart 2025.
Bespreking brief
6.SWD(2025)50
Evaluatie van de kaderrichtlijn mariene strategie (Richtlijn 2008/56/EG)
Beslispunt
-
-Wenst de commissie deze evaluatie in behandeling te nemen?
Toelichting
-
-De uit twee delen bestaande evaluatie van de Kaderrichtlijn mariene strategie is op 6 maart 2025 door de Europese Commissie gepubliceerd.
-
-Deze evaluatie is in 2024 als prioritair aangemerkt (punt 28 van het Europees Werkprogramma van de Eerste Kamer voor het parlementaire jaar 2023/2024).
-
-Het betreft een pubicatie van niet-wetgevende aard.
Procedure
7.Mededelingen en informatie
A - Activiteiten commissie LNV
-
-Dinsdag 25 maart 2025, 17:00 - 18:00 uur (commissiekamer 1): Gesprek met Wetenschappelijke Klimaatraad (WKR) over 'Boeren in een veranderend klimaat '.
-
-Dinsdag 1 april 2025, 17:00 - 18:30 uur (commissiekamer 1): Technische briefing door WUR, Pbl en NVWA n.a.v. Evaluatie Meststoffenwet 2024 (33037, AX).
B - Wettelijke evaluatie Skal Biocontrole
Met de brief van 3 maart 2025 (EK 25268, AC) heeft de staatssecretaris van LVVN de Kamer het vijfjaarlijks evaluatieverslag aangeboden over de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het functioneren van stichting Skal Biocontrole (hierna: Skal). Dit periodiek evaluatieonderzoek vindt plaats op grond van artikel 39, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen. Skal is een privaatrechtelijk zbo en is verantwoordelijk voor de certificering, het toezicht op en handhaving van het gebruik van het biologisch keurmerk, de controle op biologische import en overige handelingen die noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering van de bio-verordening en samenhangende nationale en Europese wet- en regelgeving.
C - Emissieramingen luchtverontreinigende stoffen 2025
Het Planbureau voor de leefomgeving heeft op 6 maart 2025 de Emissieramingen luchtverontreinigende stoffen 2025, Rapportage bij de Klimaat- en Energieverkenning 2024, gepubliceerd. Uit de rapportage van Pbl, RIVM, TNO en WUR blijkt dat de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen de afgelopen decennia sterk is gedaald en naar verwachting de komende jaren zal blijven dalen. Daarmee is de kans vergroot dat de Europese emissiedoelen voor de luchtverontreinigende stoffen in 2030 worden gehaald. Ondanks een forse verwachte daling van de ammoniakuitstoot – onder meer door het vervallen van de derogatie – liggen volgens deze rapportage wettelijke nationale doelen voor stikstofdepositie op natuur buiten bereik.
Signaleringen Tweede Kamer documenten:
D - Voortgang Nationaal Kennisprogramma Stikstof (NKS) 2024
Per brief van 11 maart 2025 (TK 35334, 354) heeft de minister van LVVN de Tweede Kamer geïnformeerd over de Voortgang van het Nationaal Kennisprogramma Stikstof 2024.
E - Voortgang van diverse onderwerpen van het mestbeleid
Met de brief van de minister van LVVN van 7 maart 2025 (TK 33037, 586) is de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van diverse onderwerpen met betrekking tot het mestbeleid. Het betreft een aantal onderwerpen van de aanpak mestmarkt (zie ook brief van 13 september 2024: TK 33037, 559), namelijk het vergroten van de exportmogelijkheden, het voerspoor, het onderzoek naar de transparantie van de mestmarkt, het protocol gasvormige verliezen stikstof, het verwerken van dierlijke mest in potgrond, RENURE en het zogeheten weegmoment met betrekking tot de wetswijziging in verband met de verlaging van de mestproductieplafonds. Daarnaast bevat de brief informatie over de voortgang van de internetconsultatie voor de vrijstellingsregeling bovengronds aanwenden van runderdrijfmest, een rapport over de toekomst van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) en de motie van het TK-lid Nijhof-Leeuw inzake het gebruik van dierlijke mest in de tuinbouw- en akkerbouwsectoren (TK 33037, 577).
Tevens bevat de brief een aankondiging van een voorhang in verband met verlenging van de Vrijstellingsregeling bovengronds aanwenden runderdrijfmest 2019-2023 . Die regeling is met ingang van 1 januari 2024 vervallen. De internetconsultatie van de verlengingsregeling loopt tot 24 maart 2025. De voorgestelde verlengingsregelgeving zal niet voor de start van het huidige uitrijdseizoen gereed zijn en daarom is voorzien in inwerkingtreding met terugwerkende kracht.
Op 12 maart 2025 vond in de Tweede Kamer een commissiedebat met de minister van LVVN plaats over het mestbeleid, waar ook bovenstaande brief werd behandeld. U kunt dit terugkijken via debatdirect.
F - Uitwerking voorstel zuivelsector voor extensivering melkveehouderij
In verband met het debat mestbeleid van 12 maart jl. heeft de minister van LVVN de Tweede Kamer op 11 maart 2025 per brief (TK 28973, 260 → opgenomen als bijlage) geïnformeerd over de uitwerking van een voorstel van de de zuivelsector voor extensivering van de melkveehouderij. De brief verwijst naar de motie Van Campen c.s. (TK 33037, 574), waarin de regering wordt verzocht om de voorstellen van de sector voor de extensivering in de melkveehouderij vóór 1 maart binnen de budgettaire kaders verder uit te werken tot een subsidieregeling.
G - Stand van zaken routekaart grondgebondenheid melkveehouderij
In vervolg op haar brief van 6 november 2024 (TK 33037, 562), waarin zij de Tweede Kamer heeft geïnformeerd over de routekaart om te komen tot beleidskeuzes over grondgebondenheid in de melkveehouderij in 2032, heeft de minister van LVVN de Tweede Kamer op 7 maart 2025 een brief gestuurd (TK 30252, 190) met informatie over stap 1 en stap 2.
H - Voorstel Europese Commissie aanpassing beschermde status wolf - COM(2025) 106
De staatssecretaris van LVVN heeft de Tweede Kamer op 7 maart 2025 per brief (TK 33576, 419 → opgenomen als bijlage) geïnformeerd over een voorstel van de Europese Commissie voor het aanpassen van de Habitatrichtlijn (→ voorstel ook opgenomen in wekelijks overzicht nieuwe Europese voorstellen). In dit voorstel wordt de beschermde status verlaagd door de wolf te verplaatsen van Bijlage IV naar Bijlage V bij de Habitatrichtlijn. Hiermee wordt de beschermde status van de wolf onder de Habitatrichtlijn in lijn gebracht met het aangepaste Verdrag van Bern. De aanpassing van de beschermde status van de wolf van “strikt beschermd” naar “beschermd” onder het Verdrag van Bern is op 7 maart jl. in werking getreden.
8.Rondvraag
9.Ter herinnering: openstaande correspondentie en wetgevingsverslagen commissie LNV
-
-Hieronder is een overzicht van de openstaande correspondentie weergegeven (dit betreft brieven en wetgevingsverslagen).
-
-Een overzicht van wetsvoorstellen die bij de commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in (schriftelijke) behandeling zijn, is via deze LINK te raadplegen.
-
-Een overzicht van LNV-wetsvoorstellen in behandeling bij de Tweede Kamer is te raadplegen via deze LINK.
Overzicht openstaande correspondentie en wetgevingsverslagen |
|||
---|---|---|---|
Verzonden |
Onderwerp + link |
Reactietermijn |
Toelichting |
CORRESPONDENTIE: |
|||
2025-03-05 |
SO - Tiende Voortgangsrapportage Natuur (VRN); Link brief: 33576 |
2025-03-28 |
|
2025-01-28 |
NSO - Toezegging T03843 c.a.; Link brief: 36410 XIV/28286 |
2025-02-27 |
Ambtelijk gerappelleerd |
WETGEVING: |
|||
Er zijn momenteel geen openstaande verslagen. |
|||
2025-03-14 |