E040201 - Voorstel voor een verordening betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling
In het kader van de nieuwe financiële perspectieven (2007 - 2013) dient de Commissie een voorstel in voor een verordening inzake het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Onderhavige verordening dient ter vervanging van de huidige verordening inzake het EFRO en valt onder het cohesiebeleid van de EU.
Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.
Europees
Verordening (EG) nr. 1080/2006 werd op 5 juli 2006 door de Raad en het Europees Parlement ondertekend en gepubliceerd in Pb EU L210 d.d. 31 juli 2006.
document Europese Commissie
COM(2004)495, d.d. 14 juli 2004
commissies Eerste Kamer
beleidsterreinen
verwant dossier
De commissie Europese samenwerkingsorganisaties heeft in haar vergadering d.d. 7 december 2004 besloten het onderhavige voorstel onder de aandacht te brengen van de commissies van Economische Zaken, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Financiën.
Op 14 december 2004 is is het onderhavige voorstel geagendeerd in een commissievergadering met de commissies voor Economische Zaken, Financiën en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit alwaar besloten is dit voorstel ter kennisgeving aan te nemen.
De toetsing aan het subsidiariteitsbeginsel is in fiche 10 positief t.a.v. de doelstellingen van 'Convergentie' en 'Europese territoriale samenwerking'. De regering zet echter twijfels bij de subsidiariteit t.a.v. de doelstelling van 'Regionale concurrentievermogen en werkgelegenheid'. De toetsing aan proportionaliteit is positief. De regering is van mening dat de voorgestelde implementatietermijn haalbaar is, tenzij de Commissie met eventuele aanvullende verordeningen komt.
De Nederlandse inzet voor de nieuwe Financiële Perspectieven is leidend voor haar standpunt t.a.v. het EFRO. De Commissie streeft een betere aansluiting van het cohesiebeleid op de Lissabon-strategie na, met name in het kader van de tweede doelstelling (Regionale concurrentievermogen en werkgelegenheid).
De regering is het niet eens met de Commissievoorstellen om in het kader van deze tweede doelstelling middelen in te zetten in relatief welvarende regio's; dit zou niet overeenstemmen met het Nederlandse standpunt inzake het cohesiebeleid. De regering stelt dat "mocht de Raad besluiten deze doelstelling te handhaven en daaronder middelen te verstrekken aan rijke lidstaten, is een aanscherping van de thematiek op de Lissabon doelstellingen gewenst".
In het kader van de nieuwe financiële perspectieven (2007 - 2013) dient de Commissie een voorstel in voor een verordening inzake het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Onderhavige verordening dient ter vervanging van de huidige verordening inzake het EFRO en valt onder het cohesiebeleid van de EU.
Het EFRO zal bijdragen leveren aan productieve investeringen, infrastructuur, bepaalde ontwikkelingsprojecten en technische ondersteuning, met als doel de economische, sociale en ruimtelijke cohesie te stimuleren. Het fonds is gericht op een drietal prioritaire doelstellingen:
-
-
-
1.Convergentie
-
-
-
-
2.Regionale concurrentievermogen en werkgelegenheid
-
-
-
-
3.Europese territoriale samenwerking
-
1. Convergentie
Binnen dit thema zal het EFRO gericht zijn op projecten met doelstellingen gericht op de modernisering en diversificatie van regionale economische structuren. Concreet zullen middelen met name gericht worden op onderzoek en technologische ontwikkeling, het milieu, het MKB, risicobestrijding, toerisme, en investeringen op het gebied van toerisme, transport, energie, onderwijs, gezondheid.
2. Regionale concurrentievermogen en werkgelegenheid
Binnen dit thema zal het EFRO gericht zijn op innovatie en de kenniseconomie, milieu en risicopreventie en toegang tot transport en telecommunicatiediensten.
3. Europese territoriale samenwerking
Binnen dit thema zal het EFRO gericht zijn op de ontwikkeling van grensoverschrijdende economische en sociale projecten, ontwikkeling van transnationale samenwerking en het stimuleren van netwerken tussen regionale en lokale autoriteiten.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.