Indien de commissie meent dat de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende is voorbereid, kan een debat plaatsvinden. Wijzigingen of verbeteringen (amendementen) kunnen in deze fase niet meer worden voorgesteld. De Eerste Kamer kan het voorstel alleen aannemen of verwerpen.
De openbare behandeling vindt plaats in twee rondes (termijnen). In de eerste termijn spreken eerst de betrokken Kamerleden. Zij doen dit namens hun fractie.
Daarna antwoordt de bewindspersoon die het wetsvoorstel verdedigt of, als het om een initiatiefvoorstel gaat, de Tweede Kamerleden die het wetsvoorstel hebben ingediend.
De leden geven met oog op de vergaderorde tevoren op hoeveel tijd ze denken te gaan spreken. De Eerste Kamer kent echter geen spreektijdbeperking.
Gebruikelijk is dat er een tweede termijn plaatsvindt. Ook daarin komen weer eerst de leden aan het woord en daarna de indieners van het wetsvoorstel.
De tweede termijn van de Eerste Kamerleden heet repliek, die van de indieners van het voorstel dupliek.