De regering antwoordt op vragen die in een (voorlopig) verslag van een Eerste Kamercommissie worden gemaakt in de memorie van antwoord. De memorie van antwoord wordt voorbereid door ambtenaren van één of meer ministeries.
De snelheid waarmee die beantwoording plaatsvindt, verschilt per wetsvoorstel. Uiteraard is van groot belang hoeveel vragen er zijn gesteld, hoe ingewikkeld de materie is en hoeveel politiek 'gevoelige' onderwerpen een rol spelen. Veelal vragen commissies om een reactie binnen vier weken.
Als er bij de beantwoording meerdere ministeries betrokken zijn, kan dat tot vertraging leiden.