De ervaring leert dat de dag van de verkiezingen in je gevoel de langste dag van het jaar is. Nog beduusd van een wervelende campagne met hectische buurtbezoeken, felle TV-debatten en verrassende opiniepeilingen, daalt de rust van de woensdagochtend op je neer als een watten deken. Uitslapen is er niet bij want je hoofd loopt nog om van het laatste rumoerige lijsttrekkersdebat en de woordenstroom van Freek de Jonge die daar op volgde totdat ik uitgeput in slaap viel.
Als ik al om 7 uur de kranten uit de bus haal tref ik de flyer aan van Wouter Bos die ik zelf in de afgelopen weken bij duizenden heb uitgedeeld: op markten, pleinen, winkelstraten, in stations en warenhuizen, ijs en weder dienende. Ik ga al vroeg stemmen, maar dat is zo gebeurd. Zweven doe ik niet. Ik besluit dat deze tergend langzaam verlopende dag zich bij uitstek leent om nu eindelijk de beloofde column te schrijven voor de website van de Eerste Kamer. Er is alleen één probleem: waarover zou die moeten gaan? Ongetwijfeld beleven we vandaag weer een historische dag, dus de datum is geen probleem, maar de uitslag van de verkiezingen kennen we nog niet. De dag is nog zonder nieuws.
Ik besluit het er toch maar op te wagen. Waarom zou je op zo'n druilerige ochtend (ook dat nog) niet mogen speculeren? Niet op de uitslag zelf dat heeft natuurlijk geen enkele zin maar wel op het feit dat er een groot verschil zal zijn tussen deze en de volgende uitslag. Alhoewel waarschijnlijk niet zo groot als tussen deze en de vorige.
Daar zijn vele redenen voor aan te geven. De kiezer wordt met de dag grilliger. Het aantal zwevers neemt alleen maar toe. Men stemt meer op personen dan op partijen. En men stemt "strategisch". Deze verkiezingen stonden, wat ook de uitslag zal zijn, meer en meer in het teken van de machtsvraag. Komt er een kabinet-Balkenende II, of komt er een kabinet Bos/Cohen (tja, hoe moet je zo'n kabinet eigenlijk noemen?)
Eén ding is zeker: de volgende verkiezingen zullen niet in het teken van "de" machtsvraag staan: het zijn namelijk Statenverkiezingen (op 11 maart om precies te zijn). Hoe dan ook is de opkomst dan altijd een stuk lager. Daar komt nu nog bij dat de mensen, met twee Kamerverkiezingen op rij, murw gestemd zijn. De Statenverkiezingen hebben een eigen dynamiek (of gebrek daaraan). De grote smaakmakers van vandaag doen dan niet mee. De provinciale lijsttrekkers spetteren per definitie niet van het scherm. Kiezers die nu de partij van hun voorkeur vanwege de machtsvraag maar even hebben laten zitten zullen dan weer hun hart laten spreken. De verliezers van vandaag zijn als dat waar is de winnaars van morgen.
Zo'n discongruente uitslag kan in ons tweekamerstelsel grote gevolgen hebben voor de politieke verhoudingen in dit land. Iedereen spreekt vandaag over de noodzaak van een stabiele regering en wie weet maakt de uitslag van vanavond de vorming van zo'n meerderheidskabinet ook mogelijk. Een kabinet dat, zoals het in ons formatiejargon heet, kan rekenen op een vruchtbare samenwerking met de Tweede Kamer. Maar zal dat kabinet ook kunnen rekenen op een vruchtbare samenwerking met de Eerste Kamer als zich daar andere politieke verhoudingen aftekenen?
In andere landen met een tweekamerstelsel komt het wel vaker voor dat de samenstelling van de vertegenwoordigende organen niet met elkaar sporen. Dat leidt dan niet zelden tot onwerkbare situaties. In Nederland geldt het staatkundig adagium dat het politieke primaat berust bij de Tweede Kamer die, anders dan de Eerste, direct is gekozen. In de Eerste Kamer geldt een traditie van terughoudendheid als het om politieke confrontaties gaat. Een nacht zoals die van Wiegel is een spaarzaam verschijnsel. Toch moet ik nog zien of die traditie stand houdt als de Eerste Kamer straks echt in staat zou zijn een behoorlijke hindermacht uit te oefenen. Het politieke bloed kruipt nu eenmaal waar het niet gaan kan.
Daar komt nog bij dat in de Tweede Kamer, wat er ook voor een kabinet komt, het dualisme weer in ere zal worden hersteld. Als de Eerste Kamer daar nog op gezette tijden een eigen geluid aan toevoegt ontstaat er een vorm van trialisme. Stabiliteit wordt dan een betrekkelijk begrip. We gaan nog spannende tijden tegemoet.
Er is, ook nadat ik deze regels geschreven heb, nog een lange dag te gaan. Wie er vanavond ook als premier uit de bus komt, hem wacht een uiterst moeilijke taak. Dat is het enige wat wij misschien wel zeker weten op deze weifelmoedige woensdagochtend van 22 januari, een dag die nog lang zal duren.
Deze column is op persoonlijke titel geschreven