De Eerste Kamer wil in de toekomst niet meer instemmen met wetsvoorstellen waarvan al van tevoren vaststaat dat zij niet goed uitgevoerd kunnen worden. Door met algemene stemmen twee moties aan te nemen heeft de Eerste Kamer dinsdag de regering de pin op de neus gezet: wetsvoorstellen moeten uitvoerbaar zijn.
Om dit te bereiken vraagt de Eerste Kamer in een motie-Van Thijn (PvdA) c.s. om al in de eerste fase van het wetgevingsproces direct betrokkenen bij de uitvoering te horen en hun bevindingen en de reactie van de regering daarop in een aparte bijlage aan elke memorie van toelichting toe te voegen.
In een motie-Bemelmans-Videc (CDA) c.s. doet de Eerste Kamer er nog een schepje bovenop. De regering dient te bevorderen dat inspecties en andere toezichtsorganen de maatschappelijke effectiviteit met name in kwalitatieve zin tot speerpunt maken van hun onderzoek- en handhavingsactiviteiten.
De Eerste Kamer kwam tot deze opmerkelijke uitspraken na een debat over het rapport van de Algemene Rekenkamer Tussen beleid en uitvoering, waarin 29 wetten onder de loep zijn genomen. De bevindingen van de Rekenkamer waren in de ogen van alle fracties in de Eerste Kamer zo alarmerend dat vanaf nu alles op alles gezet moet worden om tot beter uitvoerbare wetten te komen.
Deel dit item: