De Eerste Kamer heeft dinsdag 28 juni 2005 ingestemd met een verhoging van subsidie aan gevestigde politieke partijen. Voor het eerst gaan ook de ledentallen meewegen bij het bepalen van de hoogte van de subsidie. Tot nu toe is alleen het aantal zetels in de Tweede Kamer beslissend. De SP-fractie liet aantekenen tegen het voorstel te zijn. Woordvoerder Van Raak van de SP vond een verhoging met 50% teveel.
Net als de SP had ook de PvdA liever eerst een fundamentele discussie gevoerd over de rol van politieke partijen en hun financiering. PvdA-woordvoerder mevrouw Meindertsma verklaarde dat haar fractie 'met moeite' voor de verhoging van de subsidie stemt. Liever had zij eerst 'discussie en dan geld' gehad in plaats van zoals nu geschiedt 'eerst geld en dan discussie'.
Er komt dit najaar een studieconferentie over het onderwerp politieke partijen en politieke vernieuwing. De partijendemocratie zoals die nu bestaat komt dan aan de orde in relatie tot de personendemocratie die bijvoorbeeld een partij als D66 voor wenselijk houdt.
Minister Remkes (VVD, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) gaat deze conferentie organiseren. Hij nodigt daarvoor mensen uit politieke partijen uit, maar ook uit wetenschap en journalistiek. Remkes: "Er is natuurlijk wel iets aan de hand nu de ledentallen van de meeste politieke partijen teruglopen. Daarom wil ik mij ook als minister oriënteren over de eisen die in de toekomst aan politieke partijen worden gesteld en in relatie daarmee aan de financiering van politieke partijen".
Vooruitlopend op de uitkomsten van de conferentie werkt de regering al aan een wetsvoorstel dat handelt over subsidie aan nieuwe partijen en de controle op de financiën van oude en nieuwe partijen. Zo wordt gedacht aan een verlaging van de drempel voor het openbaar maken van giften van bedrijven en natuurlijke personen, het stellen van een plafond aan de bijdrage die een persoon of rechtspersoon per jaar aan een politieke partij kan geven, een periodieke weergave van de inkomsten van politieke partijen, openbaarmakingsvereisten van neveninstellingen en aan politieke partijen gelieerde stichtingen en het invoeren van sancties op het niet-naleving van openbaarmakingsvoorschriften. Ook denkt Remkes aan de oprichting van een onafhankelijk orgaan dat wordt belast met het toezicht op de financiering van politieke partijen.
Senator Dölle (CDA) kreeg de verzekering van minister Remkes dat de regering niet werkt aan een wet op de politieke partijen, zoals bijvoorbeeld Duitsland wel kent. Ook voor D66-senator Engels was de gedachte aan zo'n wet 'een gruwel'. GroenLinks-woordvoerder Platvoet vond het maar vreemd dat de overheid bij subsidiering allerlei eisen stelt aan organisaties, maar bij de subsidiering van politieke partijen juist zeer terughoudend is.
Senator Holdijk van de SGP, die mede namens de ChristenUnie sprak, vond subsidie van de overheid de 'next-best-oplossing'. Beter zou het volgens Holdijk zijn als de politieke partijen financieel geheel onafhankelijk kunnen opereren. Namens de Onafhankelijke Senaatsfractie bepleitte Ten Hoeve subsidiering van koepels van lokale partijen, maar minister Remkes vond dat een zaak van de lokale overheden. VVD-woordvoerder Van Heukelum kreeg van Remkes de verzekering dat met de jongste verhoging van de subsidie in deze kabinetsperiode de grens is bereikt. "Maar ik weet natuurlijk niet wat er over tien jaar zal gebeuren", zei de minister.
Deel dit item: