Senaat eist van minister Pechtold duidelijkheid over Antillen



Een zeer eensgezinde Eerste Kamer eist van de regering hom of kuit over de toekomst van de Nederlandse Antillen en Aruba. Alle fracties hebben daartoe een motie (EK 30.300 IV, B) ondertekend die namens de woordvoerders is ingediend door senator Schuurman (ChristenUnie) en waarin om een nieuw Statuut voor het Koninkrijk wordt gevraagd. De motie zegt dat de uitslagen van de referenda op de eilanden van de Antillen en de daaruit voortvloeiende wijziging van de staatkundige verhoudingen aanleiding geven tot bijstelling van het Statuut van het Koninkrijk, dat dateert uit 1954. Door middel van dit Statuut beëindigde Nederland destijds de koloniale verhouding met de Antillen en kregen de eilanden autonomie. De Eerste Kamer vindt nu dat nieuwe staatkundige verhoudingen binnen het Koninkrijk moeten leiden tot een nieuwe definitie van de begrippen Koninkrijk en de relaties binnen dat Koninkrijk. In het bijzonder denkt de Eerste Kamer aan nadere invulling van cruciale Koninkrijkstaken zoals rechtshandhaving, effectief financieel toezicht en deugdelijk bestuur. De senaat vindt dat de invulling van de cruciale Koninkrijkstaken 'als voorwaarde onlosmakelijk is verbonden met de beoogde schuldsanering'. Het gaat hier om een schuld van 2,4 miljard euro bij de sanering waarvan Nederland de helpende hand wil bieden. Al op de rondetafelconferentie in het voorjaar 2006 wil de Eerste Kamer van een regering een voorstel voor een nieuw Statuut zien.

Tijdens het debat over de begroting dinsdag 14 februari kreeg minister Pechtold het zwaar te verduren. De reactie van de minister op de kamerbrede motie wekte enige wrevel in de senaat. Over de motie-Schuurman wordt 21 februari gestemd. Ook de stemming over de begroting voor Koninkrijksrelaties zal pas op 21 februari 2006 plaatsvinden.

In grote eensgezindheid heeft de Eerste Kamer minister Pechtold bij het debat over de begroting van Koninkrijksrelaties de wacht aangezegd. De senaat eiste duidelijkheid over de opstelling van de Nederlandse regering tegenover de Antillen en Aruba. De minister moet duidelijk maken hoe de regering de grote problemen met Antilliaanse jongeren, de armoede en de criminaliteit denkt aan te pakken. Ook moet hij zeggen of handhaving van een band binnen het Koninkrijk mogelijk is. Verder moet hij van de senaat klip en klaar zeggen dat Nederland niet de ruim drie miljard euro aan schulden in de Overzeese gebieden volledig voor zijn rekening zal nemen.

Zowel regeringspartijen als oppositiepartijen verwierpen het jarenlang gevoerde beleid van 'pappen en nathouden'. Na de referenda, waarbij Curaçao en Sint Maarten kozen voor een soortgelijke status aparte als Aruba al sinds 1986 heeft en de andere eilanden (Bonaire, Saba en Sint Eustatius) voor de status van 'Koninkrijkseiland', eiste de Eerste Kamer nu van minister Pechtold een Nederlandse visie op de toekomstige staatkundige relaties met de Antillen en Aruba. Daarbij was de leidraad dat niet in de eerste plaats andere bestuurlijke verhoudingen de problemen zullen oplossen.

Met instemming werd een lezing aangehaald van minister Donner (CDA, justitie) in januari voor de Universiteit van de Nederlandse Antillen. Donner zei daarin dat een grotere autonomie voor de afzonderlijke eilanden alleen maar kan als tegelijkertijd de rol van het Koninkrijk groter wordt. Die rol zou vooral op de terreinen rechtshandhaving en rechtspleging versterkt moeten worden.

De woordvoerders van regeringspartijen CDA en VVD en oppositiepartij PvdA waren opmerkelijk eensgezind. Een status aparte voor Sint Maarten, met 32.000 inwoners even groot als de gemeente Bussum of Sneek, wezen zij af. Alleen Curaçao met 150.000 inwoners, maar ook met een schuld van een miljard euro, zou eventueel zo'n status kunnen krijgen.

De hoofdvraag voor de woordvoerders van de drie grootste partijen in de senaat was evenwel welke rol het Koninkrijk als zodanig na een halve eeuw Statuut kan of moet spelen. Mevrouw Linthorst (PvdA) zei dat de eilanden zo snel mogelijk van elkaar af willen. Zij kiezen weliswaar voor een toekomst binnen het Koninkrijk, maar zij kiezen niet voor elkaar. Het is ieder voor zich en Nederland voor ons allen. Overigens vond mevrouw Linthorst dat het Koninkrijksgevoel ook in Nederland zelf niet erg leeft. Zij wees erop dat de Antillen voor de zorgverzekering geldt als buitenland. Als het Koninkrijk echt zou leven zouden we ons moeten schamen voor de armoede op de Antillen. Er zijn bijvoorbeeld situaties op het gebied van huisvesting die je in een ontwikkelingsland kunt verwachten, maar die in een land dat tot het Koninkrijk der Nederlanden behoort niet zouden mogen voorkomen.

De migratie van grote groepen Antilliaanse jongeren naar Nederland noemde zij onwenselijk. Effectiever dan het instellen van een toelatingsregeling zou het volgens mevrouw Linthorst zijn om perspectief te bieden voor jongeren op de Antillen zelf. Ze komen hier niet naar toe omdat het hier zo lekker koud is, zei zij.

CDA-woordvoerder Lemstra stelde vast dat er langzamerhand sprake is van een bestuurlijk en politiek onvermogen om de specifieke problemen onder ogen te zien en op te lossen. Volgens Lemstra verdoezelt het Statuut de feitelijke situatie. Het is een façade voor politieke correctheid, waardoor het onderlinge verkeer tussen de landen van het Koninkrijk krampachtig wordt, oordeelde de CDA-woordvoerder. Senator Lemstra hield minister Pechtold een reeks conclusies voor. Het moet in de toekomst onmogelijk zijn dat de eilanden weer zulke hoge schulden opbouwen. Het Koninkrijk moet een zwaarder accent krijgen met meer bevoegdheden. Zo dient de rechtsorde op Koninkrijksniveau geregeld te worden. De rechtsspraak wordt een aangelegenheid van het Koninkrijk. Er komt een onafhankelijke raad voor het Koninkrijk voor de rechtshandhaving. Een nieuwe raad van toezicht moet de financiële huishouding op orde houden, waarbij de rijksministerraad eilanden eventueel onder curatele kan stellen. Er komt een norm voor deugdelijk bestuur.

Senator Van Heukelum zei namens de VVD dat het er sinds de toekomstconferentie in 1993 niet beter op is geworden. Van Heukelum: De problemen op de Antillen zijn groot, heel groot. En dat niet alleen op financieel gebied. De problemen op het gebied van armoede, onderwijs, jeugdwerkloosheid, drugsgebruik en criminaliteit zijn navenant. De VVD-senator vroeg zich af of er überhaupt nog wel een toekomst is voor het Koninkrijk. Hij hekelde de terughoudende opstelling van minister Pechtold. Van Heukelum wees erop dat de minister regelmatig de Antillen bezoekt en daar bespreking op bespreking heeft. Maar het is ons volstrekt onduidelijk waar hij uit wil komen. Wij roepen de minister dan ook met klem op die duidelijkheid thans te verschaffen, zei de VVD-senator. Zijn CDA-collega Lemstra: De minister krijgt de kans staatsrecht te schrijven. Minister, ga iets doen!

Ook de andere sprekers in het debat over de begroting 2006 van Koninkrijksrelaties spoorden minister Pechtold aan tot daden. Senator Van Raak (SP), die ook sprak namens de fractie van GroenLinks, vroeg een visie van de minister. Volgens hem zouden eerst de financiële, sociaal-economische en veiligheidsproblemen moeten worden opgelost, voordat de staatkundige veranderingen aan bod komen. Van Raak wees erop dat de jeugdwerkloosheid op Curaçao 44 procent bedraagt.

Senator Schouw (D66) vond dat de problemen op de Antillen niet alleen aan Nederland of de Nederlandse minister voor Koninkrijksrelaties zijn te wijten. Volgens hem staat Nederland als gevolg van het Statuut 'met gebonden handen'. Namens de fracties van ChristenUnie en Staatkundig Gereformeerde Partij wees senator Schuurman op de ononderhandelbare status aparte van Aruba. Hij kreeg van minister Pechtold te horen dat ook Aruba zich in eventuele nieuwe afspraken moet voegen. Senator Ten Hoeve van de Onafhankelijke Senaatsfracties was het meest positief over de Antillen. Hij oordeelde dat de gedachten in Nederland wel erg eenzijdig zijn gekleurd door de in korte tijd fors opgelopen financiële tekorten en dat de autonomie daarom nooit meer zo groot mag zijn dat zoiets weer kan gebeuren. Hessing, de enige senator van de Lijst Pim Fortuyn, sloot zich bij alle sprekers aan en vroeg aan minister Pechtold of premier Balkenende hem voluit steunt. De voorgangers van onze huidige premier zijn door waarschijnlijk te weinig interesse in dit dossier in hoge mate verantwoordelijk voor de huidige stand van zaken, zei Hessing.

Minister Pechtold was in zijn beantwoording in eerste termijn terughoudend met het oog op de komende Ronde Tafelconferentie op 28 maart. Hij wees er wel op het als een positief punt te beschouwen dat alle zes eilanden op een of andere manier binnen het Koninkrijk willen blijven. In de onderhandelingen over de vorm waarin dat kan, wil Pechtold in de komende anderhalf jaar 'onomkeerbare stappen' zetten. Ik weet waar ik namens Nederland naar toe wil. Goede afspraken over de financiën, over een robuuste rechtsorde en over goed bestuur. Dat vind ik nodig om de Antilliaanse burgers een rooskleurig perspectief te kunnen bieden, aldus minister Pechtold. Als het aan hem ligt komt er een 'versterkt Koninkrijk' uit de onderhandelingen te voorschijn. Dat betekent een krachtiger bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit en beter financieel toezicht, om te voorkomen dat er opnieuw grote schulden ontstaan als de huidige schuld van 2,4 miljard is weggewerkt. Volgens woordvoerder Schouw van D66 zouden bepaalde vormen van onder curatele stelling daarbij niet zijn uitgesloten. De minister sprak zijn partijgenoot niet tegen. Hij zegde CDA-senator Lemstra toe dat toewerken naar nieuwe verhoudingen 'onlosmakelijk' verbonden is met een goede oplossing van de schuldenproblematiek en goed financieel toezicht daarna.

Minister Pechtold zei na tien maanden ervaring met Antillen: Ik heb geleerd dat er twee mogelijkheden zijn: je wordt een cynicus of een Antillenvriend. Hijzelf wil geen beide zijn. Maar hij gaf toe dat als er een ziekenhuis op Bonaire dichtgaat en tegelijkertijd een vliegveld wordt gesloten hij voor de keuze staat om voor honderdduizend euro hulpmiddelen uit het Westeinde Ziekenhuis te versturen of te zeggen dat Nederland daar niet over gaat. Ik kies dan uiteindelijk voor het eerste, zei Pechtold. Mevrouw Linthorst haakte op deze casus in. Wij komen telkens voor deze keuzes te staan omdat wij geen duidelijke keuze maken als het erom gaat wat wij nu eigenlijk met de Antillen willen. Zien we de Antillen als een deel van het Koninkrijk, zodat wij verantwoordelijkheden en verplichtingen jegens de Antillen hebben? Behoort daar dan niet bij dat wij er recht op hebben om toezicht te houden en dat het een gerechtvaardigde vraag aan de Antillen is om dat toezicht toe te staan? De minister zei dat hij het met de zienswijze van de PvdA-senator eens is. Pechtold: Dit betekent voor ons wat meer inzet en voor de andere kant wat meer controle en toestaan dat die op Koninkrijksniveau wordt geregeld.

Drie werkgroepen zijn bezig voor de verschillende werkterreinen criteria op te stellen die op een rondetafelconferentie op 28 maart op tafel komen. De drie terreinen zijn: 1. de algemene financiële positie van de Antillen; 2. rechtszekerheid en goed bestuur en 3. de directe en nieuwe banden (status aparte of koninkrijkseiland). De minister hield de VVD-senator Van Heukelum voor dat eerder overleg met de Antillen in 1993 fout is afgelopen, omdat ons land toen met een blauwdruk kwam. Dat leverde het verwijt van 'neokolonialisme' op.

Pechtold was het eens met mevrouw Linthorst dat de problemen op de Antillen en de problemen in sommige Nederlandse steden met elkaar samenhangen. Hoe beter de perspectieven daar, hoe minder kansarme jongeren hier naartoe komen, aldus de PvdA-senator. Zij vroeg om een grotestedenbeleid voor de Antillen, maar Pechtold zei dat hij van Curaçao niet de 32ste grote stad wil maken. Hij stimuleert wel samenwerking en kennisuitwisseling tussen de Antillen en steden in Nederland met relatief veel Antilliaanse inwoners.


Deel dit item: