Bewindslieden overtuigen senaat niet van noodzaak Europees grondrechtenbureau



De ministers Bot van Buitenlandse Zaken en Pechtold voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties zijn er gisteren niet in geslaagd de Eerste Kamer te overtuigen van het nut van een Europees Bureau voor de Grondrechten. Al in de eerste termijn van de behandeling diende VVD-senator Dees namens bijna alle fracties een motie in waarin de regering wordt opgeroepen niet in te stemmen met het huidige voorstel hierover van de Europese Commissie. De Eerste Kamer heeft een aantal, vooral principiële bezwaren tegen een dergelijk bureau. Aan het eind van het debat zegden beiden bewindslieden toe dat zij de kritiek van de senaat ter harte zouden nemen. De onderhandelingen over het grondrechtenbureau met de andere lidstaten lopen nog tot juni van dit jaar. Dan moet duidelijk worden of het bureau er komt en hoe dat er uitziet.

Principiële bezwaren

De Eerste Kamer heeft een tweetal principiële bezwaren tegen de komst van een Europees Bureau voor de Grondrechten. Zo is de senaat absoluut niet overtuigd van nut en noodzaak van de oprichting van een apart agentschap, gelet op de reeds aanwezige expertise en toetsing op Europees en nationaal niveau. Verder vindt de Eerste Kamer dat het agentschap een doublure vormt met het werk van de Raad van Europa. Bevordering en bescherming van mensenrechten, democratie en rechtstaat behoren al ruim vijftig jaar tot de kerntaken van de Raad van Europa. Volgende week stemt de senaat over de motie.


Deel dit item: