Bijna vijftien jaar na de indiening bij de Tweede Kamer heeft de Eerste Kamer dinsdag de Wet op de archeologische monumentenzorg aangenomen. Wij schrijven vandaag geschiedenis, merkte minister Van der Hoeven (onderwijs en wetenschappen) aan het slot van debat op. Zij bracht ook lof aan haar voormalige staatssecretaris Van der Laan die het wetsvoorstel een tijdlang onder haar hoede heeft gehad.
Toezegging
Minister Van der Hoeven deed de toezegging dat zij op nog enkele punten zal terugkomen. Zo kreeg senator Van Middelkoop (CU) de erkenning dat hij een omissie had ontdekt op het punt van de sloopvergunning. Deze zou niet aan nadere regels worden verbonden 'in het belang van de archeologische monumentenzorg'.
Boven en onder de grond
CDA-senator Wagemakers kreeg de toezegging dat de minister zal laten nagaan of historische gebouwen 'boven de grond' net zo'n zorgvuldige behandeling kunnen krijgen als archeologische vondsten 'onder de grond'. Ook Wagemakers had een gebrek aangetroffen in een wetstekst over de toewijzing van de eigendom van vondsten. Hij pleitte ervoor dat indien niet vaststaat dat iets eigendom is van een gemeente of provincie het in elk geval eigendom wordt van de staat. De minister zal ook deze suggestie bekijken.
Particuliere bedrijven
Mevrouw Van den Broek-Laman Trip (VVD) kreeg de bevestiging van de minister dat ook particuliere bedrijven kunnen worden ingeschakeld bij het opgraven van archeologische vondsten. De minister wilde niet zover gaan dat zij deze uitvoeringsopdrachten uitsluitend aan particuliere bedrijven zou gunnen. De overheidsdiensten moeten ook op dit punt expertise kunnen blijven opbouwen, zei de minister. Zij nam de waarschuwing van mevrouw Van den Broek dat overheidsdiensten particuliere bedrijven op dit punt dreigen in de weg te zitten ter harte, zei zij.
Daadwerkelijk opgraven
Mevrouw Witteman (PvdA) kreeg van de CDA-fractie steun voor haar pleidooi om zoveel mogelijk vondsten ook daadwerkelijk te laten opgraven en niet in de grond te laten zitten en alleen in kaart te brengen. Mevrouw Witteman verwees naar de slechte bodemgesteldheid in ons land. Met name vondsten uit de vroege middeleeuwen zouden verloren gaan als zij in de vochtige bodem blijven.
D66-senator Schouw kreeg van de minister een compliment omdat hij het had opgenomen voor amateur-archeologen. Deze kunnen de professionals van extra informatie voorzien en zij zorgen met hun enthousiasme er ook voor dat archeologie gaat leven, veronderstelde de minister. Zij kondigde aan dat het ministerie met een voorlichtingscampagne komt om de gevolgen van de wet onder de aandacht te brengen.
Excessieve kosten
Vrijwel alle senatoren die aan het debat meededen stelden vragen over de bepaling dat gemeenten een beroep kunnen doen op het Rijk als het opgraven van vondsten 'excessieve kosten' zou vergen die niet op projectontwikkelaars of bouwers ('de verstoorders van de grond') kunnen worden verhaald. Volgens de minister doet het er niet toe of het gaat om arme of rijke gemeenten. In principe kan elke gemeente een beroep doen op deze bepaling. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat gemeenten vanwege de excessieve kosten vondsten die de moeite waard zijn maar in de bodem laten.
Deel dit item: