In 2007 werden de Provinciale Staten gekozen op 7 maart. De verkiezing van de leden van de Eerste Kamer door de Provinciale Staten vond plaats op 29 mei 2007. De verkiezing van de leden van de Eerste Kamer zou volgens de Kieswet op maandag 28 mei 2007 worden gehouden. Echter, vanwege het samenvallen van de dag van stemming met de tweede Pinksterdag voorziet de Kieswet in combinatie met de Algemene termijnenwet er in dat de stemming met een dag wordt verplaatst.
Op 5 juni 2007 werd afscheid genomen van de leden die niet terugkeerden en op 12 juni werd de nieuwe Kamer geïnstalleerd.
Berekening zetelverdeling 2007
Alle Statenleden brengen op de verkiezingsdag hun stem uit op één van de kandidaten voor de Eerste Kamer. Deze kandidaten staan per partij op één of meer lijsten.
Niet elk Statenlid heeft een even zware stem. Door 'weging' wordt een relatie gelegd met het inwonertal van de provincie. Het inwonertal wordt daarbij gedeeld door het honderdvoud van het aantal Statenleden van de provincie. De uitkomst heet de stemwaarde.
Zo had Groningen op 1 januari 2007 573.923 inwoners. Dit aantal wordt gedeeld door 100 x 43 (statenleden). De uitkomst daarvan is 133. Als gevolg van een wijziging van de Provinciewet is bij de Provinciale Statenverkiezingen het aantal statenleden verlaagd van 764 leden naar 564 leden.
In 2007 hadden de provincies de volgende stemwaarde:
Groningen - 133
Friesland - 149
Drenthe - 119
Overijssel - 238
Flevoland - 96
Gelderland - 373
Utrecht - 253
Noord-Holland - 475
Zuid-Holland - 628
Zeeland - 98
Noord-Brabant - 440
Limburg - 240
De op een partij in een provincie uitgebrachte stemmen worden vermenigvuldigd met de stemwaarde. De uitkomst van deze som heet stemcijfer.
De zetelverdeling geschiedt met behulp van de kiesdeler. Deze wordt berekend door de som van de stemcijfers van alle provincies te delen door het aantal beschikbare zetels (75).
Voor iedere partij wordt gekeken welk stemcijfer zij in totaal heeft behaald (in feite dus hoeveel stemmen zij heeft gekregen en welke stemwaarde die stemmen hadden). Dat totaal wordt gedeeld door de kiesdeler. De uitkomst van die deling levert het zetelaantal per partij op.