In de Eerste Kamer is op dinsdag 27 november het debat over de vervanging van de vervroegde invrijheidstelling van gedetineerden door een voorwaardelijke invrijheidstelling afgerond. Het debat werd tussen Justitieminister Hirsch Ballin en enkele senatoren op het scherpst van de snede gevoerd. Over het principe van de vervanging van een vervroegde door een voorwaardelijke invrijheidstelling was geen meningsverschil tussen regering en senaat. Over de voorgestelde overgangstermijn van vijf jaar des te meer. Op de VVD-fractie en die van fracties van CU en SGP na vonden de andere fracties dat voor de ongeveer tien procent van de gedetineerden die buiten de overgangstermijn vallen vanwege hun langere detentietijd er sprake is van 'strafverzwaring'. Dat zou in strijd zijn met zowel het Wetboek van Strafrecht als het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Rechtszekerheid
Zowel in de eerste als tweede termijn van het debat waren de fracties van CDA, PvdA, SP en GroenLinks het eens met de opvatting van de Raad van State dat de overgangstermijn geschrapt moet worden, o.a. uit een oogpunt van rechtszekerheid. Minister Hirsch Ballin (CDA, Justitie) verzetten zich zowel in eerste als tweede termijn tegen deze opvatting. Ook in een brief aan de senaat had hij het wetsvoorstel, inclusief de overgangstermijn met kracht verdedigd.
Geen novelle
Een suggestie van SP-senator Kox om de overgangstermijn per novelle uit de wet te halen wees de minister van de hand. De minister zei dat de kern van de voorwaardelijke invrijheidstelling hetzelfde blijft als hij was onder de vervroegde invrijheidstelling: wie een straf voor tweederde heeft uitgezeten komt in principe vrij. Het enige verschil is dat onder het huidige regiem aan de invrijheidstelling geen nadere voorwaarden worden gesteld en onder de nieuwe regeling wel. Zo loopt iemand die voorwaardelijk in vrijheid is gesteld en toch weer 'in de fout' gaat de kans alsnog het restant van zijn oorspronkelijke straf te moeten uitzitten.
Stemming
Op verzoek van GroenLinks en SP wordt dinsdag 4 december over het wetsvoorstel (bij zitten en opstaan) gestemd. De vraag is dan of de regeringspartijen CDA en PvdA het wetsvoorstel dan aan een meerderheid helpen of niet. Minister Hirsch Ballin zei dat hij ervan uitgaat dat hij de meerderheid van de Eerste Kamer heeft weten te overtuigen van zijn gelijk.
Deel dit item: