De Eerste Kamer heeft dinsdag 23 september 2008 ingestemd met de aanpak van oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt van de Europese Unie. Zonder stemming aanvaardde de senaat het wetsvoorstel (30.928) dat de implementatie regelt van een Europese richtlijn hierover (nr. 2005/29/EG van 11 mei 2005). Op 6 november 2007 had de Tweede Kamer het wetsvoorstel met algemene stemmen aangenomen.
De richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken heeft twee doelen. Ten eerste beoogt zij de interne markt beter te laten werken. Verschillen in de nationale wetgeving van de EU-lidstaten over oneerlijke handelspraktijken zijn belemmeringen voor de interne markt en brengen concurrentievervalsing met zich mee. Ten tweede beoogt de richtlijn consumenten beter te beschermen. Oneerlijke handelspraktijken ondermijnen het vertrouwen van de consument en ontregelen de markt, omdat de consument daardoor geen goede keuzes kan maken.
Mevrouw Duthler van de VVD-fractie juichte het wetsvoorstel toe, ook omdat het de vrije concurrentie bevordert. Zij voorspelde dat ook de handel via internet eerlijker zal worden. Mevrouw Duthler vond dat de overheid terughoudend moet zijn met het opleggen van bestuurlijke boetes. Liever had zij dat marktpartijen hun eigen zaken regelen.
CDA-woordvoerder Van de Beeten sprak de hoop uit dat deze wet ertoe leidt dat de financiële sector nog eens wordt ingeprent dat men gewoon zijn werk naar behoren moet doen zonder alleen acht te slaan op beurskoersen, rendementen en bonussen. Dat is echte winst, aldus Van de Beeten.
Minister Hirsch Ballin van Justitie was het met zijn partijgenoot eens dat deze nieuwe richtlijn geen verzwaring betekent van de prospectusrichtlijn die eerder in de Wet financieel toezicht is opgenomen. De richtlijn inzake oneerlijke handelspraktijken ziet wel op de wijze van presenteren van een prospectus door banken en geldt ook voor alle overige communicatie van een uitgevende instelling rond een financieel product.
Mevrouw Haubrich-Gooskens van de PvdA-fractie hield haar eerste toespraak als lid van de Eerste Kamer. Zij sprak ook namens de SP-fractie. Mevrouw Haubrich-Gooskens vond dat de positie van de consument nog wel verbeterd kan worden. Meestal heeft een consument niet zoveel aan een schadevergoeding, maar wil hij dat de gesloten overeenkomst vernietigd wordt. Daarin voorziet de richtlijn oneerlijke handelspraktijken niet rechtstreeks. Juridische procedures zijn vaak lang en complex. De meeste mensen zitten hier dan ook niet op te wachten.
Deel dit item: